Gemeenten kunnen nog een paar dagen een aanvraag doen voor geld voor projecten om bijvoorbeeld statushouders en daklozen te huisvesten. Het beschikbare budget van de Regeling huisvesting aandachtsgroepen is onlangs verhoogd tot 52 miljoen euro en er zijn momenteel aanvragen in behandeling ter waarde van 28 miljoen euro. Inmiddels lijkt de teller snel op te lopen.
Nog miljoenen beschikbaar voor huisvesten aandachtsgroepen
Er zit nog veel geld in de pot voor het huisvesten van bijvoorbeeld statushouders. De deadline voor aanvragen is 24 oktober om 17.00 uur.
Urgentie
Een gemeente kan maximaal 2 miljoen euro krijgen voor de realisatie van verschillende huisvestingsprojecten, schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De deadline is 24 oktober om 17.00 uur. Het gaat om de huisvesting van statushouders, arbeidsmigranten, woonwagenbewoners, uitwonende studenten, dak- en thuisloze mensen, mensen met sociale of medische urgentie en mensen die uitstromen uit een intramurale situatie.
Het totale budget van de huidige tranche is onlangs met 15 miljoen euro verhoogd tot ruim 52 miljoen euro en op donderdag waren er, volgens de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), aanvragen ter waarde van in totaal ruim 28 miljoen euro in behandeling (woensdag was dit nog 20 miljoen euro). De aanvragen worden in volgorde van ontvangst behandeld.
Geen eenvoudige klus
Er zijn voorwaarden. De bouw of transformatie moet bijvoorbeeld beginnen binnen twee jaar nadat een gemeente de uitkering krijgt en, als het gaat om een verbetering van de openbare ruimte zoals de aanleg van een trottoir, dan is de uitkering alleen te gebruiken voor het deel dat bestemd is voor de aandachtsgroepen.
Waarom de helft van het budget nog over is, kan de VNG niet zeggen. ‘Het realiseren van woningen is voor veel gemeenten geen eenvoudige klus’, vertelt een woordvoerder. ‘Dat geldt voor het hele traject van planvorming tot uitvoering. Het kan zijn dat daarin ook een oorzaak ligt waarom nog niet op al het geld aanspraak is gemaakt. Vanuit de VNG hechten we veel waarde aan dit soort rijksbijdragen en daarom hebben we gemeenten er nogmaals op gewezen.’
