Er is geen plek waar de burger meer centraal staat dan bij het inspreken. Althans, dat is het officiële verhaal. Een soort rituele dans waarin de gewone sterveling soms probeert nog iets van idealisme overeind te houden. Deze mag in luttele minuten zijn of haar zegje doen tegenover een muur van lokaal bestuur. Een schitterend voorbeeld van de schijn van participatie, verpakt in een strikt procedureel keurslijf.
De burger aan het woord, maar niet te lang graag
Inspreken zou het hoogmisje van burgerparticipatie moeten zijn. En niet de schijn van participatie verpakt in een procedureel keurslijf.
Het begint allemaal bij de griffie. De gemiddelde inwoner heeft geen flauw idee wat een griffie is of doet. Voor veel inwoners klinkt het als iets met veel koffie, beleidsnota’s en mensen die je vriendelijk maar beslist uitleggen waarom iets niet kan. De nadruk van het werk van de griffie ligt op het goed informeren van raadsleden, zodat de democratie kan floreren. Wat niet meevalt met een gezelschap dat redeneert vanuit een mix van idealen, kennis en vooroordelen. In de praktijk sloven een paar loyale ambtenaren zich uit om de volksvertegenwoordigers tevreden te houden. En dat lukt nu eenmaal het beste door de burger op veilige afstand te houden.
Het inspreken is een soort karaoke voor de democratie, waarbij de microfoon na één couplet resoluut wordt uitgezet
Want laten we eerlijk zijn: raadsleden vinden die insprekers maar gedoe. Die komen ineens met emoties, anekdotes en vragen waar je niet met een beleidsregel onderuit komt. Gelukkig zijn daar protocollen voor te bedenken. De griffie stuurt dan ook vooraf een keurig document, waarin staat dat de inspreker zich aan de tijd moet houden, geen ambtenaren mag benoemen, niet mag uitweiden en vooral niet mag vergeten van tevoren te oefenen. Mocht diegene denken na vijf minuten nog te kunnen reageren, dan blijkt dat een groot misverstand. Het inspreken is een soort karaoke voor de democratie, waarbij de microfoon na één couplet resoluut wordt uitgezet.
Komt u op tijd? Mooi. De gemeenteraad meestal niet. Eerst wordt nog uitgebreid stilgestaan bij een onderwerp in jargon voor insiders. Dan volgt een pauze en rustig een kopje koffie. Het is tenslotte de gemeenteraad die gastvrijheid definieert. Uiteindelijk mag de nerveuze inspreker een punt maken. Deze is weliswaar goed voorbereid, maar krijgt toch het gevoel een kerk te betreden. Vijf minuten. Niet zes. Mocht een raadslid zich daartoe geroepen voelen, dan mag deze nog een vraag stellen. En daarna verdampt het betoog in de ruimte. Met de koude douche van de procedure en het strakke tijdschema.
Waarschijnlijk is dit niet uitzonderlijk. Een blik op de websites van willekeurige gemeenten straalt eenzelfde dedain uit. Maar een echt cliëntgerichte gemeente doet dit anders. Inspreken zou de hoogmis van burgerparticipatie moeten zijn. Iets waarvoor de gemeenteraad, geheel vrijwillig en uit pure betrokkenheid, de agenda onderbreekt om een meestal bezorgde inwoner zijn of haar zegje te laten doen. De inspreker wordt warm welkom geheten. Er wordt geluisterd, doorgevraagd en meegedacht. De voorzitter buigt zich niet over de klok, maar over de boodschap. De griffie zorgt naast wat tips vooraf voor sfeer, rust en respect. Want die inwoner komt niet dagelijks. Wie zijn hart komt uitstorten voor de gemeenteraad verdient meer dan een stopwatch en een beleefde knik.
Piet van Mourik
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Chapeau
Hoewel ik de praktijk van beide zijdes ken is het niet overal zo erg
Maar dat de klok centraal staat is helaas maar al te waar