Het aantal bezwaren tegen de WOZ-waarde van woningen is de afgelopen jaren fors afgenomen. Dat blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie van de Waarderingskamer, de toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ.
Aantal WOZ-bezwaren in drie jaar bijna gehalveerd
De daling komt deels doordat gemeenten nauwkeuriger taxeren. Ook nieuwe regels die vergoedingen aan bezwaarbureaus beperken spelen een rol.

In april 2023 lag het aantal woningen met bezwaar nog op 7,2 procent (595.000). In april 2024 was dat gedaald naar 3,9 procent (325.000), en in april 2025 verder naar 3,3 procent (285.000). De afname is ook zichtbaar bij bezwaren die zijn ingediend via zogenoemde ‘no cure no pay’-bedrijven (NCNP). In 2023 ging het om 265.000 woningen, in 2024 om 169.000 en in 2025 om 152.000. Ook bij niet-woningen halveerde het aantal NCNP-bezwaren in twee jaar tijd: van 12.900 naar 6.700.
Positief signaal
Volgens de Waarderingskamer is de daling een positief signaal. Steeds minder huiseigenaren lijken aanleiding te zien om bezwaar te maken. ‘Een betrouwbare en begrijpelijke WOZ-waarde is cruciaal voor een eerlijke belastingheffing,’ stelt de toezichthouder.
Drie factoren dragen volgens de Waarderingskamer bij aan de daling. Gemeenten investeren meer in de kwaliteit van hun taxaties, waardoor de WOZ-waarden beter aansluiten bij de marktwaarde. Daarnaast is er meer transparantie gekomen over de wijze waarop de WOZ-waarde wordt bepaald. Ook wijzen de cijfers op het effect van maatregelen die de vergoeding aan NCNP-bureaus aan banden leggen.
De WOZ-waarde vormt de basis voor diverse belastingen, waaronder de OZB, waterschapsbelasting en inkomstenbelasting.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Sommige Gemeenten hebben overigens in 2024 en 2025 voor de totale Gemeentelijke belastingen klappers gemaakt van respectievelijk 14,5% en 12,9% of zelfs nog méér.
Voor de WOZ/OZB was het in sommige jaren (2023 en 2024) nog gortiger namelijk met respectievelijk 12,1% en 19,4% of méér.
In 2025 was er voor de WOZ/OZB wel een afname van de verhogingen te zien richting 4%.