In Vlaanderen speelt deze week PFAS-onrust. Een parlementslid van de partij Groen, Mieke Schauvliege, speelde cijfers vrij van het Vlaamse ministerie Omgeving en Landbouw over het PFAS-gehalte in het drinkwater. Daaruit blijkt dat in het jaar 2024 een kwart van de metingen boven de gezondheidswaarde van 4 nanogram per liter uitkwamen. De politieke partij van Schauvliege adviseert sindsdien om voor babyvoeding ‘bronwater te gebruiken in plaats van kraantjeswater’.
Volgens huidige normen is het Nederlandse drinkwater goed
Zowel Vlaanderen als Nederland voldoen aan de huidige drinkwaternorm voor PFAS. Toch is er vooral in Vlaanderen nu onrust.
Het Vlaamse rumoer speelt precies in de week dat ook de Nederlandse cijfers over de drinkwaterkwaliteit naar de Tweede Kamer gaan. Die worden gerapporteerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), die toezicht houdt op de tien drinkwaterbedrijven in Nederland. Ook in dit rapport figureert PFAS prominent, tegen de achtergrond van het feit dat op 12 januari 2026 de nieuwste Europese drinkwaternorm voor PFAS van kracht wordt. Dan gaan het niet om de 4 nanogram (ng) per liter die in Vlaanderen voor onrust zorgt, maar om 25 keer zoveel: 100 ng per liter. Aan die norm voldoet zowel Nederland als Vlaanderen.
Gezondheidsadvies
Het is een norm die stamt uit de Europese Drinkwaterrichtlijn van 2020, en in de jaren erna in de lidstaten is gaan gelden. Dat er tegelijkertijd veel strengere gezondheidswaarden rondgaan, komt door een gezondheidsadvies dat de Europese Autoriteit voor Veiligheid (EFSA) in september van dat jaar publiceerde.
Daarin werd op basis van een beperkt aantal studies, naar het effect van PFAS op het immuunsysteem van moedermelkdrinkende baby’s, gesteld dat de voedselnorm verlaagd zou moeten worden naar 4,4 ng per kilo lichaamsgewicht per week. Gedacht moet dan worden aan een levenslange inname van voedsel en water.
Diverse zwakheden
Aanvankelijk was het RIVM kritisch op de wetenschappelijke robuustheid van dit advies, onder andere vanwege ‘diverse zwakheden in de beschikbare dataset’. Alsnog heeft het RIVM besloten om twee jaar daarna het EFSA-advies om te rekenen naar een PFAS-gezondheidsnorm voor drinkwater van 4,4 nanogram per liter. Dit is een richtlijn, waaraan nog geen deadline is vastgeklonken. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil het Drinkwaterbesluit hier nog niet op aanpassen, omdat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2026 met een eigen advies komt. Wel moeten drinkwaterbedrijven al in kaart brengen wat het van hen zal vergen om hun drinkwater tot op die strenge norm te zuiveren.
Als grondwater hun bron is, is er niet vaak een probleem. Dat is anders bij oppervlaktewaterbronnen. Uit een Arcadis-rapport blijkt dat het bijvoorbeeld moeilijk is bij innamepunten van drinkwaterbedrijven PWN, Waternet, Dunea en Evides. Volgens Arcadis variëren op deze productielocaties de PFAS-gehaltes tussen 4 en 14 ng per liter. Maar ook Limburgs drinkwaterbedrijf WML meldt dat het op twee van de 21 eigen winlocaties net de richtlijn overschrijdt, tot max 7,1 ng per liter.
Extreem laag
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het RIVM van Vlaanderen, nuanceerde de cijfers van het Groen-parlementslid: ‘De cijfers van mevrouw Schauvliege zijn correct, maar moeten wel geduid worden’, was de reactie. ‘De waarde die het Europees voedselveiligheidsagentschap hanteert, ligt extreem laag. Ze ligt vaak tegen de technische detectiegrenzen van de meetmethodes aan.’ Een nanogram is één miljardste gram: de Vlaamse norm is dus 0,000000004 gram per liter kraanwater.
In Nederland is de RIVM-gezondheidswaarde voor drinkwater iets hoger: 4,4 ng. Denemarken mikt voor de belangrijkste PFAS op een richtlijn van 2 ng per liter. Zweden doet net als Vlaanderen 4 ng per liter. Duitsland kijkt naar 20 mg per liter, en Spanje houdt het voorlopig op 70 ng per liter. Dat staat in een overzicht van het European Environmental Bureau (EBB).
Veel inzet nodig
Het vergt van drinkwaterbedrijven veel inzet om op die lage norm uit te komen. ‘De huidige drinkwaterzuivering is in de meeste gevallen niet effectief genoeg om PFAS voldoende te verwijderen om onder de strenge drinkwaterrichtwaarde van he RIVM te komen’, schrijft de Inspectie Leefomgeving en Transport in het nieuwe rapport. ‘Drinkwaterbedrijven moeten daarom aanvullend zuiveren waar nodig.’
Membraaninstallatie
Dat is behoorlijk moeilijk, meldde Arcadis afgelopen juni, in een advies aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I en W): ‘Drinkwaterbedrijven, met name die afhankelijk zijn van oppervlaktewater, hebben minimaal tien jaar nodig om een membraaninstallatie te realiseren’, aldus de onderzoekers toen. ‘De implementatie van deze norm zal leiden tot hoge investeringen, stijgende operationele kosten en hogere drinkwatertarieven. Daarnaast vormen afvalstromen met PFAS uit zuiveringsprocessen een groot knelpunt vanwege beperkte verwerkingscapaciteit, vergunningseisen en de milieu-impact, zoals waterverlies en een verhoogde CO2- uitstoot.’

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.