Juist voor de overheid zijn sociale media een nieuwe manier om met de burger in contact te komen. Twitteren verbieden, zoals de gemeente Dronten deed, is niet meer van deze tijd. In plaats van te sturen op incidenten, zouden overheden veel beter kunnen nadenken over de positie van de ambtenaar op het web, vindt Robin Effing, docent web-development en onderzoeker bij Saxion Hogeschool. Hij onderzocht de invloed van sociale media tijdens de lokale en landelijke verkiezingen van afgelopen jaar. Wat bleek: de inzet van sociale media tijdens de verkiezingen voor de Tweede Kamer heeft politici winst opgeleverd.
Sociale media leveren extra stemmen op
Een twitterende politicus met een Hyves-account wint meer stemmen dan zijn partijgenoot die geen sociale media inzet. Dat blijkt uit…
‘De politici die actief zijn met nieuwe media als Twitter, Hyves en YouTube hebben meer stemmen gewonnen dan hun partijgenoten die dat niet zijn’, concludeerden Effing en zijn onderzoeksteam van Saxion. Maar die vlieger ging niet voor elke partij op; vooral bij de Partij voor de Dieren en de Piratenpartij bleek de impact groot.
‘Vermoedelijk heeft het te maken met de aard van de doelgroep en
de manier van communiceren’, verklaart Effing. ‘Voor de Piratenpartij is dat voor de hand liggend en ook de Partij van de Dieren lijkt meer media-minded dan andere partijen.’
Bij partijen als de SGP en PVV was de invloed te verwaarlozen. Of dat nu met de doelgroep te maken heeft die er niet ontvankelijk voor is of dat een medium misschien niet effectief is ingezet – dat is gissen, aldus Effing. Een andere opvallende uitkomst van het onderzoek onder 676 politici is dat het inzetten van nieuwe media op zich nog geen effect hoeft te hebben op het aantal stemmen. ‘Hoe een medium wordt ingezet, blijkt ook belangrijk. Iemand moet wel daadwerkelijk iets te vertellen hebben.’ Twitteren dat je ‘even de hond uitlaat’ – zoals je volgens Effing vooral gemeentepolitici ziet doen – heeft geen zin.
Doorschieten kan ook. ‘Bij mensen die alleen maar online zijn en bij wijze van spreken ieder uur reageren, zie je een averechts effect. Blijkbaar ligt daar een kantelpunt.’ Bestuurders moeten zich dus realiseren dat de nieuwe media een toevoeging zijn aan het arsenaal van bestaande media, niet een vervanging daarvan. De Obama-case is een mooi voorbeeld van hoe iemand de regie kan voeren over sociale netwerken. ‘Maar bij Obama weet je niet zeker waar hij zijn stemmen aan dankt. In theorie zijn de sociale media belangrijk, maar het kan ook zijn charisma of standpunt zijn.’ Toch is de hype rond sociale media niet onterecht. Effing: ‘Bedenk dat 11 miljoen mensen een Hyves-account hebben. Natuurlijk is niet iedereen even actief, maar daar komen ook nog eens Twitter en andere sociale media bij. Bij jongeren is het een deel van hun leven.’
Het succes van sociale media zit in het feit dat ze het gebruik van internet menselijker maken. Ambtenaren die niet mogen twitteren, minister Ter Horst die elektronische media in de Tweede Kamer wil verbieden: het is het gevolg van onwetendheid, denkt Effing. ‘Verdiep je in hoe sociale media werken en wat ze doen’, adviseert hij iedere bestuurder. Handleidingen zijn nuttig, maar Effing stelt liever de volgende vraag: als je met de tekst die je twittert op een T-shirt door de stad zou moeten lopen, zou je het dan nog opschrijven? ‘Als het antwoord nee is, weet je waar de grens ligt.’
Ellen Nap
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
zou het niet eerder omgekeerd zijn: actieve politici krijgen meer stemmen dan niet zo actieve. en tevens twitteren actieve politici meer.
de conclusie "twitterende politici krijgen meer stemmen" is daarmee nog niet gerechtvaardigd!
wellicht is de conclusie wél gerechtvaardig dat actieve politici meer twitteren (want ze hebben gehoord dat dat meer stemmen oplevert...)