Een Knarrenhof is een mes dat aan drie kanten snijdt: tevreden bewoners, lagere zorgkosten en doorstroming op de woningmarkt. Toch ontvangen gemeenten initiatieven voor deze woonvorm lang niet altijd met open armen. Hoe kan dat?
Knarrenhof groeit, ondanks terughoudende gemeenten
Knarrenhoven ondervinden vanwege lagere grondopbrengsten vaak tegenwerking van gemeenten.
Waarde
Toen in een woning te Ridderkerk op een ochtend de gordijnen dicht bleven, gebeurde er iets wat speciaal en toch ook heel normaal is. Een bezorgde buur vroeg zich af of er iets aan de hand was in de woning, waar een oudere vrouw alleen woonde. Normaal had ze immers de gordijnen open op dit tijdstip van de dag. Ja, er was iets aan de hand. De vrouw bleek gevallen en kon uit zichzelf niet meer rechtop komen. Gelukkig had een van de buren een sleutel en kon de gevallen vrouw snel op de been geholpen worden. Het is een anekdote die Peter van Hese (67) vertelt om te illustreren wat de waarde is van wonen in het Hof van Ridderkerk, een zogenaamd Knarrenhof voor senioren, waar hij vorig jaar met zijn vrouw is komen wonen.
Heup
Zo heeft hij nog wel een paar voorbeelden. Hij vertelt over een bewoonster die haar heup brak. ‘Die werd door andere bewoners opgehaald voor de spelletjesavond en koffieochtend, totdat ze weer zelf kon komen.’ En toen een buurman van even verderop het aan zijn rug kreeg, stond er prompt een andere buurman klaar om hem naar het ziekenhuis te brengen. Van Hese: ‘Door de sociale cohesie en samenhang zie je dat mensen die ziek zijn gewoon worden meegenomen.’
Biljarten
Van Hese en zijn vrouw woonden voorheen in een ruime eengezinswoning op een steenworp van zijn huidige hoekwoning. Daar hielden ze wel eens een feestje dat tot drie uur ’s nachts duurde. Dat past hier niet meer, zo voelt hij aan. Toen zijn broer acht jaar geleden voor het eerst vertelde over de mogelijke komst van een Knarrenhof in Ridderkerk vond hij zichzelf nog te jong. ’Ik zei: “Ik ga niet in een bejaardenwoning wonen.” Maar mijn broer zei dat ik tien jaar vooruit moest denken.’ Uiteindelijk bedachten Van Hese en zijn vrouw zich en konden ze begin vorig jaar een plots vrijgevallen nieuwwoning in het Knarrenhof trekken. Nu kan hij dagelijks een praatje maken met zijn broer, die schuin tegenover hem woont. En elke maandagavond gaat hij biljarten in het hofhuis, waar de hofbewoners elkaar ontmoeten.
De doorstroming op de woningmarkt wordt erdoor aangejaagd.
Omkijken
Collectieve woonvormen voor senioren krijgen de laatste tijd veel aandacht. Ze hebben als voordeel dat bewoners onderling meer sociaal contact hebben, en naar elkaar omkijken. Dat, zo is het idee, zorgt er uiteindelijk voor dat ze langer gezond blijven en minder zorg nodig hebben. Een ander voordeel is dat veel ouderen een ruime gezinswoning achterlaten, waar vervolgens een vers gezin in kan trekken. De doorstroming op de woningmarkt wordt erdoor aangejaagd.
Klem
Toch staat lang niet elke gemeente in de startblokken om te werken aan een Knarrenhof. Dat is althans de ervaring van Peter Prak, die dertien jaar geleden Stichting Knarrenhof oprichtte om deze woonvorm van de grond te trekken. ‘Iedereen vindt het wel sympathiek, de wethouder en de gemeenteraad. Maar vervolgens kom je in de klem van de afdelingen grondzaken, stedenbouw en parkeren en die vinden het allemaal minder. Dus je moet eerst door die ambtelijke weerstand heen.’
