Veel jonge mensen durven tijdens hun arbeidsvoorwaardengesprek niet goed aan te geven wat ze nodig hebben. Ze vragen niet om een hoger salaris, stellen geen vragen over ontwikkelmogelijkheden en houden zich stil over hun gewenste aantal uren.
Vraag om wat je nodig hebt
Als we écht willen dat jonge mensen eigenaarschap pakken over hun werk en ontwikkeling, dan begint het bij: normaliseren dat je mag vragen.
Ik herken dat. Niet omdat het me niet interesseerde, maar omdat ik er op dat moment niet aan dacht om het te vragen. In mijn eerste banen voelde ik vooral: ‘Ik ben blij dat ik mag beginnen.’ Ik zag het als een kans – en kansen grijp je met beide handen, niet met onderhandelpraatjes.
Bescheidenheid was iets dat me ver bracht. Het hielp me luisteren, aanpassen, leren. Maar tijdens een arbeidsvoorwaardengesprek helpt het je niet. Dan heb je iets anders nodig: een stem die zegt wat je waard bent. En het lef om die serieus te nemen.
Het is een reflex die ik ook bij anderen zie. Jongeren die hun draai proberen te vinden in organisaties die vaak wél ambitie waarderen, maar dat zelden expliciet uitspreken. De impliciete norm is: wees loyaal, wees dienstbaar, wees vooral niet te aanwezig. In zo’n cultuur is onderhandelen niet vanzelfsprekend, zeker niet voor starters.
Vragen om wat je nodig hebt en wat je verdient, zou de norm moeten zijn
En toch ligt juist daar de sleutel. Onderzoeken wijzen uit dat jonge mensen, en dan met name vrouwen en mensen met een bi-culturele achtergrond, minder snel onderhandelen over hun eerste arbeidsvoorwaarden. En als ze het wel doen, voelen ze soms weerstand.
Als we écht willen dat jonge mensen eigenaarschap pakken over hun werk en ontwikkeling, dan begint het bij iets eenvoudigs: normaliseren dat je mag vragen. Dat het oké is om het gesprek aan te gaan. Dat je je ambitie niet klein hoeft te houden tot iemand anders het opmerkt.
En dat geldt niet alleen voor jonge mensen. Het vraagt ook iets van organisaties, van leidinggevenden, van collega’s. Om niet te fronsen bij een tegenvoorstel, maar te luisteren. Om vragen niet te zien als brutaal, maar als betrokken.
In alle eerlijkheid: ik leer het zelf nog steeds. Vragen durven stellen, ruimte innemen, opkomen voor wat ik nodig heb. Soms met knikkende knieën. Maar iedere keer dat ik het tóch doe, gebeurt er iets. Dan verschuift er iets in hoe ik mezelf zie én in hoe het systeem reageert.
Dus aan iedereen die denkt: ‘Zal ik dit wel vragen?’ Ja, dat mag. Sterker nog: het mag vaker, explicieter en zonder verontschuldiging.
Vragen om wat je nodig hebt en wat je verdient is geen uitzondering. Het zou de norm moeten zijn.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.