Als het gaat om de aanleg van warmtenetten, blijven zorgen over de betaalbaarheid voor huishoudens een heikel punt. Het is de Wet collectieve warmte (Wcw) die moet zorgen dat burgers in de aardgasloze toekomst hun woningen voor een redelijke prijs kunnen blijven verwarmen. Tijdens twee recente plenaire debatten in de Tweede Kamer werden 21 moties en 30 amendementen ingediend, waarvan een deel die betaalbaarheid betreft. Woensdag is over de moties gestemd. De amendementen volgen volgende week.
Kamer wil ruim op tijd borging betaalbaarheid warmtenet
De Wet collectieve warmte nadert z'n afronding in Tweede Kamer. Er werd gestemd over 21 moties. Volgende week volgen 30 amendementen.

‘De crux zit bij de betaalbaarheid’, zei ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis twee weken geleden tijdens het eerste plenaire debat. Hij bleek er toen nog niet gerust op dat de aanleg van de warmtenetten er niet voor gaat zorgen dat de huishoudelijke energierekeningen oplopen. Natuurlijk komen er subsidies, fondsen en introduceert de wet op termijn een nieuwe tariefberekening, toch bleef het voor hem ‘net te veel een bezweringsformule’. ‘Terwijl we eerst met het aannemen van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw), en zo meteen ook met de Wet collectieve warmte, inmiddels wel in het diepe zijn gesprongen’, voegde hij toe. ‘Ondanks dat we niet goed weten of we ooit nog eens aan de kant komen.’
‘Ondanks dat we niet goed weten of we ooit nog eens aan de kant komen’
Geruststelling
Een motie van zijn hand die woensdag in de Tweede Kamer is aangenomen, moet geruststellen. Momenteel wordt het warmtetarief gebaseerd op een aardgasreferentie. Dit deed de Autoriteit Consument en Markt (ACM) tot voor kort op basis van één peilmoment, namelijk de gasprijs van eind november. Kortgeleden maakte de ACM bekend dat ze vanaf dit jaar drie peilmomenten neemt. Zodat het warmtetarief niet door dat ene peilmoment een jaar lang last heeft van een prijsschommeling op de gasmarkt.
Als de Wet collectieve warrmte zoals gepland op 1 januari 2026 van kracht wordt, stapt de ACM op termijn over op een nieuwe tariefbepaling: gebaseerd op de ware kosten, niet meer op de gasprijs. Klimaatminister Hermans wil met een tarieflimiet voorkomen dat de warmteprijs te hoog wordt. Dit prijsplafond wordt mogelijk gemaakt dankzij een op te richten vereveningsfonds, gevuld door een toeslag op de warmtetarieven.
Ten bate van alle Nederlanders
De aangenomen motie van Grinwis eist dat de regering ervoor zorgt dat ‘de relatieve betaalbaarheid van collectieve warmte is geborgd ruim voor de inwerkingtreding’ van die nieuwe kostengebaseerde tariefberekening. Een eveneens aangenomen motie van NSC-Kamerlid Wytske Postma verordonneert daarnaast dat het vereveningsfonds niet louter gevuld wordt met een tariefopslag die huishoudens met een warmtenet betalen. Dat vindt zij ‘oneerlijk’, ‘omdat warmtenetten verzwaring van het elektriciteitsnet voorkomen en dit ten bate komt aan alle Nederlanders’. Postma wil daarom dat het fonds ook gevuld wordt met ‘rijksmiddelen’, zo verduidelijkte ze eerder tijdens het eerste plenaire debat.
Met oog op energiearmoede
Een andere motie van haar hand kreeg eveneens een meerderheid woensdag. Met oog de op nu al bestaande energiearmoede wil Postma dat het vastrecht voor een warmtenetaansluiting ‘gedifferentieerd’ wordt. Dit zou betekenen dat niet elk huishouden dezelfde basisprijs hoeft te betalen, maar dat verschil wordt gemaakt ofwel naar oppervlakte van een woning ofwel het piekverbruik. Haar voorwaarde hiervoor is wel dat ‘de tarieven daardoor eerlijker worden en het niet leidt tot te hoge uitvoeringslasten’. Zo staat het in haar motie.
Ook succesvol was de motie van Postma om te kijken of de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (Sah) verlengd kan worden. Deze subsidie eindigde eerder deze maand.
Uiterlijk vier jaar na de Wet collectieve warmte moet de kostengebaseerde tariefberekening ingevoerd worden
Uiterlijk vier jaar
D66-Kamerlid Ilana Rooderkerk wil dat de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) wordt aangepast. Haar motie kreeg ook voldoende steun. De reden is dat de WIS ‘vaak ontoereikend is voor warmteprojecten bij bestaande woningen en gebouwen’, stelt zij. Voor Prinsjesdag moet Hermans met een reactie komen.
Uiterlijk vier jaar nadat de Wet collectieve warmte van kracht is geworden, moet de kostengebaseerde tariefberekening ingevoerd worden. Dat eist een aangenomen motie van GroenLinks-PvdA-Kamerlid Suzanne Kröger. Ten minste, de regering moet alles op alles zetten om dat te bereiken, staat in haar motie. Noodzaak is dan ook een snelle totstandkoming van ‘het benodigde aanvullende beleid op betaalbaarheid, bijvoorbeeld een prijsgarantie of een investeringsbijdrage of een korting op nettarieven’.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ach ach ach. Er is toch in dit land niemand meer te vinden die dit gelooft? Zeker niet na die naaistreek rond de zonnepanelen.
Nu weer is het de bedoeling dat burgers niet alleen worden overgeleverd aan een monopolist maar ook gebruik gaan maken van een stervensduur systeem in aanleg en onderhoud. Met een vage toezegging "het wordt niet te duur hoor!"
Zoals gebruikelijk is er niemand die hierom vraagt en behalve buitenlandse energiebedrijven die zich de ballen uit hun broek lachen is er ook niemand mee geholpen.
Maar goed: welkom in Den Haag, waar men uit totale burgerhaat niet alleen de meest rigide stikstofwetgeving van de wereld heeft ingevoerd, maar waar ook nog steeds het evangelie wordt gepredikt dat Nederland als enige land ter wereld 'van het gas' af moet.