Missionaris
De afdeling grondzaken heeft doorgaans veel macht, aldus Prak, en beoordeelt grondtransacties op het geld dat de gemeente verdient met de verkoop. ‘Wij betalen iets minder dan commerciële projecten die de woningen zo duur mogelijk verkopen. Wij verkopen de woningen zo goedkoop mogelijk’, legt hij uit vanuit de auto onderweg naar huis. Hij komt net van een interview voor tv-programma Goedemorgen NL. Als missionaris van deze woonvorm laat Prak geen moment onbenut om voor het voetlicht te brengen wat de gevolgen van de vergrijzing zijn en het belang om meer van deze seniorenwoningen te bouwen.
In een sociaal netwerk leven ze zeven jaar langer zonder ziekte.
Jaren later
‘Als je bedenkt dat een gemeente per Knarrenhofwoning 800 euro per jaar bespaart op de Wmo’, licht hij toe. ‘Dat bedrag hebben we berekend met thuiszorgorganisaties en ook vanuit hoeveel het kost om een woning levensloopbestendig te maken. Verder zitten in een Knarrenhof mensen in een sociaal netwerk. Op dit moment bestaat 40 procent van alle huishoudens uit één persoon. Dat groeit de komende jaren naar 45 procent. Dus er zijn steeds meer mensen alleen. In een sociaal netwerk leven ze zeven jaar langer zonder ziekte. Dus die mensen hoeven geen keukentafelgesprek van de Wmo en als ze dat wel moeten hebben dan is dat jaren later.’
Uitzonderingen
Waarom verleiden die voordelen gemeenten desondanks niet tot de bouw van een Knarrenhof (een beschermde merknaam) of andere collectieve woonvorm voor senioren? Prak: ‘De afdeling wonen is niet sterk genoeg om tegen grondzaken, stedenbouw en verkeer op te boksen. Dat is mijn conclusie.’ Hij somt een rijtje positieve uitzonderingen op: Emmen, Gouda, Katwijk, Ridderkerk. ‘Soms trekt de wethouder het door de ambtelijke weerstand van afdelingen heen. Dan gaat het goed.’
Ervaring
Inmiddels heeft Stichting Knarrenhof dertien hoven (ruim 300 woningen) gebouwd die nu bewoond zijn. ‘Drie zijn er nu in aanbouw en volgend jaar nog eens zeker vier. Dus twintig zijn er al zeker. Met de volgende dertig zijn we al bezig. Kijk, óns lukt het wel, maar wij zijn wel zo’n beetje de enige.’ Belangrijk daarin is volgens Prak dat hij dertig jaar ervaring in woningbouw en projectontwikkeling heeft. ‘Als je niet veel kennis hebt van het ambtelijke, politieke en financiële spel, lukt het niet. Bij burgerinitiatieven komt maar één op de tien tot bouwen en die ene doet er dan tien jaar over. Die burgerinitiatieven lopen dood.’
We hebben nu 3.000 woningen in de pijplijn, maar wat wij doen is een druppel op de gloeiende plaat
Meer nodig
Wellicht daarom hebben zich 63.000 mensen (40.000 huishoudens) ingeschreven bij Stichting Knarrenhof, waar inmiddels dertig medewerkers projecten trekken. Prak: ‘We hebben nu 3.000 woningen in de pijplijn, maar wat wij doen is een druppel op de gloeiende plaat. Van die 40.000 huishoudens kunnen we niet eens 10 procent bedienen. Dus er is veel meer nodig.’
Compassie
Toch wil Prak niet afgeven op gemeenten. ‘Je moet ook compassie hebben, want door de decentralisatie van jeugdzorg en dergelijke moeten gemeenten meer doen met minder middelen. Woningbouw is een van de weinige manieren om geld binnen te halen.’ Maar voor de lange termijn is dat geen slimme aanpak, waarschuwt hij, en moet het anders. ‘Het is heel simpel: het sociaal domein en wonen moeten dominanter zijn in de uitgifte van grond. Dat wordt nu aan de grondzaken overgelaten. Die draait er zijn eigen puntje aan.’
Lees het hele verhaal deze week in BB21, een special over vergrijzing (inlog).

Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De stichting is een prima initiatief en voldoet hiermee aan de woonbehoefte die sommige ouderen hebben. Deze hofjes daarom bouwen naar behoefte. Iedereen wil en hoeft er ook niet in te wonen. De naam Knarrenhof doet wel een beetje ouderwets aan. Daarvoor zou ik (inmiddels) een andere naam verzinnen.