Michel Klijmij – Van der Laan (44) stapte in augustus 2024 op als GroenLinks-wethouder in de gemeente Gouda. Het liep spaak toen er politieke ophef ontstond over de verbouwing van het afvalbrengstation, die veel duurder uitviel dan begroot. ‘Niet mijn schuld, wel mijn verantwoordelijkheid’, zei hij toentertijd zelf over. Nu is hij terug, even verderop, in een veel kleinere gemeente: Midden-Delfland. En voor een andere partij: het lokale Open-Groen-Progressief Midden-Delfland (OGP). In het half jaar tot aan de gemeenteraadsverkiezingen wil de Goudenaar zeker niet alleen op de winkel passen: ‘Een stempel drukken is misschien wat groot, maar een stempeltje kan wel.’
Wethouder in blessuretijd: Michel Klijmij – Van der Laan
Kort voor de verkiezingen beginnen wethouders nog steeds aan een nieuwe klus. Wat drijft hen? Deel 2 van 3: Michel Klijmij – Van der Laan.

Een plek komt vrij
Ruimte ontstond er in het Midden-Delflandse college omdat Bart de Leede, ook van OGP, opstapte wegens gezondheidsredenen. Net als Klijmij – Van der Laan is De Leede van oorsprong een GroenLinkser. ‘Ik werd via-via benaderd’, vertelt de ondertussen geïnstalleerde wethouder. ‘Ik was alweer ergens anders aan het werk. Voordat ik wethouder in Gouda werd werkte ik als docent aardrijkskunde en ik was inmiddels ook alweer gestart aan een tijdelijke baan als leraar. Het balletje is gaan rollen toen iemand mij erop attendeerde dat ze bij OGP op zoek waren naar een nieuwe wethouder.’
Zorgvuldige overweging
Klijmij – Van der Laan zei niet meteen ‘ja’. ‘Ik kom van buiten, en de bestuursperiode is al vergevorderd. We moesten even kijken of het paste. Er zat ook nog haast achter, maar ik heb me eerst goed ingelezen in de lokale dossiers en wat de portefeuille zou behelzen. Het is best spannend. Je begint aan iets nieuws, en de verkiezingen komen er ook al aan. Er is geen garantie dat je daarna door mag gaan. Overigens was de keuze dit keer iets makkelijker dan toen ik in Gouda wethouder werd. Dat was nog korter voor de verkiezingen, en toen had ik gewoon een vaste baan. Eigenlijk ben ik wat dat betreft een soort ervaringsdeskundige als het gaat om laat beginnen in een college.’
Een keer verhuizen is niet erg, maar uiteindelijk zoek ik wel een plek waar ik een band mee kan opbouwen.
Geen rondreizende beroepsbestuurder
Ondanks die ervaring is het niet zijn ambitie om een soort rondreizende beroepsbestuurder te worden die invalt wanneer andere collegeleden ontslagen worden of hun ontslag indienen. ‘Ik ben meer van een vaste stek. Ik heb ook een gezin. Voor mijn kinderen wil ik stabiliteit.’ Toch zijn er nog geen afspraken met OGP gemaakt over zijn positie na de verkiezingen. ‘We gaan kijken hoe het wederzijds bevalt. Stel dat ik door kan gaan als wethouder zou dat betekenen dat ik volgend jaar moet verhuizen. Een keer verhuizen is niet erg, maar uiteindelijk zoek ik wel een plek waar ik een band mee kan opbouwen.’
Een kleinere gemeente
‘Tegelijkertijd is het wethouderschap wat dat betreft een bijzondere functie. En je kunt niet altijd wachten op een baan die er misschien niet komt. Die onzekerheid is lastig. Maar goed, Midden-Delfland is een leuke gemeente, ik voel een leuke klik en ik heb een leuke portefeuille. Het is natuurlijk een stuk kleiner dan Gouda, maar dat maakt het ook wat dichterbij en menselijker. Als grootste uitdaging ervaar ik tot nu toe dat je als kleine gemeente een stuk minder ambtelijke capaciteit hebt. De uitdagingen zijn kleiner, maar het zijn er wel net zo veel als in een grote gemeente. Je bent meer op jezelf aangewezen.’
Een nieuwe partij
Het programma van OGP sluit volgens de wethouder goed aan bij zijn eigen idealen als oud GroenLinks-raadslid. ‘Bart de Leede was ook een GroenLinkser, dat geeft vertrouwen. Ik ben zelf vooral van de groene kant van GroenLinks en dat is voor OGP ook erg belangrijk.’ Vooralsnog merkt hij niet echt een verschil tussen het functioneren van een lokale partij ten opzichte van een landelijke. ‘Ik merk vooral een verschil tussen het zijn van een wethouder van buiten en het toetreden tot een college vanuit de raad, zoals in Gouda het geval was. Je begint helemaal opnieuw en weet nog niks over de onderlinge verhoudingen.’
Blik van buiten
Zijn blik van buiten gaat hem helpen in de relatief korte periode tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2026, denkt hij. ‘Je wil in zo’n korte tijd nog wel dingen voor elkaar krijgen. Dan is het ergens wel fijn dat je overal neutraal in staat. Je neemt geen ‘dossierlast’ met je mee. Er zijn in Midden-Delfland best wat dossiers die al langer spelen en die in de komende periode nog naar de raad moeten. Daar ga ik me voor inzetten. Het is echt niet zo dat ik in deze korte periode nog een grote stempel wil gaan drukken en dat er een standbeeld voor mij moet komen. Maar een stempeltje kan wel, accenten leggen.’
Voor je het weet maak je een kwart van de raadsperiode beleidsarm.
Mandaat tot aan maart
‘We zijn soms ook heel netjes in de politiek’, beschouwt Klijmij – Van der Laan. ‘Dan zeggen we een half jaar voor de verkiezingen: we gaan het rustiger aan doen, we schuiven het door naar een nieuwe raad. Maar het mandaat van de huidige raad loopt gewoon tot aan maart. Ik vind het zonde om dat weg te gooien, een half jaar is nog best veel. En dan heeft een nieuw college ook nog opstarttijd nodig. Voor je het weet maak je een kwart van de raadsperiode beleidsarm.’
Geen tussenpaus
‘Een aantal mensen vroegen mij dat ook, of het een soort invalklus is. Maar ik zie mezelf helemaal niet als demissionair wethouder of iets dergelijks. Dan moet je deze baan ook niet aannemen. Als je ergens als ‘tussenpaus’ gaat zitten ben je volgens mij minder in staat om goede beslissingen te nemen. Na maart houdt de wereld niet op. Er is nog genoeg te doen.’
Dit interview is het tweede deel van een reeks artikelen. Het eerste deel van deze driedelige serie is hier te lezen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.