Met een startkapitaal van 350 miljoen euro willen ABP en CBRE in de komende vijf jaar 1 miljard euro investeren in meer dan 3000 betaalbare en duurzame huurwoningen in het middensegment.
De eerste 121 huurwoningen worden in de nieuwe Utrechtse stadswijk Cartesius opgeleverd. In de komende maanden wil het samenwerkingsverband investeren in ongeveer 700 nieuwe huurwoningen.
Volgens ABP-bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen is het woningtekort in Nederland onverminderd hoog en zitten veel deelnemers van het pensioenfonds gevangen in een krappe huizenmarkt. ‘Door te investeren in betaalbare huurwoningen doen we waar ABP als langetermijnbelegger voor staat: samen bouwen aan een goed pensioen in een leefbare wereld.’
Interessant is dan natuurlijk welke rendement het ABP hiermee denkt te behalen. Als het enkel om een investering van het ABP zelf gaat hebben we het bij realisering van 3.000 betaalbare middenwoningen op dit moment al gauw over een investering van minimaal 1,2 tot 1,35 miljard en niet 1 miljard euro. Zouden de berekeningen van het ABP nog wel juist zijn?
Hielco Wiersma
Van belang is eveneens dat deze investering door het ABP wordt meegenomen bij het invaren per 1 januari 2027 naar het nieuwe pensioenstelsel (de W.T.P.). Nieuwe investeringen tot 1 januari 2027 zullen daarin net als alle andere investeringen in onroerend goed en beleggingen volgens de stand van zaken tot en met 31 december 2026 zichtbaar moeten zijn verwerkt.
Nieuwe investeringen in onroerend goed dienen dus te worden getaxeerd naar de toestand per 31 december 2026.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Interessant is dan natuurlijk welke rendement het ABP hiermee denkt te behalen. Als het enkel om een investering van het ABP zelf gaat hebben we het bij realisering van 3.000 betaalbare middenwoningen op dit moment al gauw over een investering van minimaal 1,2 tot 1,35 miljard en niet 1 miljard euro. Zouden de berekeningen van het ABP nog wel juist zijn?
Van belang is eveneens dat deze investering door het ABP wordt meegenomen bij het invaren per 1 januari 2027 naar het nieuwe pensioenstelsel (de W.T.P.). Nieuwe investeringen tot 1 januari 2027 zullen daarin net als alle andere investeringen in onroerend goed en beleggingen volgens de stand van zaken tot en met 31 december 2026 zichtbaar moeten zijn verwerkt.
Nieuwe investeringen in onroerend goed dienen dus te worden getaxeerd naar de toestand per 31 december 2026.