Werkt een klein bewonersinitiatief goed? Toch diskwalificeren, omdat je het niet kunt 'opschalen'. Maar vervult een buurthuis in een kleine wijkgemeenschap een waardevolle, langzaam gegroeide rol? Beloof dan tien kopieën ervan in de komende vier jaar. We zijn verslaafd aan opschalen en uniformeren.
Opgeschaalde boom
Door gemeenschappelijk organiseren ontstaat een netwerk van kennisdelers, afnemers en eigenaren van de gezamenlijke klus én nieuwe opties.
Nu er weer positieve agenda's getrokken worden, lopen we grote risico’s op opschalen en uniformeren. Want overdonderende tempo's en centrale sturing bestaan niet zonder. Terwijl we toch genoeg bewijs hebben dat lukraak willen opschalen en uitrollen ons van de regen in de drup kan helpen. Bevoegdheden van wijkverpleegkundigen werden opgeslokt door grote zorgorganisaties, mandaat van wijkagenten door de nationale politie, en ondertussen galmt de roep om de uitvoeringskracht van deze mensen al decennia in verkiezingsprogramma's.
Dorpsscholen verdwenen in scholenkoepels. Volkshuizen werden welzijnsdochters van enorme holdings, uiteraard met 'topbestuurders'. De afstanden werden groter, de zeggenschap kleiner, de kosten hoger en het aantal uitvallers ook. Ondertussen is in heel de gemeente Het Hogeland, waar Den Haag drie keer in past, geen bankfiliaal meer te vinden. Opgeschaald, afgeschaald, weggehaald. De paradox: we schaalden op voor efficiency, maar creëerden bureaucratie. We uniformeerden voor zekerheid, maar bouwden kwetsbaarheid in. Weg veerkracht, weg weerbaarheid, hallo verantwoordingsbureaucratie en hello private equity.
Maar dit is geen pleidooi tegen elke vorm van schaalvergroting. De kunst is de juiste schaal te kiezen voor wat je gemeenschappelijk wilt organiseren. Daar bakken we alleen niet veel van in onze markt- en overheidsorganisaties. In het domein van de samenwerking lukt dat beter. Neem de energiecoöperatie bij het vliegveld Teuge. Bewoners van het dorp en ondernemingen op het vliegveld richtten samen een coöperatie op. Ze legden zonnepanelen op het vliegveld, plaatsten een grote batterij, en voorzien nu zowel dorp als vliegveld van lokaal opgewekte stroom. Het dorp van het gas af, de elektrische vliegtuigen de lucht in. Deze mensen die samen hun energiebehoefte organiseren, opereren niet geïsoleerd. Ze gaan om met landelijke regelgeving, met de netbeheerder, met subsidiesystemen, met innovatieve onderzoekers. En ze leren van andere energiecoöperaties in Nederland.
We moeten het kunstje van coöperatieve praktijken weer leren beheersen
Drie principes zijn helpend om passende schalen te vinden:
Eén: kies een schaal waar samenwerking mogelijk is. De schaal waarop mensen die het aangaat er ook iets over te zeggen kunnen hebben en mede-eigenaar kunnen zijn.
Twee: kijk minstens één schaalniveau breder dan dat directe systeem. Een levenskrachtig systeem opereert immers in een context en is adaptief voor bijsturing en het pakken van kansen die zich aandienen. Dit vraagt openheid naar buiten: alleen gemeenschappen vol variëteit en openstaand naar de omgeving blijven levenskrachtig en voorkomen dat ze gesloten systemen worden die alleen hun eigen belang dienen en uiteindelijk imploderen.
En drie: kopiëren kan niet. Je kunt wel het ontwerpprincipe van een samenwerking elders toepassen, maar niet samenwerking zelf kopiëren. Elke plek vraagt om eigen inbedding, eigen eigenaren, eigen oplossingen, eigen ontwikkeling. Open deur, maar die zet ik toch even open.
Zoals een bos geen opgeschaalde of gekopieerde boom is, maar een ecosysteem waar allerlei organismen op verschillende schaalniveaus samenwerken, zo werken ook coöperatieve samenwerkingen. Zij hebben de benodigde variëteit, omdat in gelijkwaardige samenwerking iedereen de mogelijkheid én zeggenschap heeft om bij te dragen wat nodig is om te produceren wat nodig is. Terwijl in diezelfde samenwerking ook de kwaliteit en kosten in de smiezen worden gehouden door de mensen die iets moeten hebben aan het geproduceerde (ja, u herkent wellicht wat parallellen met een democratie).
Samenwerkingen, in de ruimte tussen staat, markt en organisaties in, benutten verschillende schaalniveaus voor de versterking, veerkracht en weerbaarheid van hun aanpak. Dat kan, omdat zulk lokaal initiatief de vrijheid heeft om passend te werk te gaan. Het gemeentelijk of soms landelijke systeem biedt wel infrastructuur en zorgt voor een rechtvaardig uitpakkend speelveld (of zou dat moeten doen).
Door het gemeenschappelijke organiseren ontstaat een netwerk van kennisdelers, afnemers en eigenaren van de gezamenlijke klus, waarbinnen ook weer nieuwe mogelijkheden ontstaan - zoals in een bos ook alles leeft niet náást, maar dóór elkaar. En zo ook wordt, bijvoorbeeld, de complexiteit van de netcongestie en duurzame energieproductie opgevroten. Of die van het inclusief onderwijs. Zorg in de buurt. Gezonde landbouw. Deze opgaven vragen om variëteit, op alle schalen tegelijk werken. Dat kunnen we in coöperatieve praktijken, die aloud zijn maar we een beetje vergeten waren. Dat is het kunstje dat we weer moeten leren beheersen. Kopiëren kan niet. Maar afkijken mag.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.