Meer gemeenten voeren een beleid om meer standplaatsen voor woonwagens te realiseren. Maar in de praktijk worden er niet meer plaatsen voor woonwagens toegewezen dan er verdwijnen. In de afgelopen twee jaar is het aantal standplaatsen op een kleine 9.000 gebleven. Dat meldt minister Ollongren bij de Herhaalmeting Standplaatsen. Verwacht wordt dat een VNG-wegwijzer voor woonwagenbeleid gemeenten verder kan helpen.
Geld en wegwijzer moeten zorgen voor meer standplaatsen
Meer gemeenten voeren een beleid om meer standplaatsen voor woonwagens te realiseren. Maar in de praktijk worden er niet meer plaatsen voor…
Uitsterfbeleid
Sinds 2018 moeten gemeenten, volgens het ‘Beleidskader gemeentelijk woonwagen en standplaatsenbeleid’ hun best doen om meer plekken voor woonwagens te realiseren. Voorheen voerden veel gemeenten een zogenaamd ‘uitsterfbeleid’, maar dat beleid kreeg forse kritiek van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en later ook van de Nationale Ombudsman.
Ombudsman
Maar toch zijn de nieuwe beleidsregels in de afgelopen twee jaar maar matig overgenomen door gemeenten. Ook de Nationale Ombudsman, Reinier van Zutphen, trok daarover twee maanden geleden nog aan de bel. ‘De toch al complexe relatie tussen woonwagenbewoners en overheid komt verder onder druk te staan,’ constateert hij. Volgens de meting van Ollongren zijn 70 gemeenten inmiddels bezig met nieuw beleid, die naar verwachting zo’n 150 extra plaatsen zullen opleveren.
Ingewikkeld
Volgens Ollongren vinden veel gemeenten het ontwikkelen van een standplaatsenbeleid ingewikkeld. Standplaatsen kosten relatief veel grond, en de realisatie van een woonwagen is in veel gevallen duurder dan een corporatiewoning in de sociale huur. Daarnaast loopt het contact met woonwagenbewoners vaak stroef.
Wegwijzer
Veel gemeenten wachtten bovendien nog op een wegwijzer die de VNG, samen met corporaties en woonwagenbewoners, ontwikkelt. Die is inmiddels klaar, meldt de VNG, inclusief een model huisvestingsverordening die gemeenten kunnen gebruiken om de vergunningverlening en de inrichting van de standplaatsen voor woonwagens te regelen. De minister heeft toegezegd dat ze gemeenten met € 50 miljoen kan tegemoetkomen voor de huisvesting van de doelgroep. Haar ministerie doet nog onderzoek naar de kosten voor het inrichten van standplaatsen en aanschaffen van woonwagens.
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Wanneer die woonwagens ook weer echte woonwagens zouden worden kon ik er nog iets van volgen. Maar wat er in het verleden is gebeurd? Dat waren gewoon "kleine" huizen, met voorzieningen die door de gemeenschap werden betaald, daar was geen sprake meer van woonwagencultuur. Soms is het recht onnavolgbaar voor de gewone sterveling.
Wat zijn de werkelijke redenen waarom sommigen een woonwagenstandplaats willen? 1. Je kan lekker je gang gaan, want allerlei - vaak criminele - activiteiten die in een gewone woonwijk zouden opvallen of klachten zouden opleveren, worden hier gedoogd. 2. Je kan lekker met veel familie om je heen gaan wonen. Alle anderen worden weggepest. 3. Je kan een vrijstaande bungalow bouwen (en die woonwagen noemen) op grond die je huurt tegen een sociaal prijsjein plaats van die grond duur te moeten kopen.
Kortom: Henk en Ingrid trekken weer aan het kortste eind als dit beleid wordt uitgevoerd.
@Petra: behalve omwonende die zich mogelijk gedupeerd zullen voelen zal niemand er feitelijk "pijn van lijden". Maar het zou wel goed zijn om nou eens te horen wat die "woonwagencultuur" dan ook echt betekent? Een woonwagen moet m.i. mobiel zijn en zich ook met enige regelmaat verplaatsen? Kleinschalige plaatsen met kleine standplaatsen zouden dit kunnen faciliteren. Of moet het inderdaad zijn wat Jan beschrijft? In dit geval zou je de Europese rechter ook kunnen dwingen om dan maar eens goed te beschrijven wat die cultuur nou echt betekent. Want deze vrijbrief van Den Haag zou ik terugsturen per direct terug sturen naar Den Haag.
P.s. bedrijfsmatige activiteiten horen ook niet thuis op zo'n woonwagenstandplaats, tenzij die activiteiten net zo mobiel zijn en per direct mee verhuizen met de woonwagen en de bewoner zelf.