Volgens demissionair minister Foort van Oosten hebben gemeenten voldoende handvatten om online aangewakkerd jongerengeweld tegen te gaan. Er wordt gewerkt aan een regionale aanpak van jeugdcriminaliteit, waarbij de geleerde lessen ook andere gemeenten moeten inspireren.
‘Online uitingen functioneren als katalysator voor geweld’
Demissionair minister Van Oosten hoopt dat regionaal geleerde lessen gemeenten op den duur zullen helpen met online aangewakkerd geweld.
Online katalysator
Rivaliserende jongens die elkaar te lijf gaan had je ook in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Bij de Romeinen waren ze er vermoedelijk ook al. Relatief nieuw zijn de online aanleidingen voor geweldsincidenten, schrijft demissionair minister Foort van Oosten (Justitie en Veiligheid, VVD) in antwoord op Kamervragen. ‘Online uitingen kunnen hierbij functioneren als een katalysator. Het fenomeen kenmerkt zich door een hybride en fluïde karakter, waarin online en offline interacties en geweldsvormen met elkaar verweven zijn en ook de samenstelling van groepen regelmatig verandert.’
De Kamerleden Boswijk en Krul (beiden CDA) stelden hun vragen aan de minister in oktober, naar aanleiding van nieuwsberichten over rivaliserende jongerengroepen in de IJmond en de zorgen van bewoners over onveiligheid. Ze willen weten hoe politie en gemeenten omgaan met het signaleren van spanningen op sociale media.
Zeven-stappen-model
Voor problematische jeugdgroepen bestaat er een zogeheten zeven-stappen-model, antwoordt Van Oosten, waarin onder regie van de burgemeester wordt samengewerkt met de politie, jongerenwerk en het Openbaar Ministerie en waar nodig andere partijen, zoals reclassering en partners uit het sociaal domein. Het gaat om een combinatie van preventie, zorg en repressie aan de hand van zeven te doorlopen stappen. In 2023 werd het model aangepast zodat er meer aandacht kwam voor de inzet van online informatie.
Preventie met Gezag
De Kamerleden stellen voor om een proefaanpak te ontwikkelen voor kleinere gemeenten die te maken hebben met grootstedelijke problematiek van jeugdbendes en sociale media-incidenten, maar de demissionair minister ziet hier geen aanleiding voor.
Hij wijst op het programma Preventie met Gezag, waarin 27 gemeenten structurele middelen krijgen om geweld tussen groepen met een regionale aanpak te lijf te gaan. ‘Op basis van een analyse wie er verantwoordelijk is voor het geweld wordt geacteerd richting bepaalde jongeren. Met deze aanpak wordt momenteel ervaring opgedaan en de geleerde lessen kunnen gedeeld worden gedeeld met de andere gemeenten.’
Het Verwey-Jonker instituut doet momenteel onderzoek naar de aanpak van online geweld, als onderdeel van de aanpak van geweld in het publieke- en semipublieke domein. Hierin is ook aandacht voor de invloed van online uitingen op het ontstaan en de escalatie van daadwerkelijk geweld. Dit najaar krijgt de Tweede Kamer de uitkomsten van het onderzoek te horen en de bijbehorende beleidsvoornemens, schrijft Van Oosten.
Video's van slachtoffers
Eén van de problemen in de dynamiek van sociale media is dat de vechtende jongeren beeldmateriaal van slachtoffers online zetten. In juni 2023 is een initiatiefwetsvoorstel ingediend voor het strafbaar maken van het expres online zetten van beelden van mensen die dringend hulp nodig hebben of die ten gevolge van de situatie zijn overleden.
Over dit voorstel heeft de Afdeling advisering van Raad van State op 4 oktober 2023 advies uitgebracht. De Raad van State vroeg zich af of er wel genoeg draagvlak is om dit strafbaar te stellen, omdat veel mensen zich helemaal niet bewust zijn van wat het delen van zulke beelden betekent voor de slachtoffers en hun naasten. In het verslag van de Tweede Kamer en in het advies van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing zijn vervolgens vragen gesteld over de voorgestelde strafbaarstelling, die de initiatiefnemers, Boswijk (CDA) en Mutluer (GroenLinks-PvdA) nog moeten beantwoorden. Daarna neemt het demissionair Kabinet pas inhoudelijk stelling.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.