Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Krachtwijk op halve kracht

Hoewel het Rijk extra budget voor krachtwijken schrapt, gaan de meeste gemeenten door met hun investeringen. Een tweeluik over de resultaten van het onderzoek van Binnenlands Bestuur en de praktijk in de Stationsbuurt, alias het Haagse Quartier Latin.

11 november 2011

Gemeenten zijn teleurgesteld dat de rijksoverheid zich terugtrekt uit de aanpak van krachtwijken. Ze vinden dat het Rijk zich aan de eerder gemaakte afspraken moet houden. Ondanks de afbouw van rijksgeld zeggen de meeste gemeenten hun aanpak voort te zetten.

Dat blijkt uit een rondgang van Binnenlands Bestuur langs de achttien gemeenten met een of meer van deze achterstandswijken. De door voormalig minister Vogelaar (PvdA) in 2007 aangewezen veertig wijken moeten in 10 jaar tijd ‘gemiddeld’ gaan scoren op gebieden als veiligheid, leefbaarheid, onderwijs, integratie en arbeidsparticipatie. Het kabinet van VVD en CDA, gedoogd door de PVV, geeft geen prioriteit aan krachtwijken. In het regeerakkoord ontbrak een standpunt over wijkaanpak en er is geen aparte programmaminister voor Wonen, Wijken en Integratie meer. De extra rijksgelden voor de krachtwijken zijn geschrapt.

De aanpak wordt ‘geconsolideerd en verbreed’, schreef minister Donner (Binnenlandse Zaken, CDA) eind januari aan de Tweede Kamer. In een recente brief (31 oktober) legt Donner uit dat het kabinet ‘de specifieke benadering van wijken met grote achterstanden’ heeft verbreed naar ‘aandacht voor leefbaarheid in alle wijken, buurten en krimpgebieden’. Anders gezegd: een groter aantal gemeenten krijgt minder geld.

Geldstromen van het Rijk waarmee de aanpak (deels) wordt gefinancierd, zoals het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV), verdwijnen. De ‘Vogelaarheffing’, die alle corporaties dwingt mee te betalen aan de aanpak van de veertig grootste probleemwijken, wordt afgebouwd. De rijksoverheid richt zich nu vooral op het delen van kennis en ervaringen. Het gros van de investeringen in de achterstandswijken is echter niet afkomstig van de gemeenten of de rijksoverheid, maar van de woningcorporaties. De vooruitzichten voor de corporaties zijn ook niet positief (zie ‘Ook corporaties bezuinigen’ op pagina 23).

Ontstemd
Gemeenten zijn ontstemd over de ‘eenzijdige’ breuk met de wijkenaanpak. ‘We hebben afspraken gemaakt voor 10 jaar en nu haakt de rijksoverheid na een paar jaar af’, is een veelgehoorde klacht. Ze wijzen erop dat (rijks-)bezuinigingen op sociaal terrein bovendien extra zullen worden gevoeld in de krachtwijken. De Eindhovense wethouder Mary Fiers (PvdA) stelt dat het Rijk de meest kwetsbare wijken wel ‘erg makkelijk’ laat vallen. En dat terwijl de wijkenaanpak voorzichtig zijn vruchten begint af te werpen, zoals uit diverse gemeentelijke en landelijke evaluaties blijkt. Gemeenten wijzen er wel op dat de vooruitgang broos is en dat nog een lange weg te gaan is.

Uit de meeste recente peiling onder bewoners van ‘aandachtswijken’ blijkt bijvoorbeeld dat zij veelal minder tevreden zijn over de situatie in hun wijk dan bewoners in de stad als geheel. En juist daarom is het zo jammer dat het Rijk zich nu terugtrekt, vinden gemeenten. Het meeste geld van de krachtwijkenaanpak gaat naar fysieke projecten. Door het stopzetten van de ISV-gelden vreest Rotterdam dat het voorgenomen binnenstedelijk bouwen als instrument in de strijd tegen verloedering in gevaar komt. Amsterdam, dat nu nog jaarlijks 49 miljoen euro uit het ISV ontvangt, verklaart een achteruitgang in de leefbaarheidsscore in verschillende buurten ‘met name door de stilval van de stedelijke vernieuwing’.

Dezelfde ambitie
Minister Donner bestrijdt dat hij de wijken laat vallen. Minder financiële middelen betekenen volgens hem niet minder ambitie. De minister denkt dat het kan leiden tot efficientere en goedkopere oplossingen. Donner, via een woordvoerder: ‘Lokale partijen zijn als eerste aan zet en verantwoordelijk voor het aanpakken van problemen van de leefbaarheid. Maar daar waar problemen zich opstapelen is en blijft er betrokkenheid van het Rijk. Verder passen we zonodig belemmerende regelgeving aan en waar dat mogelijk is wordt binnen het bestaande budget geld met voorrang ingezet.’ Tweederde van de gemeenten laat weten niet te bezuinigen op de krachtwijken. In Arnhem onderstreepte de voltallige gemeenteraad per motie dat de aanpak van de wijken Arnhemse Broek, Klarendal, Malburgen en Presikhaaf - ook zonder ‘Vogelaargeld’ - door moet gaan. Er ligt nu een collegevoorstel waarin zowel de inhoud als de gemeentelijke financiering van de wijkenaanpak overeind blijft.

