Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Wisselingen op het pluche

Het aantal wethouders dat in 2018 om politieke redenen ten val kwam is vergelijkbaar met dat in eerdere verkiezingsjaren. Wel is opvallend dat demissionaire wethouders niet langer veilig zijn: een recordaantal stapte op. Terugblik op de valpartijen en vervanging van wethouders in 2018.

11 januari 2019
vallende-wethouder---shutterstock.jpg
Shutterstock

Wethoudersonderzoek 2018

Het aantal wethouders dat in verkiezingsjaren tussentijds of vroegtijdig ten val komt vanwege een politieke vertrouwensbreuk is altijd beperkt. Zo ook in 2018. Voor de raadsverkiezingen in maart waren dat er 16. Erna vielen er 30. Het zijn aantallen die vergelijkbaar zijn met de valpartijen van wethouders voor en na vorige raadsverkiezingen (zie tabel rechts), zo blijkt uit het Wethoudersonderzoek 2018 dat in opdracht van Binnenlands Bestuur is uitgevoerd door DeCollegetafel.

Toch is er een opmerkelijk verschil. Meer dan ooit tevoren stapten demissionaire wethouders vroegtijdig op als gevolg van een politiek conflict. De belangrijkste verklaring daarvoor lijkt te zijn dat het politieke klimaat als gevolg van de zich doorgezette versplintering van de gemeenteraden verder is verhard. Politieke conflicten worden meer dan vroeger uitgevochten en ook demissionaire wethouders worden afgerekend op gemaakte fouten.

Het begon in Amstelveen en Gilze-Rijen met de val van demissionaire wethouders in de periode tussen de raadsverkiezingen en het aantreden van de nieuwe gemeenteraad. Jeroen Brandes (PvdA, Amstelveen) moest aftreden omdat hij in zijn wethoudersjaren in persoonlijke chatgesprekken met een 16-jarig meisje te ver was gegaan.

Willem Starreveld (Kern ’75, Gilze-Rijen) werd met een motie van ontslag de laan uitgestuurd omdat hij op Facebook en de krant ‘zich niet integer en grensoverschrijdend had uitgelaten over vertrouwelijke zaken en collega’s’.

Het demissionaire college van Barendrecht komt in de snelkookpan van de formatie ten val. De demissionaire wethouders van Echt voor Barendrecht, de winnaar van de verkiezingen die buiten de formatie wordt gehouden, zeggen het vertrouwen op in CDA-wethouder Luijendijk omdat die informatie zou hebben achtergehouden. In Weststellingwerf stapt Cor Trompetter (Sociaal Duurzaam Weststellingwerf) per direct op omdat zijn collega cruciale financiële informatie in de formatieonderhandelingen heeft achtergehouden.

Frans Kloosterman (CDA) stopt omdat het politieke klimaat in Weststellingwerf zo is veranderd dat hij als lijsttrekker geen ruimte meer ziet om opnieuw wethouder te worden.

Drankgebruik
Het veranderende speelveld tijdens de formatie is in Oss voor demissionair wethouder Gé Wagenmakers (VVD) reden om op te stappen. Hij zou te veel drinken en zich te bourgondisch gedragen waardoor zijn partij hem niet weer wil inzetten in een nieuw college.

Nog pijnlijker is het gedwongen vertrek van Jaap Melse in Veere. De voorman van SGP-ChristenUnie heeft zich schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling, onder meer bij de aankoop van appartementen in het nieuwe Duinhotel Tien Torens. Melse dacht de storm te overleven en opnieuw wethouder te worden, maar de uitkomst van een integriteitsonderzoek maakt duidelijk dat hij niet heeft gehandeld zoals een goed wethouder betaamt.

De demissionaire Leidse SP-wethouder Roos van Gelderen komt in het zicht van haar vertrek alsnog politiek ten val. Ze wilde aanvankelijk niet opstappen omdat zij toch zou gaan stoppen. Maar een paar dagen voor haar afscheid treedt Van Gelderen toch af om zo duidelijk te maken dat zij verantwoordelijk is voor de overschrijding van 1,2 miljoen euro voor de realisatie van 150 tijdelijke woningen voor statushouders en ex-daklozen.

