Advertentie
sociaal / Nieuws

‘Ze voelen zich geen mens’

Onderzoek: gemeenten moeten kritischer kijken naar nieuwe bedrijvigheid die de inzet van arbeidsmigranten vraagt.

21 december 2023
ANP opvang arbeidsmigranten
ANP/Hollandse Hoogte/Ramon van Flymen

Gemeenten moeten bij de vestiging van nieuwe bedrijven streng zijn als de bedrijfsvoering inzet van arbeidsmigranten vraagt. Dat zeggen Kornélia Anna Kerti en Brigitte Kroon, onderzoekers aan de Radboud Universiteit en Tilburg University gefinancierd door Instituut GAK. In hun recent gepubliceerde onderzoek laten ze zien welke factoren de kwaliteit van uitzendwerk voor migranten beïnvloeden. Ondanks de aanbevelingen van de Commissie Roemer enkele jaren geleden voelen veel arbeidsmigranten zich nog steeds ‘tweederangsburger’.

Strategisch beleidsadviseur duurzame economie

Gemeente Het Hogeland
Strategisch beleidsadviseur duurzame economie

Strategisch adviseur HRM

Waterschap Drents Overijsselse Delta
Strategisch adviseur HRM

Complex

Om te zeggen dat gemeenten met de huisvesting van arbeidsmigranten tegen een complex probleem aankijken is eufemisme. De huisvesting van Nederlanders met een vaste baan is al problematisch, laat staan buitenlandse medewerkers die werken als oproepkracht en zich door een taalbarrière moeten worstelen. Volgens Brigitte Kroon, universitair hoofddocent op het gebied van HRM, staat eenieder die de problematiek wil doorgronden, laat staan oplossen, voor een flinke opgave. ‘De manier waarop arbeidsmigranten in Nederland hun werk kunnen doen, en de kwaliteit van hun ervaringen, wordt onder andere maar niet uitsluitend beïnvloed door werkgevers, uitzendbureaus, vakbonden, arbeidsmigranten zelf, gemeenten, met ministerie, de provincie, en commissies als die van Roemer.’

Commissie Roemer

‘Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan’. Zo heette het in 2020 gepubliceerde rapport van de inmiddels commissaris van de Koning gepromoveerde SP-politicus Emile Roemer. Begin december kwam na drie jaar de evaluatie: veel aanbevelingen zijn inmiddels verwerkt in wet- en regelgeving of er zijn stappen genomen om dit te doen. De praktijk is weerbarstiger, weet promovenda Kornélia Anna Kerti. Samen met Kroon en collega's Inge Bleijenbergh, Marloes van Engen en Charissa Freese deed haar onderzoeksgroep literatuuronderzoek en sprak ze tal van Centraal- en oost Europese medewerkers werkzaam in de agrarische sector en distributiecentra. Samen met beleidsmakers, uitzendbureaus en werkgevers en arbeidsmigranten zelf gingen ze de dialoog aan over mogelijkheden om de kwaliteit van uitzendwerk voor arbeidsmigranten te verbeteren.

Handhaven

En wat blijkt: bovenaan de lijst met aanbevelingen uit zowel de literatuur als uit de dialoog met betrokken actoren staat betere handhaving van arbeidsregulering. Hoewel er dus meer regels op papier zijn gezet, s het maar de vraag of dit de arbeidsmigranten in de praktijk verbetering heeft gebracht. De gesprekken die Kerti heeft gevoerd bieden weinig hoop. ‘De beleving van arbeidsmigranten van hun ontvangst hier is overwegend negatief’, vertelt ze. ‘Ze voelen zich soms niet gezien als mens en ze voelen geen waardering. Een groot deel heeft in het land van herkomst gewoon een opleiding gevolgd en wil hier integreren en doorgroeien. Maar vervolgens worden ze heel afgelegen gehuisvest en hebben ze vrijwel geen contact met de Nederlandse samenleving.’

Ze denken soms dat ze duizenden euro’s per maand gaan verdienen.

Kornélia Anna Kerti, Promovenda

Verwachtingen

De verwachtingen van deze groep arbeidsmigranten voorafgaand aan het werk blijkt in de praktijk ook niet overeen te komen met de realiteit. Kerti: ‘Ze denken soms dat ze duizenden euro’s per maand gaan verdienen. Als de praktijk dan minder rooskleurig blijkt kunnen er conflicten ontstaan met de werkgever of het uitzendbureau. Dat zorgt weer voor allerlei andere problemen en in algemene zin een afname van de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden. Arbeidsmigranten blijken ook vaker bereid om onder slechte werkomstandigheden te werken als ze te maken krijgen met meer onzekerheid. Het is aan gemeenten, zowel hier in Nederland als in het land van herkomst, om te zorgen voor een goede informatievoorziening.’

Verantwoordelijkheid

Wie is er nu verantwoordelijk voor die werk- en leefomstandigheden? De onderzoekers zien een belangrijke rol voor (lokale) overheden en pleiten daarnaast voor verantwoordelijkheidsgevoel over de gehele productieketen. ‘Er wordt vaak gezegd dat de uitzendbureaus de slechteriken zijn, en vakbonden staan soms ook recht tegenover hen in het gesprek’, aldus Kroon. ‘Daarmee loopt de discussie direct vast.’ In de praktijk willen werkgevers best werken aan betere werkomstandigheden, maar ze stellen daar wel wat tegenover. ‘Het is vaak ‘ja, mits’. En het verschilt heel erg per werkgever. Sommige zien arbeidsmigranten simpelweg als een productiemiddel. Ze besteden alles uit aan uitzendbureaus. Dan krijg je veel van de problemen waar wij voor waarschuwen.’