Hetzelfde geldt voor Eindhoven: ‘Dankzij forse inspanningen van de gemeente, corporaties en bewoners is het mogelijk om de afspraken toch na te komen. Ondanks het Rijk.’ Een derde van de gemeenten zegt ook zelf te bezuinigen op de voorgenomen investeringen in de krachtwijken of verwacht dat te gaan doen. ‘We krijgen van het Rijk alleen nog wat geld om te monitoren. Maar evalueren kunnen we zelf ook wel’, zegt de Alkmaarse wethouder Anjo van de Ven (Onafhankelijke Partij Alkmaar). Alkmaar stopt als eerste en vooralsnog enige gemeente met de krachtwijkenaanpak (zie ‘Alkmaar viert einde krachtwijk’ hiernaast).

Onbehoorlijk bestuur
Emeritus hoogleraar volkshuisvesting Hugo Priemus typeert de terugtrekking van de rijksoverheid als ‘onbehoorlijk bestuur.’ Priemus wijst erop dat op lokaal niveau afspraken zijn gemaakt voor een periode van 10 jaar. Door dit ‘laconieke’ kabinetsbeleid zijn gemeenten volgens Priemus nu op zichzelf aangewezen. Jos van der Lans, een van de voorzitters van de visitatiecommissie wijkaanpak die afgelopen zomer verslag uitbracht over bezoeken aan alle veertig wijken, zegt: ‘De boodschap van het kabinet aan gemeenten en bewoners is: los het zelf maar op.’

Van der Lans constateert dat de wijkenaanpak wordt ‘afgeserveerd als een PvdA-speeltje’. Hij noemt dat ‘teleurstellend’. De oud-senator van GroenLinks vindt het vreemd dat de commissie een halfjaar na verschijning van het rapport nog altijd op een kabinetsreactie wacht. Priemus vat de stand van zaken als volgt samen: ‘De bezuinigingen van de rijksoverheid en gemeenten en de verslechterende financiële positie van corporaties komen allemaal samen in de krachtwijken. Een moeilijk verhaal.’ De ambities van een paar jaar terug zijn niet meer reëel, zegt Priemus. ‘Gemeenten zullen daarom duidelijker prioriteiten moeten gaan stellen.’


Ook corporaties bezuinigen
Woningcorporaties nemen het grootste deel van de investeringen in de krachtwijken voor hun rekening. Zij doen dat vooral via renovatie-, sloop- en nieuwbouwprojecten. Maar door de crisis op de bouw- en woningmarkt worden veel projecten versoberd, uitgesteld of afgeblazen. Vrijwel alle gemeenten geven aan dat verschillende bouwprojecten in de krachtwijken vertraging oplopen van soms wel enkele jaren. De corporaties zullen minder investeren in de veertig wijken dan in 2008 werd gedacht, blijkt uit het Sectorbeeld voornemens woningcorporaties voor de periode 2011-2015 van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). ‘De intensiteit van de voorgenomen productiemaatregelen’ daalt in de veertig krachtwijken sterker dan daarbuiten. ‘In het bijzonder de voornemens tot sloop en nieuwbouw van koopwoongelegenheden dalen relatief sterk in de veertig wijken.’ Voor investeringen in ‘maatschappelijk vastgoed’, zoals scholen, geldt hetzelfde. Het is niet de verwachting dat de financiële situatie en de productie van de woningcorporaties snel verbeteren. Op basis van gegevens van het CFV concludeert minister Donner dat de corporaties in 2010 266 miljoen euro op hun grondvoorraden hebben afgeboekt. In 2009 was dat nog 87 miljoen euro. Ook moeten de corporaties vanaf 2014 jaarlijks ongeveer 600 miljoen euro gaan bijdragen aan de huurtoeslag.


Wel/niet bezuinigen
Gemeenten die bezuinigen op de krachtwijkenaanpak of dat verwachten te gaan doen: Amersfoort, Amsterdam, Dordrecht, Rotterdam, Schiedam, Utrecht.
Niet bezuinigen: Alkmaar, Arnhem, Den Haag, Deventer, Eindhoven, Enschede, Heerlen, Groningen, Leeuwarden, Zaanstad.
Onduidelijk: Nijmegen.
Nog niet bekend: Maastricht (bezig met een ‘herijking’).


