Dodelijke zinnen waren het in de eerste voortgangsrapportage omgevingsdiensten van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, gewijd aan de Regionale Uitvoeringsdienst Limburg-Noord (RUDLN). Er waren ‘geen ontwikkelingen gemeld’, ten aanzien van de in het Plan van Aanpak genomen maatregelen, bracht het ministerie afgelopen april naar voren. In combinatie met andere gebreken was het daardoor ‘niet aannemelijk dat de RUDLN op 1 april 2026 robuust is’.
Ondermaatse omgevingsdiensten naderen deadline
Minder dan zeven maanden resteert de 25 omgevingsdiensten om conform afspraak ‘robuust’ te zijn. De drie minst robuuste zetten zich schrap.

Onderaan
De RUDNL bungelt met afstand onderaan als het gaat om het functioneren van de 25 omgevingsdiensten in Nederland. De van elke dienst verlangde ‘robuustheid’ moet ertoe leiden dat ze, in de woorden van OmgevingsdienstNL, ‘ervaring, deskundigheid en voldoende capaciteit in huis hebben voor goede vergunningen, scherp toezicht, doortastende handhaving en deskundige advisering.’ En daar ontbrak het nogal aan, zo bleek uit een alarmerend rapport uit 2021 van een commissie onder leiding van Jozias van Aartsen: Om de leefomgeving.
Onafhankelijker
Kort nadien werd een Interbestuurlijk Programma opgetuigd om de – toen nog – 28 omgevingsdiensten robuuster te maken. Dat wil zeggen: onafhankelijker van hun opdrachtgevende gemeenten, met onder meer een landelijke norm qua financiering, hetzelfde basistakenpakket voor elke dienst en een hogere ondergrens qua capaciteit. Per 1 april 2026 moesten de grote, maar noodzakelijke ambities een feit zijn. Of dat zou lukken, was zeer de vraag, bleek uit die voortgangsrapportage van afgelopen april. Slechts een krappe meerderheid van 15 van de 26 diensten zal de deadline halen, is de verwachting. Bij negen is het nog twijfelachtig en bij drie luidt het oordeel: zeker niet.
Uitvoeringsdienst
Helemaal onderaan hangt dus de RUDLN. Al was het maar omdat die nog steeds een regionale uitvoeringsdienst is – een gemeenschappelijke regeling gerund door vijftien Noord-Limburgse en Midden-Limburgse gemeenten – en geen omgevingsdienst. Eind juni werd na toenemende druk van vooral de provincie het nieuwe bedrijfsplan vastgesteld voor de nieuw te vormen Omgevingsdienst Noord- en Midden Limburg (ODNML). Per 1 april 2026 moet die operationeel worden. Maar meteen robuust zal de ODNML niet kunnen zijn.
Omzet
Een andere omgevingsdienst die naar verwachting de deadline niet zal gaan is die in de Achterhoek (ODA). Vooral de omzet van deze omgevingsdienst is ondermaats. Inmiddels beraadt de dienst zich of zij zelfstandig in opgeschaalde vorm verder wil of dat er meer kansen liggen in een fusie met omgevingsdienst Veluwe. Eind 2025 moet die keuze worden gemaakt, veel te dicht op de deadline van 1 april 2026 om dan al robuust te kunnen zijn.
Doorontwikkeling
Ook omgevingsdienst De Vallei (ODDV) zal de norm niet halen. ODDV zoekt manmoedig naar fusiepartners om te voldoen aan de omzetnorm, maar die dienen zich niet aan. Daarom zet ODDV noodgedwongen in op ‘doorontwikkeling’. De dienst wil de beleidsmatige kant versterken (zoals strategische advisering op milieutaken en het ondersteunen van gemeenten bij complexe dossiers) en ook de uitvoering in het veld verbeteren, met meer toezicht en handhaving op milieu-overtredingen. Maar ook hier geldt: te laat om volgend voorjaar al robuust te kunnen zijn.
Repercussies
Van negen omgevingsdiensten is het dus nog twijfelachtig of zij de deadline halen. Net als de drie die het zeker niet halen, hoeven zij niet bevreesd te zijn voor bestuurlijke of financiële repercussies: die zijn er vooralsnog niet.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.