Politieke verantwoordelijkheid eindigt niet met de verkiezingen, maar loopt door zo lang de wethouder nog demissionair in functie is, zo maakt het geval-Van Gelderen duidelijk. Het illustreert ook dat het ten val komen van wethouders op een falende of gebrekkige projectverantwoordelijkheid een van de belangrijkste persoonsgebonden valfactoren is voor wethouders.

Pex Langenberg kan erover mee praten. De Rotterdamse D66-wethouder komt een maand voor de verkiezingen ten val. Hij wordt verantwoordelijk gehouden voor de vertraging met een jaar en het oplopen van de kosten (90 miljoen euro extra) van de realisatie van een nieuwe metrolijn naar Hoek van Holland. Langenberg beseft dat hij politiek verantwoordelijk is. ‘Daarom voel ik mij genoodzaakt mijn functie als wethouder van Rotterdam neer te leggen’, aldus zijn toelichting.


Afbeelding


Dat het ene ov-project het andere niet is, toont de gang van zaken rond de realisatie van de Uithoflijn in Utrecht. De aanleg van de Utrechtse tramlijn loopt anderhalf jaar vertraging op en zou 84 tot 102 miljoen euro duurder worden. Bovendien heeft de verantwoordelijke wethouder Lot van Hooijdonk (GroenLinks) de raad niet tijdig geïnformeerd. Ook de aansturing van het project door Van Hooijdonk en collega Victor Everardt toont belangrijke tekortkomingen. Van Hooijdonk en haar collega krijgen een motie van afkeuring van de oppositie, maar blijven wethouder omdat de collegepartijen het vertrouwen hebben dat het allemaal nog goed gaat komen.

Nieuwe wethouders
Van Hooijdonk en Everardt mogen daarom in 2019 proberen de aanleg van de Uithoflijn, waarop al een Utrechtse gedeputeerde ten val kwam, alsnog tot een goed einde te brengen. Beiden behoren tot de minderheid van 588 wethouders die na de verkiezingen en collegeonderhandelingen doorgingen als wethouder. Na de formatie kwamen er 736 wethouders nieuw in het college, meestal omdat hun partij nieuw was, soms omdat zij in de plaats kwamen van een vertrokken of vervangen partijgenoot en af en toe wel met wethouderservaring in een andere gemeente.

De eerste nieuwelingen zijn inmiddels al weer uit het college verdwenen. Na de raadsverkiezingen kwamen er 30 wethouders tijdelijk of definitief ten val. Daaronder nieuwelingen als Angelika Pelsink (Hart voor Hilversum) en Marieke Munneke Smeets (Hart voor BNM, Gooise Meren) die zich beiden verslikken in het werk als wethouder en onoverkomelijke problemen krijgen met de raad. Integriteit is in een viertal gevallen de oorzaak voor het vertrek van wethouders.

Tjeerd Herrema (PvdA, Almere) moet opstappen nadat hij beticht was van seksuele intimidatie. Anastasia van der Lugt (VVD, IJsselstein) treedt af vanwege mogelijke belangenverstrengeling en beschuldigingen van intimidatie tegen ouders en werknemers van het kinderdagverblijf waar zij directeur was. Jeff Gardeniers (CDA, Leiderdorp) speelt een vertrouwelijke e-mail door naar zijn eigen fractie en anderen. Frank van Liempd (Lokaal Liberaal) neemt in het najaar ontslag vanwege zijn persoonlijke bemoeienis met de verhuur van een brugwachterswoning.


Afbeelding


Politiek verstoorde en verzuurde verhoudingen zijn ook na de verkiezingen de belangrijkste valfactor. De verdere versplintering van de gemeenteraden heeft niet geleid tot extra valpartijen van wethouders. Het zijn bekende conflicten over inhoudelijke meningsverschillen, zoals bij de breuk in de kersverse coalitie van Kapelle over de zondagsrust, of breuken in de coalitie als gevolg van gedoe en afsplitsingen in een van de coalitiefracties zoals in Krimpenerwaard en Oisterwijk.

In een enkele gemeente zijn de verhoudingen zo verstoord dat er sprake is van een verziekte bestuurscultuur. Bergen (NH) is daarvan hét voorbeeld. Twee nieuwe wethouders, Michiel van den Busken (Behoorlijk Bestuur Bergen) en Frits Westerkamp (Gemeentebelangen) stappen op. ‘Het werken werd mij onmogelijk gemaakt’, aldus Van den Busken.


