De publieke en private sector moeten mensen meer helderheid geven over welke persoonsgegevens zij verwerken en hoe en waarom zij dit doen. Dat concludeert het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) uit het opinieonderzoek ‘Niets te verbergen en toch bang’, dat door Regioplan is uitgevoerd.
'Dataprivacy moet transparanter'
Overheid en bedrijven moeten meer helderheid verschaffen over hun verwerking van persoonsgegevens.
Uit het onderzoek blijkt dat burgers die zeggen ‘niets te verbergen te hebben’, toch schrikken als zij te horen krijgen wat er daadwerkelijk met hun gegevens gebeurt. Zij denken dat de intensievere verwerking van hun gegevens onvermijdelijk is en steken daarom volgens CBP hun kop in het zand. Conclusie: hun acceptatie is niet gebaseerd op vertrouwen in een zorgvuldig gebruik van hun gegevens.
“Burgers willen weten wíe, wáárom, wélke gegevens over hen bewaart en zo controle houden over de verwerking van hun persoonsgegevens. Dit vergt van publieke en private instellingen dat zij mensen helderheid geven over de aard van de persoonsgegevens die zij verwerken en het doel waarmee zij dit doen. Alleen dan kunnen burgers hun rechten op dit gebied uitoefenen”. Dit zegt Jacob Kohnstamm, voorzitter van het CBP en vice-voorzitter van de werkgroep van 27 Europese privacytoezichthouders uit de landen die vandaag, op 28 januari, de Europese Dag van de Privacy vieren.
Volgens het CBP laat het onderzoek van Regioplan zien dat burgers een zorgvuldig gebruik van hun persoonsgegevens acceptabel vinden als zij hierover maar goed zijn geïnformeerd en zij zelf de mogelijkheid krijgen schade te voorkomen of te herstellen. De overheid als wetgever kan vertrouwen van burgers winnen door bij het opstellen van nieuwe wetten en regels te zorgen voor voldoende bescherming en beveiliging van gegevensbestanden in de huidige informatiesamenleving.
Overheidsinstellingen en bedrijven zouden stevige concurrentie moeten hebben op het gebied van privacyvriendelijkheid. Ze zouden elkaar de tent uit moeten vechten, zodat de privacywaakhond achterover kan leunen, vindt Kohnstamm. Dat zou bij uitstek een manier zijn om het vertrouwen van de burger te winnen. (FBL)