Afhankelijkheid wegnemen

Want arbeidsmigranten hebben het niet makkelijk, zegt Kerti. De afhankelijkheidsrelatie met hun werkgever is vaak groot, en wordt versterkt doordat huisvesting vaak door de werkgever of het uitzendbureau wordt geregeld. Stoppen met werken betekent vaak ook dat je snel dakloos wordt, en zoals gezegd is het vinden van een huis voor buitenlandse medewerkers nog veel lastiger. Gemeenten die vooral inzetten op huisvesting bij de werkgevers beseffen zich dat niet altijd. ‘Al in het rapport van Roemer werd gepleit voor het loskoppelen van die huisvestingsrelatie tussen de werkgever en de werknemers’, zegt Kerti. Daar is vooralsnog weinig verbetering zichtbaar.’

Rem op groei

Een van de belangrijkste aanbevelingen die de Kerti en Kroon doen in hun stuk is dan ook gericht aan gemeenten. Die is tweeledig: enerzijds moeten lokale overheden meer investeren in kwalitatieve huisvesting, en dus liever geen grootschalige opvang gelegen buiten de kernen. Hierdoor ontstaat er een segregatie die negatieve sentimenten van beide kanten in de hand werkt. Ook adviseren de onderzoekers gemeenten om bij de vestiging van nieuwe bedrijven goed en kritisch af te wegen of er wel woonruimte is voor de arbeidsmigranten die er moeten werken. Kroon: ‘Je creëert werkgelegenheid, maar het is werk waar niemand in Nederland op zit te wachten. Er is in het verleden veel te makkelijk over besloten. Je moet je afvragen wie je daarmee helpt.’

Duurzame arbeidsrelatie

De nieuwe politieke realiteit maakt volgens Kroon ook dat het investeren in duurzame arbeidsrelatie noodzakelijker wordt. ‘Laat ik voorop stellen dat alles valt en staat met het strategisch personeelsbeleid van individuele werkgevers. Ze moeten bereid zijn te investeren in mensen. Bij een restrictiever beleid voor arbeidsmigratie zal het voor werkgevers en uitzendbureaus vaker noodzakelijk worden om te werken met langdurige overeenkomsten als het gaat om werk en wonen. Wellicht dat die nieuwe vorm van ‘schaarste’ in combinatie met de krapte op de arbeidsmarkt die er nu al is een beweging voor betere kwaliteit van werk voor arbeidsmigranten in gang kan zetten.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hans Bakker
Als de voorwaarden om arbeidsmigranten aan het werk te stellen veel strenger worden, dan zullen sectoren veranderen of zelfs verdwijnen. Nederlandse tuinders hebben geprobeerd om in Duitsland zo’n zelfde bedrijfstak op te bouwen, maar dat is mislukt. De reden: in Duitsland is het vaste contract de norm. Werkgevers zijn in Duitsland verplicht om 90% van het personeel vast in dienst te nemen. En dus heb je deze hele bedrijfstak niet op de bekende Nederlandse manier in Duitsland. In Duitsland werken in kassen vaak mensen die parttime willen werken, zoals moeders. Het is niet zo moeilijk, maar we willen niet. Het zit in onze cultuur. Nederland heeft dit probleem al heel lang. Als we ervan af hadden gewild, dan waren we er allang vanaf. Maar dat is niet zo. Er is geen enkele maatregel genomen en het arbeidsrecht in Nederland is op Engeland na het meest flexibele van heel Europa. Er zijn daarom ook twee landen die het meest met deze problematiek te maken hebben en dat zijn deze twee. Slachterijen draaien al sinds de jaren ‘60 van de vorige eeuw op afpers activiteiten. Eerst Turken en Marokkanen, illegaal, en toen dat per 1 januari 1998 niet meer kon vanwege de Koppelingswet, nam Nederland snel een andere maatregel, namelijk de afschaffing van het vergunningstelsel voor uitzendbureaus, linksom of rechtsom zullen we blijven afpersen.
Bert Bakker
Kappen met die achterlijkheid. Dan zijn de banen ook weer Nederlandse bedragen waard en kunnen wij de rekeningen er weer mee betalen in plaats van naar de zijlijn gedirigeerd te worden omdat je te duur bent. We zijn niet lui we zijn uitgeknepen. En ja dat gaat nogal bedrijfstakken raken maar de boel knapt aan alle kanten op en dan kun je verder.
Hans Bakker
Uiteindelijk gaat het erom wat voor land we willen zijn. We trekken als een dolle lage lonen arbeid naar ons toe met een groot beslag op schaarse ruimte, De eerste vraag die we ons moeten stellen is of we dit soort werk hier wel willen. En dit land heeft zijn vestigingsbeleid niet op orde. De kranten staan vol met huilende politici uit grensgemeenten die dachten dat door de vestiging van een XL blokkendoos het bestand met bijstandsgerechtigden zou verminderen. Wat een domheid, wat een naïviteit. Bedrijvigheid moet het algemeen belang dienen. Ook al is de huisvesting van arbeidsmigranten goed geregeld, dan staat daar boven nog een ander vraagstuk. Wat voor land willen we worden. Zolang we de rem er niet op gooien, blijft Nederland in een kwantitatieve vicieuze groeicirkel. Die arbeidsmigranten moeten ook weer wonen en eten. Dus om die woningen te bouwen heb je weer…..arbeidsmigranten nodig. Zo creëren we met z’n allen een economie gebaseerd op kwantitatieve groei en dat is erg gevaarlijk. Als die groei stopt, is er een groot probleem.
Advertentie