Door de wijze waarop in de GBA wordt omgegaan met de notatie van de geboortedatum van mensen waarvan die datum onbekend is, ontstaan er problemen als die personen gebruik wensen te maken van nieuwe elektronische dienstverlening of hun informatie wordt geverifieerd voor het landelijk EPD. Ook de onder sommige allochtonen gebruikelijke namenreeks als achternaam kan foutmeldingen opleveren. Dat stellen twee adviseurs van M&I/Partners.
'GBA-notatie leidt tot uitsluiting'
Voor personen met onbekende geboortedatum dreigen problemen bij EPD en e-diensten.
Het is nu gebruikelijk dat in de GBA onbekende geboortedagen, -maanden of zelfs -jaren worden vastgelegd met ‘00’, dus bijvoorbeeld 00-00-1959, voor iemand die ergens in 1959 is geboren. Zolang dat gebruik tot de GBA beperkt blijft is er geen probleem, menen Marnix van Welie en Antoon van Luxemburg van M&I/Partners, beiden betrokken bij onder andere de implementatie van e-dienstverlening bij gemeenten. “We zijn echter in een tijdperk aangeland waarin informatiesystemen niet meer op zichzelf staan. De GBA wordt straks door de gehele overheid gebruikt als basisadministratie voor personen. Dit betekent dat de eenmalig vastgelegde informatie uit de GBA in de gehele overheid, maar bijvoorbeeld ook de zorg, gebruikt moet kunnen worden. Dat heeft op haar beurt tot gevolg dat ook andere informatiesystemen om moeten kunnen gaan met persoonsinformatie die zijn oorsprong heeft in de GBA. En daar wringt de schoen.”
De ontvangende systemen kunnen vaak niet omgaan met die ‘00’-velden die via het SBV-Z en de landelijke GBA-V binnenkomen en resulteren in foutmeldingen. Gevolg is wellicht het mislopen van een inschrijving bij een zorginstelling of het niet kunnen gebruiken van elektronische diensten van de overheid. Bij de namenreeksen, die in het GBA in hun geheel als achternaam worden genoteerd zonder voornaam, ontstaat het probleem dat in de landelijk gedefinieerde e-formulieren de voornaam een verplicht veld is. Die personen vallen dus buiten de boot.
Het gaat bij beide problemen maar om een klein, maar uiteraard niet te negeren deel van de bevolking, aldus Van Welie en Van Luxemburg. “Al die instanties kiezen dan maar zelf een datum”, zegt Van Luxemburg. “Iemand met een onbekende geboortedatum krijgt bij de Belastingdienst, de IND of het ziekenhuis verschillende geboortedata. Als die instanties onderling informatie gaan uitwisselen gaan ze weer twijfelen of het dezelfde persoon is. Daar kan deze groep, die waarschijnlijk ook nog minder goed Nederlands spreekt, last van ondervinden.”
Als oplossing voor het datumprobleem stellen zij voor dat het GBA-gegevensmodel wordt uitgebreid met een rubriek waarin ten behoeve van de afnemers kan worden vastgelegd of de datum een op basis van geboortebewijs of burgerlijke stand gevalideerde geboortedatum is of een onder ede verklaarde datum met daarbij aangegeven of dat op het jaar, maand of dag nauwkeurig is. In de datum wordt dan altijd een geldige datum vastgelegd door de verantwoordelijk ambtenaar. Alleen de GBA-V en de koppelvlakken behoeven met deze aanpak enige aanpassing.
“Als je voor een knieoperatie in het ziekenhuis bent, maakt het helemaal niet uit wanneer je precies geboren bent. Dus kies dan gewoon een waarschijnlijke geboortedatum. Dat het eigenlijk onbekend is, zou je gewoon apart moeten vastleggen in de GBA.”
Het naamprobleem kan worden opgelost door de voornaam niet langer verplicht te stellen in de e-formulieren. (FB)