Alkmaar viert einde krachtwijk
Alkmaar, Groningen en Nijmegen stoppen met de specifi eke krachtwijkenaanpak. De Alkmaarse wethouder Anjo van de Ven zegt dat de onder voormalig minister Vogelaar ingezette aanpak van achterstandswijken de gewekte verwachtingen niet heeft waargemaakt. ‘Voor de wijk Overdie hebben we wat geld gekregen voor sociale projecten. Dat heeft allemaal leuke plannen opgeleverd, maar de samenhang ontbreekt. Bovendien is het lastig om het effect van die projectjes te meten.’ De vanuit ‘Den Haag’ gestuurde aanpak leidde tot ‘veel overleg, evaluaties en bureaucratie’, zegt Van de Ven. Per saldo heeft de krachtwijkenaanpak Overdie volgens de wethouder ‘niet zo veel’ opgeleverd. ‘In plaats dat we aan het Rijk vragen hoe we onze problemen moeten oplossen, zoeken we nu zelf naar oplossingen. Alkmaarders zijn een eigenzinnig volkje die het graag zelf willen doen.’ Later deze maand viert Alkmaar met een feestelijke bijeenkomst het einde van de krachtwijkenaanpak. De wethouder vertelt dat Alkmaar, net als veel andere gemeenten, al lang bezig was met de aanpak van de achterstandswijk(en) toen Vogelaar haar aanpak in 2007 lanceerde. Ruim 10 jaar geleden is begonnen met de herstructurering van Overdie. Daardoor ligt de wijk er nu goed bij, vindt de wethouder. ‘En als je objectief naar criteria als veiligheid kijkt, is Overdie geen krachtwijk meer. In ieder geval geen achterstandswijk zoals je die in andere steden ziet.’

Ook in Groningen verdwijnt het predicaat krachtwijk. Resultaten en bevindingen uit krachtwijkprojecten ‘krijgen een plaats in de samenwerkingsafspraken tussen gemeente en corporaties: het Nieuw Lokaal Akkoord.’ De aanpak in Korrewegwijk en De Hoogte gaat steeds meer lijken op de aanpak van de dertien andere Groningse aandachtswijken. Dat betekent volgens de gemeente niet het einde van de krachtwijkenaanpak. ‘Beloften aan bewoners worden waargemaakt.’ Nijmegen geeft aan te werken aan een afronding van ‘de Vogelaarstatus’ van de wijk Hatert.


Bewoners moeten het zelf gaan doen
De burger moet zijn eigen krachtwijk vooruit helpen. Rijk én gemeenten vinden dat.

Minister Donner (CDA) van Binnenlandse Zaken schreef in januari van dit jaar aan de Tweede Kamer dat de wijkenaanpak ‘laat zien dat vooruitgang kan worden geboekt als verantwoordelijkheden dichter bij burgers zelf komen te liggen.’ Al heeft dat ook met de financieel- economische situatie te maken: ‘Rijk, gemeenten en maatschappelijke partners kunnen minder investeren dan voorheen.’ De rijksoverheid trekt op financieel gebied de handen af van de krachtwijkenaanpak. Maar minder financiële middelen betekent volgens hem niet minder ambitie. De minister denkt dat het kan leiden tot efficiëntere en goedkopere oplossingen.

Journalist en publicist Jos van der Lans is het met Donner eens. Hij was een van de voorzitters van de visitatiecommissie wijkaanpak die afgelopen zomer verslag uitbracht over bezoeken aan alle veertig wijken. Van der Lans stuitte regelmatig op uitwassen, zoals probleemgezinnen met meer dan tien hulpverleners. De krachtwijken zijn volgens hem een ‘stortplaats van projecten met tal van betrokken organisaties’ geworden. ‘Die institutionele leemlaag dempt alle energie. En door een gebrek aan focus worden de doelen vaak uit het oog verloren.’ Dat noemt Van der Lans ‘de ziekte van extra geld. Van de beschikbare budgetten is 40 procent opgegaan aan overleg en organisatie.’

Terwijl Van der Lans op straat juist ‘heel veel energie’ tegenkwam. Bewoners moeten volgens hem de ruimte krijgen om het heft in handen te nemen, omdat zij hun wijk het beste kennen. ‘Professionals vinden dat bewoners over onvoldoende kennis beschikken om de juiste besluiten te nemen. Vaak krijgen de bewoners wat zakgeld, maar geen invloed op het totale voor de wijk beschikbare vermogen.’ Voor Henk Cornelissen, directeur van het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA), klinkt dat herkenbaar. ‘We hebben vaker gehoord dat professionals de regie zouden loslaten, maar dat lukte nooit.’ Toch heeft hij goede hoop dat het dit keer wel zal lukken. Door de dalende financiële middelen wordt de overheid gedwongen meer aan burgers over te laten, zegt Cornelissen.

Manifest Actieve Bewoner
Op 10 december organiseert de LSA in het centrum van Arnhem de ‘Landelijke Bewonersdag’. De aanwezigen zullen discussiëren over de voorwaarden waarop bewoners van de krachtwijken hun grotere rol zullen aanvaarden. Het zal in Arnhem gaan over zaken als ruimte, zeggenschap, budgetten en ondersteuning van professionals. De discussies moeten leiden tot het ‘Manifest van de Actieve Bewoner’, dat aan dat aan het einde van de dag aan de minister zal worden overhandigd.


Verantwoording onderzoek
Binnenlands Bestuur stuurde een vragenlijst naar de achttien gemeenten met één of meer ‘krachtwijken’, eerder ‘Vogelaarwijken’. Alle gemeenten vulden de lijst in. Een aantal wethouders gaf een telefonische of schriftelijke toelichting.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie