De VNG onderschrijft de noodzaak van versnelling en innovatie van de woningbouw én vereenvoudiging van de regels, zoals die blijkt uit het concept-eindrapport ‘Sneller, meer, goedkoper’ van de Adviesgroep STOER. Ook onderschrijft de gemeentekoepel dat winst valt te behalen met harmonisatie en standaardisatie van instrumenten. Maar woningbouw mag niet ten koste gaan van alles.
VNG overwegend content met STOER
De VNG ziet ‘veel bruikbare voorstellen’ in het concept-eindrapport van de Adviesgroep STOER, maar gaat soms stevig op de rem.

Experimenteerbepaling
De VNG schrijft in een officiële reactie op het STOER-rapport onder meer dat ze kan instemmen met de uitbreiding van de Experimenteerbepaling in de Omgevingswet. Die moet zich volgens de aanbevelingen van STOER niet uitsluitend op het verbeteren van de leefomgeving hoeven richten, maar ook woningbouw als experimenteerdoel kunnen hebben.
Snelle opschaling
‘We zijn benieuwd voor welke thema’s de minister van VRO experimenten via AMvB’s wil gaan uitwerken en denken graag met het rijk mee over welke thema’s in aanmerking kunnen komen voor een experiment’, schrijft de VNG. ‘Tevens willen we graag met de partners van de Woontopafspraken in gesprek over standaardisatie van de experimenten zelf. Dit kan in positieve zin bijdragen aan een snelle opschaling van de experimenten en daarmee bieden de experimenten een level playing field aan de markt.’
Landelijke normeringen
Ook in de voorstellen rond de voorfase van de planvorming ziet de vereniging ‘goede handvatten om versnelling te bereiken’. Zoals een landelijke normering van omgevingskwaliteit. Een landelijk Soortenmanagementplan (SMP) aangaande beschermde dieren en planten raadt de VNG af. ‘Een landelijk SMP is uit de aard der zaak dermate algemeen dat waarschijnlijk alsnog lokaal ecologisch onderzoek nodig zal zijn. Gaat een landelijk SMP dus daadwerkelijk soelaas bieden?’
Omgevingsdiensten
De VNG vindt net als STOER dat bij de VTH-taken onder de Omgevingswet partijen veel meer in partnership moeten gaan werken. Liefst zou de gemeentekoepel de omgevingsdiensten daarom niet te veel als losse, onafhankelijke entiteiten te zien, ‘maar als een verlengstuk van de overheid’ (een opmerkelijke zinsnede omdat sinds de adviezen van de commissie-Van Aartsen in het alarmerende rapport ‘Om de leefomgeving’ vanuit het rijk juist wordt geïnvesteerd in autonomer functionerende diensten). Verder vindt de VNG dat ook Veiligheidsregio’s en GGD’en nadrukkelijker bij dit partnership zouden moeten worden betrokken.
Beroep
Ook ondersteunt de VNG het STOER-voorstel om de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State als enige te laten oordelen over omgevingsvergunningen voor woningbouwprojecten. Dat voorstel voor beroep in één instantie beperkt zich nu een minimum van twaalf woningen. Wat de VNG betreft kan dat minimumaantal worden geschrapt. Wel benadrukt de gemeentekoepel dat het hier om een tijdelijke regeling moet gaan, ‘die weer afgeschaft kan en moet worden als de versnelling van de woningbouw een acceptabel niveau heeft bereikt’.
Balans
Fundamenteler is de kritiek van de VNG op de in haar ogen soms te eenzijdige blik in het rapport op versnelling van nieuwbouw: ‘Bij enkele onderdelen van het eindrapport blijft weging op andere aspecten dan woningbouw nodig’, schrijft de gemeentekoepel, die meer aandacht vraagt voor bodemonderzoek- en sanering, drinkwater en water & bodem. ‘Een evenwichtige balans tussen versnelling van de woningbouw en belangen als leefbaarheid voor en gezondheid van inwoners mist hier. (…) De maatregelen houden (….) geen rekening met het feit dat deze op de langere termijn tot onherroepelijke schade leiden.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.