Om bestaande windparken acceptabel te houden voor omwonenden, zal de overheid soms extra geld op tafel moeten leggen. Dat blijkt uit oplossingen die provincies zoeken voor klachten over geluidsoverlast en knipperende rode lichten.
Provincies moeten geld bijleggen voor draagvlak windparken
Zuid-Holland betaalt voor turbines die bij harde wind stilstaan, Groningen voor rode lichten die minder lang knipperen.
Klimaatminister Sophie Hermans liet woensdag, in antwoord op schriftelijke vragen van de BBB-fractie in de Eerste Kamer, weten dat zeven provincies van het rijk geld hebben gekregen om zogenaamde naderingsdetectie te bekostigen. Volgens de BBB lijken ‘gebieden met veel windmolens zoals Noord-Holland-Noord inmiddels op een “red light district”’. Dankzij het geld, dat de provincies omzetten in subsidieregelingen voor exploitanten, kunnen windturbines van minstens 150 meter hoog uitgerust worden met een radar- of transpondersysteem. Zodat ze niet langer van zonsondergang tot zonsopgang felrode lichten laten knipperen. Pas bij nadering van een vliegtuig gaan de waarschuwingslichten aan.
Verplicht in Duitsland
Desondanks wil het kabinet een naderingsdetectie niet verplicht maken, zoals Duitsland wel doet sinds 1 januari 2025. In Duitsland geldt dit zelfs voor turbines vanaf 100 meter. De redenen om dit in Nederland niet te verplichten, variëren van de hoge kosten voor deze techniek, het gebrek aan fabrikanten die het systeem kunnen leveren, en een gebrek aan capaciteit bij Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), die toezicht houdt. Dat staat in de nota van toelichting bij het Ontwerpbesluit Windturbines leefomgeving dat in 2023 naar buiten is gebracht.
‘De obstakelverlichting is met name van belang voor het luchtverkeer dat onder zichtcondities vliegt en zich op hoogtes lager dan 2000 voet (600 meter) bevindt’, staat in de bepalingen van de ILT. Dit zijn afspraken met de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.
Stilstandregeling
Op hetzelfde moment heeft de provincie Zuid-Holland deze week besloten om geld te steken in een stilstandregeling voor het Windpark Spui. Daarmee komt het provinciebestuur tegemoet aan de klachten over hinderlijk geluid die omwonenden al sinds het begin van het park in 2019 hebben laten horen. De net nieuwe gedeputeerde Arno Bonte is hiertoe gedwongen door een motie van SGP en VVD.
De bedoeling is dat de windturbines stil worden gezet als geluidsoverlast waarschijnlijk is. De eigenaar van het windpark, Klein-Piershil B.V., heeft zich hier consequent tegen verzet, omdat zo’n regeling het verdienmodel schaadt. Daardoor zit het provinciebestuur in een moeilijk parket, want de Randstedelijke Rekenkamer heeft geconcludeerd dat de provincie geen goede participatie had gedaan bij de komst van het windpark en strengere geluidsnormen had kunnen opleggen.
Windkracht 5
Doordat de provincie dit naliet, zijn er alsnog klachten van omwonenden maar voldoet de exploitant wél aan de normen. Zodoende is de provincie afhankelijk van ‘de welwillendheid’ van de uitbater, schreef de rekenkamer. Er blijkt vooral geluidsoverlast te zijn bij een westzuidwestelijke wind vanaf windkracht 5.
Gedeputeerde Bonte had deze week overleg met de exploitant. De slotsom is dat de provincie het bedrijf financieel moet compenseren, dat juristen van de provincie moeten voorkomen dat een mogelijk akkoord met het bedrijf gaat leiden tot precedentwerking en tot slot dat er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun. ‘De exploitant brengt in beeld wat de misgelopen inkomsten kunnen zijn’, vertelde Bonte aan de staten. Zijn onderhandelingspositie lijkt niet sterk, omdat de uitbater van het windpark nergens toe verplicht is.
Tegenwind
Het betreffende Klein-Piershil B.V is onderdeel van het internationale bedrijf Erus Energy, dat in Nederland twintig windparken in handen heeft. Eén daarvan is het ooit zo omstreden Windpark N33, langs de snelweg A7 ten oosten van de stad Groningen. Dit windpark staat centraal in de documentaire Tegenwind: het Verdriet van de Veenkoloniën uit 2021.
Afgelopen augustus oordeelde de rechtbank Noord-Nederland dat de gemeente Midden-Groningen op onjuiste gronden heeft afgewezen om te handhaven op geluidsoverlast. Een verzoek tot handhaving was ingediend door omwonenden. ‘De rechtbank is er (…) niet op voorhand van overtuigd dat verdere aanpassingen aan de (software van) de windturbines om de bromtonen te verminderen, niet meer mogelijk zouden zijn’, zegt het vonnis. De gemeente moet er opnieuw naar kijken.
Ditzelfde windpark heeft van de provincie Groningen subsidie gekregen voor de installatie van een naderingsdetectie. ‘Met deze subsidieregeling wordt 40 procent van de aanschaf- en installatiekosten van een naderingsdetectiesysteem op windturbines met obstakelverlichting gefinancierd’, schreef de provincie eerder. Het bestuur denkt er over na om deze techniek provinciebreed verplicht te stellen. Volgend jaar treedt de detectie in werking en is het 's nachts weer donkerder.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.