We kunnen in de ambtelijke wereld eindeloos overleggen. We maken draaiboeken, formats, werkvormen, afstemmingsmomenten, pre-meetings en post-meetings. Maar één ding blijft lastig: het gesprek voeren dat iedereen eigenlijk al voelt hangen. De roze olifant in de kamer.
De roze olifant
Hanane el Hadouchi herkent de roze olifant. Maar: ongemak mag erbij horen en er zijn juist veel handvatten om daar doorheen te bewegen.
Je herkent ’m aan de stiltes. Aan de zinnen die om iets heen draaien. ‘Misschien goed om daar later nog even op terug te komen.’ Of: ‘Dat raakt wel aan iets wat we breder moeten bekijken.’ Dan weet je: we zijn er al. Alleen zegt niemand het hardop.
Het bijzondere is: bijna altijd weet iedereen dat er iets speelt. En toch wachten we. Op de juiste sfeer. De juiste woorden. Of op iemand anders die het voortouw neemt. Soms komt dat moment nooit. En dan sijpelt het gesprek langzaam weg, zonder dat het echt gevoerd is.
In een opleiding die ik volg, komt dit thema regelmatig terug. Wat maakt een gesprek nou écht? Wat zorgt ervoor dat iemand zich uitspreekt — of juist stil blijft? Het fascinerende is dat het vaak niet over de inhoud gaat, maar over ruimte. Of je het gevoel hebt dat je iets mág zeggen. En of je het jezelf toestaat om iets te benoemen, ook als het schuurt.
Wat ik daar leer, is dat ongemak erbij mag horen — en dat er juist veel handvatten zijn om daar doorheen te bewegen. Soms zit het in een open vraag. Soms in het benoemen van wat je ziet gebeuren: “Ik zie je fronsen, klopt het dat je iets wil zeggen?” Dat kan al genoeg zijn om de spanning te doorbreken. Er is geen vast script om dat wat je voelt en observeert te doorbreken.
De roze olifant hoeft geen drama te zijn
Wat me daarbij opvalt: je ziet het heel vaak al gebeuren voordat iemand iets zegt. In houding, blikken, hoe mensen zitten of juist wegkijken. Non-verbale signalen vertellen je soms al genoeg — dat er spanning is, twijfel, of juist de wens om iets te delen. En dan denk ik: vele van ons voelen het, maar zeggen het niet hardop.
En eerlijk is eerlijk: ik herken het ook bij mezelf. Dat ik soms voel dat er iets in de lucht hangt, maar het niet benoem. Omdat ik de sfeer niet wil verstoren. Of omdat ik mezelf de ruimte niet geef om het wél te doen. Terwijl ik eigenlijk weet: dát is precies het moment waarop het er wél toe doet.
Ik probeer het steeds vaker wel te doen. Niet groots, niet zwaar. Gewoon zacht benoemen wat ik zie, en open laten of de ander iets wil zeggen. Meer hoeft het vaak niet te zijn.
We hoeven het ongemak ook niet groter te maken dan het is. Het vraagt geen perfecte timing of een groot gesprek. Soms is het gewoon een klein zinnetje. Een handreiking. Een beetje moed.
De roze olifant hoeft geen drama te zijn. Vaak is het gewoon een beginpunt. Een uitnodiging om elkaar echt te zien. En meestal blijkt: hij was minder eng dan we dachten. Gewoon roze. En een beetje stil..
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.