Gemeenten zien in toenemende mate meevallers in het sociaal domein. Dat blijkt uit een steekproef door adviesbureau Vanberkel onder de jaarrekeningen van gemeenten. Net als voorgaande jaren begrootten gemeenten flinke tekorten maar veranderde dit in de loop van het jaar juist in flinke overschotten. Wat opvalt ten opzichte van eerdere jaren is dat die afwijkingen zich steeds vaker voordoen in het sociaal domein.
Meevallers in het sociaal domein
Grote afwijkingen tussen de begroting en de jaarrekening komen steeds vaker voor in het sociaal domein.

Steekproef
Het gaat om een analyse van de jaarrekeningen over 2024, ten opzichte van de begrotingen over datzelfde jaar. De 51 gemeenten die Vanberkel onderzocht hadden in de begroting een gezamenlijk tekort van 95 miljoen euro. In de jaarrekeningen bleken ze echter tegen een gezamenlijk overschot van 463 miljoen euro aan te kijken.
Gemeentefonds
Dat gemeenten eerst tekorten begroten en vervolgens in de plus eindigen is een terugkerend patroon. Vanberkel constateert onder andere grote tussentijdse afwijkingen via het gemeentefonds. Ook lenen gemeenten minder en krijgen ze subsidie-voorschotten waar ze tijdens het begroten niet op kunnen rekenen.
Sociaal domein
Maar ook aan de uitgavenkant bevinden zich meevallers. Wat daarin opvalt is dat die meevallers zich sinds vorig jaar voor een groter deel in het sociaal domein bevinden. Hoewel er niet duidelijk te zeggen is waar precies in het sociaal domein, denkt Vanberkel dat vooral de uitgaven voor jeugdzorg onvoorspelbaar zijn.
Handelingsverlegen
Het adviesbureau benoemt daarnaast een belangrijke mogelijke verklaring voor de ‘meevallers’, die ook regelmatig door gemeenten zelf wordt benadrukt. Namelijk dat er door schaarste van middelen en personeel problemen zijn in de uitvoering van beleid en plannen. Hierdoor blijft geld langer dan begroot op de plank liggen.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Met name door de late ontvangsten bij de Gemeenten van de vereiste rijksmiddelen op de Jeugdzorg voor 2024 en 2025 zijn/worden de resultaten achteraf beter dan eerder was te voorzien. Noodzakelijke uitgaven en/of investeringen waren/zijn daardoor soms niet meer tijdig mogelijk. Op deze wijze kan iedereen voor gunstige(r) resultaten bij Gemeenten zorgen!