De externe inhuur van personeel blijkt lastig terug te dringen in provincieland. Utrecht slaagt daar nog het minst in. Vorig jaar ging in die provincie bijna een kwart van de totale loonsom richting externen. ‘The war for talent is hier bijzonder groot.’
Utrecht aanvoerder externe inhuur
Van alle provincies huurt Utrecht de meeste externen in. Toch moet het terugbrengen van de hoge kosten geen doel op zich worden.

Meer grip
Lag de uitgave aan externe inhuur in Utrecht in 2023 met ruim 21 procent al ver boven het gemiddelde van alle provincies, vorig jaar steeg dit tot 23 procent. Dat blijkt uit de Personeelsmonitor Provincies 2024 van het A&O fonds Provincies. Ook de Utrechtse Provinciale Staten was de hoge plek op de ranglijst opgevallen. Sterker nog, voor de Statenleden waren de uitkomsten van het A&O-onderzoek de directe aanleiding om het dagelijks provinciebestuur op te dragen meer grip te krijgen op personeelskosten.
Inhuurkader
Sinds juni ligt er daarom nu een heus kader voor externe inhuur. Dat inhuurkader begint met de zin dat ‘structurele arbeid wordt uitgevoerd door werknemers met een vaste of tijdelijke arbeidsovereenkomst’. Dit omdat het bijdraagt ‘aan stabiliteit, continuïteit en verbondenheid met de organisatie, wat ook weer kan bijdragen aan de geleverde kwaliteit’.
Chique, piek en ziek
Volgens het Utrechtse inhuurkader worden externen alleen ingezet bij zogenoemde ‘chique, piek en ziek’-situaties. ‘Chique’ betekent in dit verband dat er tijdelijk, vaak specialistische kennis nodig is die op dat moment intern niet voorhanden is. ‘Piek’ heeft betrekking op het inhuren van tijdelijke extra capaciteit in drukke periodes. ‘Ziek’ verwijst naar het inhuren van tijdelijk personeel als vervanging van zieke medewerkers in dienst van de provincie.
Hoe dan ook, er wordt gestuurd op zo kort mogelijk durende contracten
Afweging
Voordat er wordt overgegaan tot inhuur, moet er eerst een afweging worden gemaakt of de benodigde capaciteit kan worden opgevangen door een herprogrammering van taken. Als regel geldt verder dat er, voordat wordt overgegaan tot inhuur, een bedrijfseconomische afweging en een kosten/baten-afweging worden gemaakt. Hoe dan ook, er wordt gestuurd op zo kort mogelijk durende contracten. Er blijven dus wel arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mogelijk, maar daarbij moet sprake zijn van ‘een duidelijk beschreven opdracht of project waarvan de einddatum niet op voorhand vaststaat’. Maar langer dan vijf jaar mag het in geen geval duren.
Krapte
Volgens de Utrechtse gedeputeerde Has Bakker (D66) zijn er diverse factoren waarom de provincie, ondanks dat strakkere kader, niet om externe inhuur heen zal kunnen. Om te beginnen, zo stelt hij, is daar de context van de grote krapte op de arbeidsmarkt. Zeker, de provincie Utrecht ligt centraal en is dus makkelijk bereikbaar. Maar die centrale ligging geeft direct ook weer een nadeel. Bakker: ‘Er zitten hier in de buurt veel andere grote werkgevers die dezelfde mensen zoeken: juridisch en financieel specialisten. Denk bijvoorbeeld aan banken, accountantskantoren en andere overheidsorganisaties. Daarbij, Den Haag is niet zo ver weg. Ik bedoel, the war for talent is hier bijzonder groot.’
Wolf
Los van die concurrentie spelen volgens Bakker de opgaven en de ambities van de provincie een minstens zo grote rol. Die liggen er bijvoorbeeld op het gebied van energie, ecologie, natuur en milieu. De toekomst van het landelijk gebied, om er maar eens een grote opgave te noemen. Of de netcongestie. ‘En soms poppen er weer zaken op waarmee je als provincie acuut iets moet, zoals de wolf’, zegt de provinciebestuurder.
Geen doel
Onlangs zijn er door de provincies weer enkele grote projecten gestart. Juist vanwege die vele opgaven en ambities zal Utrecht volgens de gedeputeerde niet zonder externen kunnen. Zelfs valt niet uit te sluiten dat er in de toekomst een noodzaak ontstaat om van de gestelde inhuurkaders af te wijken. Bijvoorbeeld vanwege een zwaarwegend maatschappelijk belang, of bij de uitvoering van wettelijke taken. Officieel kan en mag dat alleen ‘beargumenteerd en binnen de wettelijke kaders’. En alleen de algemeen directeur, of diens vervanger, kan volgens het inhuurkader daartoe beslissen ‘met een onderbouwd advies’ dat keurig wordt omschreven in een afwijkingsverklaring. ‘Ja, we streven ernaar de inhuurcijfers naar beneden te krijgen’, verduidelijkt Bakker. ‘Maar het is geen doel op zich. Werk en ambities staan bij ons centraal.’
Boetes
Wat mogelijk helpt om de inhuur omlaag te krijgen, zo hoopt hij, is dat de wet tegen schijnzelfstandigheid – de Wet DBA (Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties) – goed wordt gehandhaafd. Bedrijven en organisaties die mensen als zzp’er inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig uitvoeren, kunnen sinds 1 januari boetes en naheffingen krijgen. Dat werpt mogelijk zijn vruchten af. Na jaren van flexibilisering en het van overheidswege aanmoedigen van het zzp-schap, zullen voormalige zzp’ers nu weer eerder overwegen bij de provincie in vaste dienst te treden. Maar wat vervolgens dan weer niet helpt, is dat het rijk aanzienlijk minder geld richting decentrale overheden wil laten vloeien. Veel van dat rijksgeld is bovendien incidenteel. Bakker: ‘Dat maakt het voor ons weer lastig meer mensen een vast contract aan te bieden.’
Volgens de gedeputeerde is het moeilijk nu al aan te geven of door de strakkere richtlijnen de inhuurcijfers naar beneden gaan in zijn organisatie. Hij heeft het gevoel van wel, maar harde cijfers kan hij helaas niet geven. Daarvoor is het nog te vroeg.
Lees het volledige verhaal over externe inhuur deze week in BB17 (inlog).
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het idee is dat je als opdrachtgever van inhuurpartners precies kunt aangeven wat je (tegen betaling) in een rapportage terug wilt zien van je ambities, en dit bij beroepsprocedures stand houdt, immers het zijn gerenommeerde bureaus waaraan niet getwijfeld kan worden. En zo gaat dit strategische spel al jaren zo bij deze provincie en haar vaste partners. Hier een voorbeeld van manipulatie en misleiding waar de gedeputeerde rode oortjes van kreeg n.a.v. vragen van de BBB....
https://www.stateninformatie.provincie-utrecht.nl/Documenten/Zoekgebied-43-CHER-HIA-en-bestuurlijke-transparantie-ingediend-door-BBB.pdf
Ook Overheden (inclusief Provincies) behoren zich zoveel mogelijk te houden aan de Roemer-norm van maximaal 10%. Overheden kunnen hiervoor interne richtlijnen instellen.