Met de decentralisatie van zorgtaken en het van kracht worden van het VN-Verdrag Handicap hebben gemeenten de komende jaren een flinke klus te klaren. Een klus die aanmerkelijk verder reikt dan het beter toegankelijk maken van de publieke ruimte.
Onafhankelijk leven is voortaan een gemeentetaak
In het huidige stelsel worden de kaders waarbinnen mensen ondersteund worden of moeten participeren, maar al te vaak bepaald door…
Dat werd onlangs nog eens goed duidelijk tijdens het Congres Gelijk=Gelijk, waar 500 ervaringsdeskundigen hun wensen en verwachtingen ten aanzien van het VN-Verdrag Handicap met elkaar deelden. Het College voor de Rechten van de Mens liet in een presentatie zien dat het VN-Verdrag grote implicaties heeft voor gemeenten. Het verdrag vraagt specifieke inspanningen op zo’n beetje alle gemeentedomeinen. Dan gaat het om jeugdbeleid, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk, inkomen en participatie, verkeer en vervoer, veiligheid, calamiteitenbeleid, bouwen, wonen, openbare ruimten en gebouwen, verkiezingen, informatie, cultuur, recreatie en sportvoorzieningen. Geen sine cure.
Het VN-Verdrag gaat, anders dan vaak wordt gedacht, niet alleen over de toegang die de gehandicapte mens moet krijgen tot de wereld van de niet-gehandicapte mens, maar vooral over de mogelijkheid om – ondanks beperking of chronische aandoening – op gelijke voet te kunnen participeren in de samenleving. Het vormgeven aan het recht op een zogenoemd ‘onafhankelijk leven’ (Independent Living) is daarbij misschien wel de uitdagendste opgave voor gemeenten.
Het concept van Independent living is in de jaren zestig in Californië ontstaan binnen de emancipatiebeweging van mensen met zware beperkingen. Zij verzetten zich tegen het paternalisme waarmee ze in de zorg en samenleving werden bejegend en de talloze beperkingen waar ze tegenaan liepen. Ze wilden weg uit de instituten, zich bevrijden uit een medisch keurslijf en eindelijk zelf de controle krijgen over hun eigen leven. Sindsdien heeft deze beweging zich naar talloze landen uitgebreid. Kortom, het is inmiddels een internationale beweging geworden met als gemeenschappelijk doel: zelfbeschikking en volledige integratie.
Het VN-Verdrag is in wezen een verdere uitwerking van het concept onafhankelijk leven. Het verdrag stelt dat mensen met een beperking aanspraak moeten kunnen maken op zaken die voor andere burgers vanzelfsprekend zijn. Zoals vrijheid, het recht om te participeren, keuzevrijheid en regie over het eigen leven. Een toegankelijk omgeving is daarbij een basisvoorwaarde. Want hoe toegankelijker de omgeving, hoe minder speciale voorzieningen er nodig zijn om in vrijheid te kunnen meedoen in de samenleving. Bij zelfbeschikking hoort echter ook keuzevrijheid en eigen regie. Dus zelf kunnen bepalen hoe zorg en ondersteuning worden ingevuld en ook echt iets te kiezen hebben als het gaat om een aangepaste woning of een speciale woonvorm.
Uitgangspunt is dat mensen met een beperking zelf het beste weten wat hun problemen zijn en hoe die het beste kunnen worden opgelost. Dat lijkt een open deur. Maar in het huidige stelsel worden de kaders waarbinnen mensen ondersteund worden of moeten participeren, maar al te vaak bepaald door bestuurders, beleidsmakers of professionals. Met de beste bedoelingen zijn we met zijn allen vaak nog behoorlijk paternalistisch. En dus voelen mensen met een beperking zich vaak niet gelijkwaardig bejegend en zijn er veel klachten over het gebrek aan samenspraak bij zorg en ondersteuning, wonen, vervoer, onderwijs en werkvoorzieningen.
Dat moet van nu af aan echt anders. En dat begint ermee, dat we inzien dat mensen met een beperking heel gewone mensen zijn. Die zelf willen bepalen hoe ze hun leven willen inrichten en daar ook recht op hebben! Net als u en ik.
Illya Soffer, directeur Ieder(in)
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Dus om onafhankelijk te kunnen leven zijn mensen afhankelijk van de overheid.
Als we vinden dat iedereen een bijdrage moet kunnen leveren in de inclusieve samenleving dan is een gelijk speelveld met gelijke kansen - dus óók voor gehandicapten - essentieel. Afhankelijk en onafhankelijkheid zijn daarmee twee kanten van dezelfde medaille.
Het is een mooi uitgangspunt: mensen met een beperking weten zelf het beste wat hun problemen zijn en hoe die het beste opgelost kunnen worden. Het tijdig loslaten van dat uitgangspunt is dan ook een hele kunst. Zeker in deze tijd waarin de hyper-maakbaarheid ideologie hoogtij viert: willen is kunnen is de gedachte en die verandert ongermerkt en stilletjes in niet-kunnen is dus niet-willen.
@de Vries. Onder die druk van willen is kunnen gaan de millennials al sterk gebukt volgens serie daarover in een dagelijkse actualiteitenprogramma. Gevolgen zijn burn-outs op nog jonge leeftijd. Daar kwam nog bovenop dat door de digitale revolutie de millennials ook concurrentie hebben buiten Nederland. Dat met slecht uitzicht om een huis te kunnen kopen voor het 30ste jaar en geen betaalbare huurhuizen. Die ook weinig vertrouwen hebben op een leefbaar pensioen.
Bij een slechte conjunctuur een grote groep onder niveau gaat werken en dus weer concurrerend worden voor de lager opgeleide groep. De lager opgeleide groep vervolgens weer concurrerend gaat worden voor de laagst opgeleide groep, die al zoveel concurrentie hebben vanwege Schengen en migranten via asiel en gezinsherenigingen.