De invoering van de verplichte actieve openbaarmaking van overheidsinformatie onder de Wet open overheid (Woo) en vergt meer tijd dan eerder voorzien. Dat laat demissionair minister Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een voortgangsbrief weten aan de Tweede Kamer. Ze gaat de Kamer later dit jaar opnieuw informeren over de voortgang en de definitieve inwerkingtredingsdata van de tweede tranche.
Actieve openbaarmaking is niet zo makkelijk geregeld
Er is meer tijd nodig voor de tweede tranche categorieën actieve openbaarmaking van de Woo, schrijft minister Uitermark.

Twaalf extra categorieën
Sinds 1 november vorig jaar zijn bestuursorganen verplicht om vijf informatiecategorieën actief openbaar te maken via de zogeheten generieke Woo-voorziening (open.overheid.nl). Deze eerste fase – de eerste tranche – is daarmee van kracht geworden. Tegelijkertijd wordt hard gewerkt aan de voorbereiding van de tweede tranche, die de actieve openbaarmaking van twaalf extra categorieën omvat.
Afstemming nodig
De verdere invoering vraagt volgens de minister om afstemming met verschillende partijen, waaronder de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO). Daarnaast is er technische doorontwikkeling nodig van de systemen waarmee informatie kan worden aangeleverd en vindbaar gemaakt via de Woo-voorziening. Deze zogenoemde aanlevermethoden zijn essentieel om aan de wettelijke vereisten te voldoen.
VNG en IPO hebben bovendien aangegeven de kosten voor aansluiting op de Woo-voorziening te willen bespreken tijdens het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFV) in september. Dat overleg is mede bepalend voor de verdere voortgang.
Hoewel het streven is dat rijksorganisaties al vanaf 1 juli 2025 starten met de gefaseerde openbaarmaking van documenten uit de tweede tranche, kan nog niet elk bestuursorgaan hieraan voldoen zolang de technische voorzieningen niet volledig operationeel zijn. De formele verplichting om aan te sluiten zal pas ingaan zodra de Woo-voorziening aan de gestelde eisen voldoet.
Extern onderzoek
De minister laat extern onderzoek doen naar de werking van de beslisnota’s. Die worden sinds 2021 actief openbaar gemaakt bij Kamerstukken om inzichtelijk te maken hoe besluitvorming tot stand is gekomen. Het onderzoek is in de afrondende fase, meldt de minister. Na de zomer gaat de bevindingen delen met de kamer.
Op dit moment loopt een onderzoek naar de uitvoeringslasten, kosten en (benodigde) capaciteit voor het afhandelen van Woo-verzoeken. Het is volgens de minister nog te vroeg om hierover te rapporteren. Ze hoopt het onderzoek eind dit jaar af te ronden.
Deze zomer start een werkgroep die aan de slag gaat met het ontwerpen van een efficiënt, responsief en uniform Woo-proces. Deze werkgroep neemt hierin ook de zogenoemde verkorte parafenroute mee. Die route laat zien dat besluiten sneller kunnen worden genomen, binnen het ministerie van BZK is de gemiddelde doorlooptijd op directeursniveau nu drie dagen korter dan voorheen.
Persoonlijke beleidsopvattingen
Morgen volgt er meer belangrijk Woo-nieuws. Dan publiceert de landsadvocaat zijn conclusie over de juiste interpretatie en toepassing van artikel 5.2.3. van de Woo. Volgens dit artikel moeten ‘persoonlijke beleidsopvattingen’ in documenten opgesteld ten behoeve van besluitvorming door bestuurders openbaar worden gemaakt. Deze toevoeging kwam voort uit ophef over het gebrek aan openheid als oorzaak van het Toeslagenschandaal. Ambtenaren, bestuurders en belangenverenigingen steggelen over de vraag hoe strak het artikel moet worden nageleefd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.