Moet de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) rücksichtslos ingetrokken worden, of is het voldoende om kleine verbeteringen toe te passen en de tijd z’n werk te laten doen? Dat is het debat in de wereld van bouw- en woningtoezicht nu de wet anderhalf jaar oud is, maar er felle kritiek blijft onder gemeenteambtenaren en Haagse politici. Verantwoordelijk minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting echter vindt het onverantwoord het nu al over intrekken te hebben.
Monitor maakt geen eind aan debat Wet kwaliteitsborging bouwen
Minister Mona Keijzer vindt dat te makkelijk over intrekken wordt gesproken.

Dat schrijft zij in haar nieuwste Kamerbrief, die vergezeld gaat van het eerste monitoringsrapport van adviesbureau Arcadis. Ze uit haar zorgen ‘over het gemak waarmee (…) in uw Kamer gesproken werd over het intrekken van de Wkb. Dit geluid is niet nieuw, maar heeft direct een negatief effect op de woningbouwopgave, die al onder druk staat.’
Frans of Engels?
Ze verwijst naar een commissiedebat in de Eerste Kamer eind mei, waar met name CDA en GroenLinks-PvdA geen heil zien in verbeteringen en ambtelijke ervaring opdoen. ‘Als het een goede wet is, kun je er mee oefenen’, zei senator Ferd Crone. ‘Maar hier kunnen we niet uitkomen: wij leren mensen Frans, terwijl we ze een Engels boek in handen geven.’
In theorie kan het toezicht vrij makkelijk weer terug komen bij de gemeente, schrijft minister Keijzer zelf. Het kloppend hart zit in artikel 2.17 van het Besluit bouwwerken leefomgeving. ‘Dit artikel kan “leeggemaakt” worden, waardoor er feitelijk geen bouwwerken meer zijn die onder kwaliteitsborging vallen’, stelt de minister. Maar het onmiddellijke probleem is dan, volgens haar, dat de huidige kwaliteitsborgers snel uit de markt verdwijnen, terwijl bij gemeenten de ambtelijke capaciteit niet alweer op orde is. Dat geeft vertraging en hoge kosten.
Haar ambtenaren schrijven in de beslisnota bij de Kamerbrief: ‘Een signaal dat er überhaupt sprake zou zijn van intrekking kan ertoe leiden dat kwaliteitsborgers hun werk neerleggen en elders aan de slag gaan. Daarmee komen grote aantallen projecten stil te liggen.’
In de handen van
De Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) heeft een deel van het bouwtoezicht bij gemeenten weggehaald en in de handen van private kwaliteitsborgers geplaatst. Zij kunnen kiezen uit zeven software tools van zogenaamde instrumentenaanbieders, zoals bouwkwaliteitsbedrijf KOMO uit Gouda, of Woningborg Toetsing en Toezicht (WTT), eveneens uit Gouda. Deze kwaliteitsborgers doen nu de technische toets van een bouwplan en leveren aan het eind van de bouw het dossier in bij de gemeente, die vervolgens ‘ja’ kan zeggen tegen een ingebruikname.
Veel gemeenten hebben nooit vertrouwen gehad in dit nieuwe systeem voor bouwtoezicht. Vlak voor het ingaan van de wet op 1 januari 2024 stuurden alle Utrechtse gemeenten een brief aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. De bottom line van dit schrijven was dat de nieuwe wet eenvoudigweg ‘onuitvoerbaar’ is.
Te vroeg voor conclusies
Het Arcadis-rapport, dat terugkijkt op het eerste jaar van de Wkb, concludeert met name dat het nog te vroeg is voor conclusies. De privatisering van het bouwtoezicht betreft tot nog toe één bouwcategorie. Daar vallen grondgebonden woningen onder, maar ook eenvoudige bedrijfspanden, en fiets- en voetgangersbruggen. In 2024 vielen 1446 bouwprojecten onder de nieuwe wet, maar zijn niet meer dan 33 tot dusver gereed gemeld.
In totaal gaat het om 4645 begonnen bouwwerken. ‘De eer van eerste bouwstart gaat naar een voertuigenloods in Vlissingen (7 maart 2024), en de eer van de eerste verklaring van gerechtvaardigd vertrouwen dat een project aan de bouwregelgeving voldoet, gaat naar een opslagloods in Kruiningen (13 mei 2024)’, schreef Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw, een toezichthouder namens het rijk, in het eigen jaarverslag.
Niet representatief
Arcadis heeft voor de monitoring enquêtes gedaan en gesprekssessies georganiseerd. Opvallend is dat er zo weinig respons kwam dat de enquêtes niet representatief zijn. Van de 1446 aannemers die inmiddels onder de Wkb gewerkt hebben, reageerden er 31. Van de opdrachtgevers 19. Van de gemeenten 36, en de kwaliteitsborgers 39. Alleen die laatste groep respondenten is voldoende groot.
Op basis van die schaarse gegevens blijkt dat de echt grote ontevredenheid alleen zit bij gemeenten. Ze twijfelen aan de onafhankelijkheid van de kwaliteitsborgers, die in opdracht van aannemers werken. Ook klagen ze over het feit dat de kwaliteitsborger soms geen stap op het bouwterrein zet, maar zich volledig baseert op foto’s die de aannemer heeft gemaakt van de onderdelen van het bouwproject. Niet meer dan vier van de 36 geênqueteerde gemeenten vindt dat de Wkb de kwaliteit van het bouwtoezicht verbeterd, terwijl dat juist het doel was. Ze geven het rapportcijfer 4,9 aan ‘de uitvoerbaarheid van hun taken onder de Wkb’.
Dat is voor de VNG geen reden te pleiten voor een onmiddellijke stop van de wet. De koepel wil dat het nieuwe systeem niet eerder dan over anderhalf jaar grondig geëvalueerd wordt.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.