Overslaan en naar de inhoud gaan

Meer regionale vertegenwoordiging kan zoveel simpeler

Een nieuw kiesstelsel op basis van districten is onnodig complex. Gelukkig is er een simpel alternatief: het kieskringenstelsel.

Het voorgestelde nieuwe kiesstelsel van minister Uitermark zou moeten zorgen voor een betere regionale spreiding in de Tweede Kamer. Het kent echter veel nadelen: Tweede Kamerleden krijgen een onduidelijk mandaat, het is onnodig complex, mogelijk in strijd met de Grondwet en ook de kiezer zit er niet op te wachten. Gelukkig is er een simpel alternatief, het kieskringenstelsel.

Tot 1917 had Nederland een districtenstelsel. Bij het ontstaan van de moderne democratie was regionale vertegenwoordiging de basis vanwege de fysieke afstand tot het machtscentrum en het aanvankelijk ontbreken van duidelijke politieke stromen. De kandidaat met de meeste stemmen in een district kreeg het mandaat om de regionale belangen te behartigen. Met de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 verdween het districtenstelsel en verschoof het mandaat naar het vertegenwoordigen van politieke partijen. In het sterk verzuilde Nederland was het van groot belang dat minderheidsgroepen naar omvang van hun aanhang leden konden afvaardigen, waardoor evenredige vertegenwoordiging werd verankerd in de Grondwet. Nu, ruim honderd jaar later, klinkt de roep voor meer regionale vertegenwoordiging weer.

NSC vindt dat de belangen van niet-Randstedelijke regio’s onvoldoende worden bediend en heeft in het Hoofdlijnenakkoord een herziening van het kiesstelsel afgedwongen. Uit een uitgelekt voorstel lijkt minister Uitermark te kiezen voor een stelsel waarbij elke provincie, gebaseerd op haar inwonertal, een vast aantal zetels krijgt te verdelen, 125 in totaal. De overige 25 leden worden middels een ingewikkelde berekening, via zogeheten vereffeningszetels, gekozen op basis van de landelijke uitslag om de grondwettelijke evenredigheid te waarborgen. De gedachte is dat met meer Tweede Kamerleden uit de regio, er ook meer rekening wordt gehouden met de regio. En door persoonlijke profilering zullen volksvertegenwoordigers niet meer in de slipstream van de lijsttrekker worden gekozen, maar een eigen mandaat van kiezers krijgen.

Het probleem met dit voorstel is dat niet precies duidelijk is welk mandaat de kiezer nu precies afgeeft. De vertegenwoordiging van de provincie of van de politieke partij? De verdeling van landelijke én provinciale restzetels vergroot de complexiteit. Voor kiezers is het hiermee niet transparant wat er precies gebeurt met hun stem. Een recept voor toenemend politiek wantrouwen. Ook is het voor de politiek onduidelijk hoe de uitslag van verkiezingen te duiden. Staan de 125 “provinciale” leden echt alleen voor het provinciaal belang, zoals in een puur districtenstelsel parlementsleden er voor hun district zijn, en de 25 overige leden voor landelijke thema’s?

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Het voorstel voor een districtenstelsel is onnodig complex, mogelijk ongrondwettelijk en impopulair

Daarnaast roept het voorstel vragen op over de grondwettelijkheid. Vijfentwintig vereffeningszetels lijken voldoende om evenredige vertegenwoordiging te garanderen, maar dat hoeft niet zo te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een situatie met 26 partijen die in afzonderlijke kiesdistricten allemaal geen zetel bemachtigen, maar op basis van de landelijke verdeling daar wel recht op hebben. In dat geval komt er minimaal één partij bedrogen uit. Om zeker te zijn dat er geen Grondwetswijziging nodig is heeft de minister onderzoekers gevraagd duizenden varianten door te rekenen. Zij concluderen echter dat bij de variant van Uitermark “zelfs bij dertig vereffeningszetels niet valt uit te sluiten dat vijf of zelfs meer zetels terechtkomen bij politieke partijen die daar op grond van het huidige kiesstelsel geen recht op zouden hebben”.

Tot slot zit de kiezer ook niet te wachten op dit stelsel. Uit recent Ipsos I&O-onderzoek blijkt dat slechts 15 procent van de Nederlanders het (heel) belangrijk vindt om op een kandidaat uit de eigen provincie te stemmen. Driekwart (73%) hecht er juist aan om op zijn of haar favoriete kandidaat te stemmen, ongeacht waar de kandidaat vandaan komt. Al met al is slechts 13 procent voor het voorstel. Ook in niet-Randstedelijke provincies is nauwelijks enthousiasme.

Gelukkig is er een simpel alternatief: het kieskringenstelsel. Bij dit voorstel kunnen kiezers, net als in het voorstel van Uitermark, alleen kiezen voor kandidaten uit de eigen provincie. Of het publiek erop zit te wachten blijft dus de vraag, maar het kieskringenstelsel is veel minder complex en vereist slechts een kleine aanpassing van de Kieswet: kandidaten mogen voortaan nog maar in één kieskring op de lijst staan.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

De zetelverdeling in dit stelsel werkt op dezelfde manier als ons huidige stelsel. Partijen krijgen zetels naar omvang van het aantal uitgebrachte stemmen. Deze zetels worden bemenst door de kandidaten die in de afzonderlijke kieskringen de meeste stemmen krijgen. Dit zorgt automatisch voor een betere regionale vertegenwoordiging, terwijl het politieke mandaat ongewijzigd blijft. De leden die voor elke partij in de Tweede Kamer komen zullen een afspiegeling vormen van hun specifieke regionale achterban. Het is een kleine aanpassing die zorgt voor meer regionale ‘dynamiek’: kandidaten kunnen zich regionaal profileren en lijsttrekkers van de kleinere partijen moeten de juiste kieskring kiezen om in de Tweede Kamer te komen.

De onderzoekers schrijven zelf in het door minister Uitermark aangevraagde rapport: “(…) concludeerden we dat een kieskringenstelsel, dat sterk leunt op het huidige stelsel, maar politieke partijen verplicht in elk kiesdistrict een andere lijst aan te leveren, partijpolitiek minstens zo evenredig is als het meervoudige stelsel met vereffeningszetels”.

Het is vreemd dat de minister het kieskringenstelsel zelf niet in overweging neemt. Het huidige voorstel is onnodig complex, mogelijk ongrondwettelijk en impopulair. Via het eenvoudigere kieskringenstelsel kan de minister er toch voor zorgen dat de Tweede Kamer betere regionale vertegenwoordiging kent.

Harm Hartman (Insights Director Ipsos I&O) Asher van der Schelde (senior onderzoeker Ipsos I&O)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in