De regels in de bijstand moeten eenvoudiger worden, meer ruimte voor maatwerk bieden en meer uitgaan van vertrouwen. Dat zijn de voorlopige uitkomsten van gesprekken die minister Wouter Koolmees heeft gevoerd met gemeenten. De minister en gemeenten zijn het erover eens dat het tijd is voor een fundamentele herziening van de Participatiewet.
Wet moet uitgaan van vertrouwen, vindt Koolmees
'Het onder de loep nemen van de Participatiewet past in een bredere discussie die zowel politiek, maatschappelijk als in de media wordt…
Menselijke maat
Het daadwerkelijk wijzigen van de wet laat minister Koolmees (D66, Sociale Zaken en Werkgelegenheid) vanwege zijn demissionaire status weliswaar aan zijn opvolger over, maar hij wil al wel een aantal mogelijke aanpassingen gaan uitwerken. Dat doet hij op basis van 'constructieve en open gesprekken' met gemeenten, waarin een aantal 'hardheden' in de Participatiewet naar voren zijn gekomen. Het blijkt dat er niet altijd genoeg oog is voor de menselijke maat, en dat regels en uitvoering soms onevenredig hard uitpakken.
Discussie
'Het onder de loep nemen van de Participatiewet past in een bredere discussie die zowel politiek, maatschappelijk als in de media wordt gevoerd', schrijft Koolmees in een kamerbrief over die gesprekken. Zo is er de afgelopen tijd in de media en de politiek aandacht geweest voor giften (zoals boodschappen) aan bijstandsgerechtigden of ggz-patiënten die door gedwongen opname hun uitkering kwijtraken. Ook pleitte de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onlangs voor een fundamentele herziening van de Participatiewet.
Vertrouwen
Eén van de rode draden in de problemen die gemeenten noemen is het gebrekkige vertrouwen tussen de overheid en de burger. Sancties die zijn bedoeld om bewuste fraudeurs af te schrikken, worden ook toegepast op mensen die de regels onbewust overtreden. Om dat te voorkomen, is er behoefte aan meer vertrouwen in de welwillendheid van mensen in de bijstand. Het betekent ook dat regels eenvoudiger en herkenbaarder moeten worden, zodat het naleven ervan minder beslag legt op het denk- en doenvermogen van burgers.
Maatwerk
Ook het toepassen van maatwerk is een knelpunt. De ruimte daarvoor is beperkt, constateert Koolmees. Dat komt door strakke regelgeving, maar ook een gebrek aan uitvoeringscapaciteit. Als de wet beter aansluit op wat mensen in de bijstand nodig hebben, is er ook minder behoefte aan maatwerk, waardoor de dienstverlening meer tijd overhoudt om in de overblijvende uitzonderingsgevallen alsnog effectief maatwerk te bieden.
Vakmanschap
Oplossingen voor de hardheden liggen zowel op het gebied van de regelgeving als de uitvoering. Zo is vertrouwen deels een kwestie van bejegening door uitvoerders, maar ook deels van wettelijke kaders die een houding van vertrouwen al dan niet stimuleren. Gemeenten geven ook aan dat er behoefte is aan een investering in vakmanschap in de uitvoering – kortom: meer en beter opgeleid personeel.
Balans
Koolmees benadrukt wel dat het aanpakken van hardheden niet betekent dat hij de bestrijding van bijstandsfraude uit het oog verliest. 'Het gaat om de juiste balans tussen oog voor de menselijke maat, recht doen aan het vangnetkarakter van de bijstand en behoud van solidariteit en draagvlak voor het sociale zekerheidsstelsel', aldus de minister.
Bestaanszekerheid
In de brief heeft Koolmees het niet over de hoogte van de uitkeringen. Toch moet ook daar naar worden gekeken, schrijft de VNG in een reactie. 'De bestaanszekerheid schiet namelijk tekort', schrijft de VNG, 'een uitkering (ook met toeslagen) is voor veel mensen onvoldoende om in het levensonderhoud te kunnen voorzien.'
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De basis van alle ondersteuning moet volkomen terecht een basis van vertrouwen zijn. Als we doorslaan naar de andere kant, zien we de basisvraag om ondersteuning namelijk niet meer en is passende ondersteuning ook niet mogelijk.
Allemaal prima als de aan te passen wetgeving maar geldt op landelijk niveau, dus voor alle gemeenten.