Gemeenten en provincies moeten bij het toekennen van subsidies in principe concurrentieruimte bieden, ook als het gaat om begrotingssubsidies. Dat oordeelt de Raad van State. Het feit dat een begrotingssubsidie niet wettelijk hoeft te specificeren voor welke activiteiten deze wordt verstrekt, en dat gemeenteraden en provinciale staten de begroting vaststellen, ontslaat bestuursorganen niet van de verplichting om gelijke kansen te bieden bij de subsidieverlening.
Overheden moeten concurrentie bieden bij toekennen subsidies
Alleen als objectief kan worden vastgesteld dat er maar één serieuze gegadigde is, mag de subsidie rechtstreeks worden toegekend

Rechtszaak
Aanleiding voor de uitspraak was een geschil rond de gemeente Peel en Maas, die Stichting Vorkmeer voor de periode 2024–2026 jaarlijks ruim 265.000 euro subsidie toekende. De stichting is sinds 2019 verantwoordelijk voor de inzet van combinatiefunctionarissen die binnen de gemeente sport, bewegen en cultuur stimuleren. Het bedrijf Negen B.V., dat vergelijkbare diensten levert aan andere gemeenten, stelde dat de gemeente een openbare, transparante en eerlijke procedure had moeten volgen, zodat ook zij in aanmerking kon komen voor de subsidie. Het college van burgemeester en wethouders wees dat bezwaar van de hand, met het argument dat de subsidieverlening past in het streven naar een duurzaam partnerschap met Vorkmeer.
Enige serieuze gegadigde
De Raad van State gaf Negen B.V. echter gelijk. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het college niet deugdelijk gemotiveerd waarom Vorkmeer op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria de enige serieuze gegadigde is. Peel en Maas moet nu opnieuw beslissen over de aanvraag. Daarbij kan het kiezen voor een tenderprocedure, of de subsidie aan de enige serieuze gegadigde verlenen.
Acht weken
De uitspraak volgt de lijn van de eerdere zogeheten Didam-arresten van de Hoge Raad en stelt dat de mededingingsruimte beperkt mag worden bij begrotingssubsidies, mits dit goed gemotiveerd gebeurt. Alleen als objectief kan worden vastgesteld dat er maar één serieuze gegadigde is, mag de subsidie rechtstreeks worden toegekend. Een bestuursorgaan dat van deze uitzondering gebruik wil maken, moet zijn voornemen minimaal acht weken van tevoren bekendmaken én onderbouwen waarom slechts één partij aan de gestelde criteria voldoet. Daarmee krijgen andere belanghebbenden de kans bezwaar te maken of de gehanteerde criteria ter discussie te stellen.
Komt het tot een bezwaar, dan moet de subsidieverstrekker in het definitieve besluit uitleggen waarom alsnog aan de criteria wordt voldaan en waarom eventuele andere partijen geen serieuze gegadigden zijn.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De extra bureaucratisering slaat weer toe.