Circa 319.000 mensen ontvingen eind juni een bijstandsuitkering. Dit zijn er ruim 1000 meer dan een kwartaal eerder, zo heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag gemeld. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal bijstandsuitkeringen praktisch gelijk gebleven.
Aantal bijstandsuitkeringen blijft hetzelfde
Volgens onderzoek van het Centraal Bureau voor Statistieken (CBS) is het aantal bijstandsuitkeringen dat werd aangevraag nagenoeg gelijk…
27-plussers enorm gestegen
Tussen leeftijdsgroepen herkende het CBS wel enkele ontwikkelingen. Zo is het aantal bijstandsuitkeringen aan jongeren tot 27 jaar met een kleine 8000 afgenomen tot 30.000. Bij de 27-plussers is het beeld tegengesteld. Het aantal uitkeringen in deze groep is in een jaar tijd juist met 8000 gestegen tot 289.000.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ja logisch, als je jongeren geen uitkering meer geeft, dan blijft de instroom aan die kant laag, en vereffent dat de instroom bij de ouderen..
Echter als je naar het totaal plaatje kijkt en de instroom aan de WIA WAjong kant meerekent, is de situatie opeens heel schrijnend...
http://www.rodereus.nl/anderhalf-miljoen-werkloz …
Het zou verhelderend zijn om te weten hoeveel daarvan naar verwachting voor altijd in zullen blijven zitten, voor langere tijd en voor korte tijd. Het is nogal een open deur wat CBS heeft geconcludeerd.
Binnen de discussie over arbeidskrachten van elders is een beeld krijgen hoeveel inzetbaar zijn uit die 319.000 ook nuttig.
Nu gaat jaarlijks ook een deel daaruit i.v.m. AOW leeftijd. Die hoger stellen is dus voor Gemeenten niet gunstig.
Als de vergrijzing naar piek toegroeit gaat, denk ik, dat ook sterke invloed hebben op totaal aantal mensen die afhankelijk zijn van bijstandsuitkeringen. Dat is voor Gemeenten dan weer gunstig.
De afname van de 27- heeft m.i. te maken met de zoek periode en de hoge drempel om deze groep mensen een bijstandsuitkering te onthouden (dank aan aboutaleb); daarnaast zijn de bijstandsgerechtigden verdeeld in 4 groepen; groep 1 > zeer grote afstand tot arbeidsmarkt en of heel veel (im)materiéle problemen; groep 2 : ook grote afstand tot arbeidsmarkt en behoefte aan om- of bijscholing (1-2 jaar?); groep 3: kan binnen redelijke termijn met hulp van re-integratiebedrijf aan het werk en behoeft ook enige scholing. groep 4. heeft part-time baan en aanvullende uitkering. Daarnaast, volledige werkgelegenheid bestaat alleen in theorie.