Het dinsdag gepubliceerde plan om van de Nederlandse economie een kringloop te maken, is niet genoeg om dat te bereiken. In de nieuwe versie van het zogeheten Nationaal Programma Circulaire Economie staan ‘vooral veel intenties en plannen’, schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De politiek moet die plannen uitwerken en vastleggen om bedrijven zekerheid te geven.
Kabinet wil circulariteit niet zelf normeren of beprijzen
Publicatie van het nieuwe Nationaal Programma Circulaire Economie.

Een groot deel van de economie is nu nog lineair: producten worden gemaakt van nieuwe grondstoffen en daarna weggegooid. Die lijn moet over tientallen jaren een cirkel worden met zoveel mogelijk hergebruik en zo min mogelijk afval.
Erg onwaarschijnlijk
Begin dit jaar schreef het PBL al dat het ‘heel erg onwaarschijnlijk’ is dat het oude doel zou worden gehaald om in 2030 de helft minder grondstoffen zoals metalen te gebruiken. Dat doel is inmiddels bijgesteld. Een van de adviezen aan het kabinet was om meer harde maatregelen in de vorm van regels of hogere prijzen voor niet-circulaire producten door te voeren.
Na 2025 daalt het overheidsbudget voor een circulaire economie. Daar staan geen extra normen of prijsmaatregelen tegenover, merkt het PBL op. Tussen ambities en het geld dat daarvoor klaarligt, zit een ‘groot gat’.
Nederland is geen eiland
De VVD-staatssecretaris kiest ervoor om in Nederland niet te normeren of beprijzen, licht hij toe. ‘We kiezen er vooral op Europees niveau voor. Nederland is geen eiland.’ In Brussel staat hij bijvoorbeeld wel open voor regels over minimumhoeveelheden gerecycled plastic in producten. ‘Als je dat op Nederlands niveau doet, is het enige wat je bereikt dat je bedrijven wegjaagt.’
Op de vraag waarom het kabinet niet meer doet voor een circulaire economie, antwoordt Aartsen: ‘Omdat je afhankelijk bent van je Europese collega's. Je kunt als Nederland niet in je eentje deze stap zetten.’
Volgens het PBL is inzetten op Europese plannen ‘tijdrovend’. Nederland wordt daardoor afhankelijk van de belangen van andere EU-lidstaten, ‘die niet altijd gelijk zijn aan die van Nederland.’
15 procent minder
In de nieuwe editie van het Nationaal Programma Circulaire Economie staat dat Nederland in 2035 15 procent minder grondstoffen moet gebruiken vergeleken met 2016. Het oude doel was een halvering in 2030, maar dit doel werd anders berekend. Daarom willen zowel het ministerie als het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) niet spreken van een lagere ambitie.
Het halveringsdoel voor 2030 ging over nieuwe ‘dode’ grondstoffen, zoals metalen en fossiele brandstoffen. Het doel voor 2035 gaat nu ook over hergebruikte grondstoffen en ‘biotische’ grondstoffen, zoals gewassen. Fossiele brandstoffen worden juist niet meer meegerekend. Het uiteindelijke doel om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben, waarin nauwelijks afval meer is, blijft hetzelfde.
Aartsen heeft ook nieuwe doelen opgesteld om niet alleen grondstoffen te besparen, maar ook te behouden en vervangen. Deze doelen houden in dat over tien jaar 82 procent van het afval wordt gerecycled en dat 55 procent van de gebruikte grondstoffen bestaat uit duurzame biogrondstoffen of hergebruikte grondstoffen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.