GroenLinks-wethouders komen van buiten

Wethouders van GroenLinks komen vaak van buiten. Bijna zes op de tien GroenLinks-wethouders is van buiten de raad benoemd tot wethouder. Andere partijen blijven daar ver bij achter.

Liesbeth van Tongeren (Den Haag), Arno Bonte (Rotterdam), Linda Voortman (Utrecht), Kees Diepeveen (Utrecht), Jan van der Meer (Eindhoven), Jan Hoek (Almere), Marie-Therese Meijs (Haarlem), Ronald Paping (Arnhem), Cees van Eijk (Amersfoort), Jakobien Groeneveld (Zoetermeer), Leo Maat (Alphen aan den Rijn). Zo maar een elftal wethouders van GroenLinks dat nieuw is benoemd na de raadsverkiezingen en formatie van 2018. Wat zij gemeenschappelijk hebben is dat zij van buiten de raad zijn gekozen. GroenLinks heeft niet alleen in grote, maar ook in kleine gemeenten wethouders die van buiten de raad zijn benoemd: bijvoorbeeld Oetra Gopal (Tynaarlo), Yolan Koster (Bergen, NH) en Axel Boomgaars (Ouder Amstel).

GroenLinks heeft daarmee verhoudingsgewijs veruit de meeste wethouders zonder raadsverleden, bijna zes op de tien wethouders (zie tabel). Bij alle andere partijen is dat minder dan de helft. Lokale partijen hebben in absolute zin de meeste wethouders ‘van buiten’: in totaal 92. Van hen is echter minder dan een kwart benoemd van buiten de raad.

Driekwart van de 314 geïnstalleerde wethouders van lokale partijen zijn eerst als raadslid benoemd, nadat zij als lijsttrekker of prominente kandidaat stemmen voor hun partij hebben binnengehaald. Het benoemen van een wethouder van buiten de raad is sinds 2002 mogelijk. Toen werd de bepaling geschrapt dat een wethouder eerst lid van de raad moest zijn om tot wethouder te worden benoemd. Van de 1.315 wethouders die na de collegevorming van 2018 zijn benoemd, is twee derde deel (891) afkomstig uit de raad en een derde deel (424) komt van buiten de raad.

Meer overstappers
Een veel groter aantal wethouders dan na eerdere verkiezingen stapte over. Een elftal (demissionaire) wethouders uit onder meer Sliedrecht, Staphorst, Woerden, Tytsjerksteradiel, Vianen, Marum en Neerijnen maakte afgelopen zomer de overstap om in een andere gemeente wethouder te worden.

Benoeming van buiten de raad betekent dat de wethouder zowel in als buiten de gemeente kan wonen. Ruim een kwart van de herkozen wethouders is van buiten de raad gekozen. Het zijn ervaren wethouders die dus wel opnieuw wethouder wilden worden, maar vooral niet in de raad wilden worden gekozen.

Met name partijen die op tal van plekken nieuw in het college zijn gekomen, zoals GroenLinks, hebben wethouders van buiten de raad benoemd. Soms hadden die elders al ervaring als wethouder opgebouwd, zoals Leo Maat (voorheen Leiderdorp en Wassenaar) en Oetra Gopal (voorheen Hoogezand- Sappemeer). 


Afbeelding


Verantwoording 
Het Wethoudersonderzoek 2018 is uitgevoerd door DeCollegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur. De gegevens zijn verzameld op basis van publicaties op websites van (regionale) dagbladen, nieuwsmedia, politieke partijen en alle gemeenten.

Klik hier voor de lijst met gevallen wethouders


Correcties en aanvullingen (gepubliceerd in BB 02-2019, pagina 44):
In het artikel 'Wisselingen op het pluche' staat ten onrechte dat in Utrecht een motie van afkeuring ook tegen wethouder Victor Everhardt was gericht. Die motie was alleen aan wethouder van mobiliteit Lot van Hooijdonk geadresseerd. In een kader bij dat artikel (GroenLinks-wethouders komen van buiten) is vermeld dat de meeste van de genoemde wethouders geen raadsverleden hebben. Correcter was geweest als daaraan was toegevoegd: in de gemeente waar ze zijn benoemd. Linda Voortman, Jan Hoek, Marie-Thérèse Meijs, Ronald Paping, Arno Bonte en Jan van der Meer hebben als raadslid jarenlang ervaring opgedaan in een andere gemeente. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie