Overslaan en naar de inhoud gaan

Links-rechtspolarisatie verlamt Nederlandse politiek

Nederlanders geven democratie een 5,2.

verkiezingen
Beeld: Ipsos Publiek

Steeds minder kiezers zijn tevreden over de manier waarop de democratie werkt in Nederland: ze geven de democratie nu een 5,2, waar dat in 2018 nog een 6,4 was. Waarom de democratie niet naar tevredenheid werkt, daar denken kiezers heel verschillend over. Linkse en rechtse kiezers hebben hele andere democratische opvattingen. Ondanks de wil om in de politiek meer samen te werken, blijkt de concrete invulling van die samenwerking lastig. Zo blijkt uit onderzoek dat Ipsos I&O uitvoerde voor NRC.

Ipsos I&O: Peilpraat

Bekijk hier Peilpraat oktober. Verschuivingen na RTL-debat. Bekijk hier Peilpraat september: Wat vinden kiezers van uitsluiten? Bekijk hier Peilpraat mei: Is er toekomst voor NSC? Bekijk hier Peilpraat april: Tevredenheid met kabinet op dieptepunt, welke alternatieven zien kiezers? Bekijk hier Peilpraat maart: Hoe internationale spanningen de Nederlandse politiek beinvloeden. Bekijk hier Peilpraat februari: De hardwerkende Nederlander en potentie voor nieuwe linkse partij. 

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober onderzocht Ipsos I&O in opdracht van NRC hoe kiezers denken over de democratie en het politieke klimaat in Nederland. Hier leest u het artikel dat NRC over het onderzoek publiceerde. 

Uit het onderzoek blijkt dat veel kiezers ontevreden zijn over de democratie, maar ook hele verschillende opvattingen hebben over hoe de democratie dan wél moet functioneren. Dat werkt door in hun verwachtingen van de politiek. Ondanks een breed gedeelde wens om verschillen te overbruggen, bestaat onder kiezers ook veel weerstand tegen samenwerken met hun ideologische tegenpool.  

Ipsos I&O: Peilpraat

Bekijk hier Peilpraat oktober. Verschuivingen na RTL-debat. Bekijk hier Peilpraat september: Wat vinden kiezers van uitsluiten? Bekijk hier Peilpraat mei: Is er toekomst voor NSC? Bekijk hier Peilpraat april: Tevredenheid met kabinet op dieptepunt, welke alternatieven zien kiezers? Bekijk hier Peilpraat maart: Hoe internationale spanningen de Nederlandse politiek beinvloeden. Bekijk hier Peilpraat februari: De hardwerkende Nederlander en potentie voor nieuwe linkse partij. 

Tevredenheid met democratie fors afgenomen

Slechts de helft van de Nederlanders (49%) is tevreden met de manier waarop de democratie werkt in Nederland. Zij geven de democratie een 6 of hoger (op een schaal van 10). De andere helft (46%) is ontevreden. Gemiddeld krijgt de democratie een 5,2. Daarmee is de tevredenheid over het functioneren van de Nederlandse democratie op dit moment fors lager dan in eerdere jaren: het gemiddelde cijfer daalde van een 6,4 in 2018, naar een 5,9 in 2023, naar een 5,2 nu.

Met name rechts-conservatieve kiezers zijn ontevreden. Kiezers van FvD, PVV, BBB, en JA21 geven meestal een onvoldoende. Links-progressieve en centrumrechtse kiezers zijn in de meeste gevallen wel tevreden. Dit volgt een patroon dat we vaker zien – linkse kiezers hebben meer vertrouwen in instituties en de politiek, met name rechts-conservatieve kiezers zijn wantrouwend. Het hangt ook samen met opleidingsniveau: hoger opgeleiden geven de Nederlandse democratie gemiddeld een 5,5, lager opgeleiden een 4,7.

Het dilemma van de ambtenaar: tegenkracht of tegenmacht?

Bekijk hier de video.

Veiligheidsmonitor

grafiek

Figuur 1: Hoe tevreden bent u met de manier waarop de democratie werkt in Nederland?  ‘Kunt u dit aangeven op een schaal van 1 tot 10? Hier wordt het democratische systeem ‘in de praktijk’ bedoeld.’  Niet getoond: % weet niet (omgerekend naar 100%). Basis: allen (n = 2.319).

Het dilemma van de ambtenaar: tegenkracht of tegenmacht?

Bekijk hier de video.

Links en rechts hebben andere redenen voor ontevredenheid

Als we ontevreden kiezers in een open vraag vragen hun ontevredenheid met de democratie uit te leggen, wijzen velen op de slechte omgangsvormen, het gebrek aan samenwerking en het ontbreken van effectief beleid. Kiezers van vrijwel alle politieke partijen zeggen dit.

Maar er zijn ook duidelijke politieke verschillen. Ontevreden kiezers van rechts-conservatieve partijen (PVV, JA21, BBB, FvD) zeggen vaak dat ‘de wil van het volk’ niet voldoende wordt gehoord door de politiek. Bijvoorbeeld omdat de PVV wordt uitgesloten als coalitiepartner en Geert Wilders na de vorige verkiezingen geen premier werd. Maar deze kiezers zeggen ook dat het de politiek niet lukt om beleid te maken dat ‘de meerderheid wil’ – zij zeggen dit vaak in het algemeen, maar soms ook over specifieke beleidsterreinen, zoals migratie.

Kiezers van links-progressieve partijen (GL-PvdA, PvdD, D66, Volt) uiten juist vaker zorgen over populisme en polarisatie – ‘mede aangezet door het kabinet’. Zij zeggen dat de democratie onder druk staat, door fysieke dreigingen (zoals de gewelddadige anti-immigratiedemonstratie in Den Haag van 20 september), maar ook doordat politici niet genoeg respect hebben voor instituties.

Veiligheidsmonitor

Verschillende interpretaties van de democratie

Dat links en rechts verschillende interpretaties hebben van de democratie, zien we zien we nog explicieter wanneer we een aantal stellingen voorleggen. Links-progressieve en centrumrechtse kiezers vinden vaker dat ‘de rechtsstaat boven alles beschermd moet worden, ook als dit besluiten tegenhoudt die de meerderheid van de burgers wil’. Rechts-conservatieve kiezers vinden juist vaker: ‘besluiten die de meerderheid van de burgers wil moeten worden uitgevoerd, zelfs als ze de rechtsstaat uitdagen of aanpassen’.

grafiek

Figuur 2: Tegenstelling over rechtsstaat en volkswil, naar politieke voorkeur. Niet getoond in figuur: % beide stellingen passen even goed  en % weet niet. Basis: allen (n = 2.319).

Linkse en centrumrechtse kiezers vinden daarnaast vaker dat ‘politici harde besluiten moeten durven nemen’ en ‘de overheid beleid moet baseren op wetenschappelijke adviezen van experts’, ook als dat ingaat tegen wat de meerderheid van de burgers wil. Rechts-conservatieve kiezers kiezen juist voor de volkswil.

Meer samenwerking gewenst, maar links en rechts steken nog geen hand naar elkaar uit

De helft van de Nederlanders vindt dat ‘in een volgende coalitie linkse en rechtse partijen moeten samenwerken om het land bestuurbaar te houden (51%). Slechts 18 procent vindt dat niet (de rest staat er neutraal tegenover of weet het niet).

Maar, als we kiezers vragen welke specifieke partij(en) zij zien als mogelijke coalitiepartners van hun voorkeurspartij in een nieuw kabinet, zien we nog weinig enthousiasme voor samenwerking met partijen aan de andere kant van het ideologische spectrum.

Zo ziet slechts 8 procent van de VVD-kiezers regeren met GL-PvdA zitten, 56 procent wil dat absoluut niet. De afgelopen tijd nam het aandeel dat dit niet wil, ook wat toe. In november 2023 ging het nog om 44 procent. Hier past wel de kanttekening bij dat de VVD toen 24 zetels haalde en nu op 13 zetels staat – degenen die wel willen samenwerken met GL-PvdA ten dele vertrokken bij de partij. Andersom wil 42 procent van de GL-PvdA-kiezers absoluut niet met VVD samenwerken (was 37% in 2023), 4 procent wil dat wel. 

Onderzoeksverantwoording

Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit in opdracht van NRC. Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 26 tot maandagochtend 29 september 2025. In totaal werkten 2.319 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. Een deel (n = 215) deed mee via PanelClix. Dit zijn voornamelijk jongeren, lager opgeleiden en respondenten met een niet-westerse achtergrond.

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.

Meer weten?

Neem voor meer informatie contact op met:

- Maartje van de Koppel, Onderzoeker
- Sjoerd van Heck, Onderzoeksadviseur

Piet Heinkade 55
1019 GM Amsterdam

Ipsos I&O: Peilpraat

Bekijk hier Peilpraat oktober. Verschuivingen na RTL-debat. Bekijk hier Peilpraat september: Wat vinden kiezers van uitsluiten? Bekijk hier Peilpraat mei: Is er toekomst voor NSC? Bekijk hier Peilpraat april: Tevredenheid met kabinet op dieptepunt, welke alternatieven zien kiezers? Bekijk hier Peilpraat maart: Hoe internationale spanningen de Nederlandse politiek beinvloeden. Bekijk hier Peilpraat februari: De hardwerkende Nederlander en potentie voor nieuwe linkse partij. 

Het dilemma van de ambtenaar: tegenkracht of tegenmacht?

Bekijk hier de video.

Veiligheidsmonitor

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in