Advertentie
sociaal / Nieuws

Minder armoede, maar meer hulpvragen

Het aantal mensen dat in armoede leeft is afgenomen, maar het aantal huishoudens met schulden neemt juist toe.

19 december 2023
ANP Thermostaat
ANP/Hollandse Hoogte/Richard Brocken

Het risico op armoede is vorig jaar flink gedaald. Dat blijkt uit zowel het CBS rapport Armoede en sociale uitsluiting en de Voortgang aanpak geldzorgen, armoede en schulden van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat dinsdag is gepubliceerd. Volgens minister Schouten zijn de cijfers bemoedigend. Tegelijkertijd is het aantal mensen met problematische schulden met tien procent gestegen en wordt er steeds vaker een beroep gedaan op sociale voorzieningen.

Strategisch Adviseur OV-Assetmanagement

Provincie Utrecht
Strategisch Adviseur OV-Assetmanagement

Procesmodelleur

JS Consultancy
Procesmodelleur

Energieregelingen

In 2022 moesten 335 duizend van de bijna 7,7 miljoen huishoudens rondkomen van een laag inkomen. Dat komt neer op 4,4 procent huishoudens met armoederisico. In 2021 was dat nog 6,3 procent. Zo schrijft het CBS. Hoewel dat klinkt als een mooi resultaat is dit vooral bewerkstelligd door tijdelijke energiemaatregelen. Huishoudens met weinig inkomen kregen in 2022 naast korting op de energierekening een energietoeslag van veelal 1.300 euro. Zonder de energiemaatregelen zou het armoederisico ten opzichte van 2021 gestegen zijn, naar 7,7 procent.

Meer lage inkomens en meer schulden

Mede door de opstuwende werking van de energiemaatregelen zijn er meer huishoudens die rond de lage-inkomensgrens hangen. Deze groep heeft volgens de CBS cijfers ten opzichte van het jaar daarvoor vaker betalingsachterstanden en ook geven ze vaker aan bepaalde zaken niet te kunnen betalen. Zo gaf 54 procent aan niet genoeg geld te hebben om regelmatig nieuwe kleren te kopen. Van elke tien lage inkomens zeggen er bijna vier moeilijk te kunnen rondkomen. Uit de rapportage van het ministerie blijkt daarnaast dat het aantal huishoudens met problematische schulden gestegen is naar 8,8 procent van de huishoudens, terwijl dit al jaren ongeveer acht procent was. Minister Carola Schouten noemt die ontwikkeling ‘zorgelijk’.

Rotterdam het meest

In 2022 was het aandeel huishoudens met een laag inkomen het hoogst in Rotterdam (8,7 procent), gevolgd door Den Haag (8,1 procent), Heerlen (7,2 procent), Vaals (6,9 procent) en Enschede (6,8 procent). In Rotterdam was de kans op langdurige armoede met een aandeel van 4,4 procent eveneens het grootst. Vluchtelingen uit Syrië die inmiddels de asielprocedure hebben doorlopen en een verblijfsvergunning hebben ontvangen, liepen met 34,1 procent van alle groepen het meeste risico op armoede. Het gros van deze huishoudens leeft vooral van de bijstand.

Meer hulpvragen

Maatschappelijke initiatieven tegen armoede zien grote stijgingen als het gaat om gebruikscijfers. Zo ontving Stichting Leergeld 22 procent meer aanvragen. Jeugdfonds Sport & Cultuur 19 procent, het Nationaal Fonds Kinderhulp 16,8 procent en Stichting Jarige Job maar liefst 57 procent. Het ministerie verwacht dat het aandeel mensen dat in armoede leeft in 2024 ongeveer gelijk blijft. Echter is bij deze voorspelling nog geen rekening gehouden met de extra stijging van het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen. Om de kabinetsdoelstelling voor het verminderen van armoede te behalen, moet het cijfer dalen naar 3,15% in 2030.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie