In 2020 ging Nederland ‘massaal digitaal’ in het bereiken en betrekken van inwoners.
Niet per se omdat het kon, maar misschien vooral omdat het moest (corona). Een peiling van onderzoeksbureau Citisens wijst uit dat participatie bij gemeentelijke bijeenkomsten inclusiever is geworden door het uitsluitend online organiseren ervan, maar de fysieke vorm geniet toch nog steeds de voorkeur.
Online sessies ok, maar fysiek geniet voorkeur
In 2020 ging Nederland ‘massaal digitaal’ in het bereiken en betrekken van inwoners. Niet per se omdat het kon, maar misschien…
Het onderzoeksbureau peilde bij een representatieve groep Nederlanders hun mening en ervaringen rondom de vraag: ‘Is participatie inclusiever geworden wanneer online georganiseerd, of sluiten we juist groepen mensen uit?’
Participatie
Van de bijna 3.000 respondenten gaf 30 procent aan sinds het voorjaar van 2020 te hebben deelgenomen aan een online participatie-activiteit van de gemeente en ook aan wélke activiteit ze hebben deelgenomen. Aan invullers die eerder (vóór corona) ook deelnamen aan een fysieke participatieactiviteit is gevraagd wat de voorkeur heeft: online of (toch) fysiek participeren. Over de hele linie blijkt toch de voorkeur uit te gaan naar fysiek op locatie (51 procent).
Zorgen en vragen
Op de stelling ‘mijn zorgen en vragen kan ik even goed inbrengen tijdens een online bewonersbijeenkomst (of webinar) als tijdens een fysieke bijeenkomst op locatie’ geeft het merendeel van de invullers aan dat dit even goed kan (55 procent).
Balans positief
Op basis van het onderzoek concludeert Citisens dat participatie inclusiever is geworden als deze, in verband met corona, uitsluitend online wordt georganiseerd. ‘Te zien is dat er in de afgelopen corona-periode een meer diverse groep inwoners deelneemt aan de uitgelichte participatie-activiteiten’, aldus het onderzoeksbureau.
Ook inhoudelijk lijkt de balans positief uit te slaan. Met de stelling ‘ik doe eerder mee aan een participatie-activiteit van mijn gemeente als deze online is dan als deze fysiek op locatie plaatsvindt’, is 52 procent het (zeer) eens en 22 procent het (zeer) oneens, de rest stemt neutraal.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 20 van deze week.