Volgende week wordt duidelijk of ook provincies weer eigen ov-bedrijven mogen oprichten. Oftewel: of ze hun busvervoer niet meer verplicht moeten overlaten aan private bedrijven, maar dat ze het ov zelf mogen organiseren. Niet aanbesteden dus, maar inbesteden.
'Kom koffie drinken in Limburg en zie hoe belabberd het OV is'
Slotdebat over wetsvoorstel om provincies ruimte te geven voor eigen ov-bedrijven.

Komende dinsdag wordt gestemd over een initiatief-wetsvoorstel van GroenLinks-PvdA en NSC dat dit moet regelen.
Mordicus tegen
Tijdens het plenaire Kamerdebat bleek dat de VVD bij monde van Kamerlid Hester Veltman mordicus tegen blijft. PVV-Kamerlid Willem Boutkan daarentegen staat ambivalenter tegenover het wetsvoorstel, met een lichte neiging tot goedkeuring. Hij zei donderdag dat alles afhangt van wat de PVV-fractie in zijn geheel vindt van het wetsvoorstel. Met steun van de PVV krijgt de initiatiefwet al snel een meerderheid achter zich.
Publieke vervoersbedrijven waren tot en met de jaren negentig volkomen normaal, maar het OV werd een kwart eeuw geleden geliberaliseerd door de Wet personenvervoer 2000. Doel was toen om het openbaar vervoer door ‘marktkennis, creativiteit en innovatiekracht’ weer aantrekkelijker te maken ten opzichte van de zo populaire auto. Het was daarna in 2012 een initiatief-wetsvoorstel van PvdA, GroenLinks, SP en D66 dat ervoor zorgde dat de vier grote gemeenten Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Utrecht een wettelijke uitzonderingspositie kregen: zij mochten weer eigen vervoersbedrijven beheren, iets wat alleen de gemeente Utrecht sindsdien nooit is gaan doen. Het oogmerk was versnippering te voorkomen van het complexe OV in de grote steden, met tram, metro en bus. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt sindsdien in de gaten dat dit overheidsingrijpen de markt niet bederft.
Stok achter de deur
Initiatiefnemers dit keer zijn Kamerleden Habtamu de Hoop van GroenLinks-PvdA en Olger van Dijk van NSC. Zij geven toe dat de marktwerking aanvankelijk een opleving van het openbaar vervoer liet zien, maar benadrukken dat het aantal private ov-bedrijven sindsdien van tien naar vijf is gedaald. Met name in dunner bevolkte gebieden in Nederland strijden slechts twee tot drie bedrijven om een concessie die een provincie uitschrijft, waardoor de overheid in hun ogen te weinig eisen kan stellen. Dat zou één van de redenen zijn van lokale verschraling van het OV en een afnemend aantal bushaltes. Schrikbeeld is Zeeland in 2023, toen geen enkel bedrijf inschreef op de concessie en de provincie het programma van eisen moest aanpassen om een bedrijf bereid te vinden. Voor dit soort situaties willen De Hoop en Van Dijk dat de mogelijkheid van inbesteding dienst kan doen ‘als stok achter de deur’, om zo druk uit te kunnen oefenen op de private vervoersbedrijven.
Olger van Dijk memoreerde tijdens het debat dat hij ook twintig jaar geleden al, als fractiemedewerker van toenmalig CDA-Kamerlid Eddie van Heijum (nu zijn NSC-collega) betrokken was bij discussies over aanpassingen aan de Wet personenvervoer 2000.
Waarom VVD tegen is
VVD-Kamerlid Veltman is tegen het wetsvoorstel omdat ze minder bezorgd is over de gezondheid van het openbaar vervoer, provincies volgens haar nu al genoeg regie hebben via hun programma van eisen, bewijs ontbreekt dat inbesteding iets oplost, de kans bestaat dat private marktpartijen helemaal afhaken, en dat provincies mogelijk financiële risico’s nemen ten koste van de belastingbetaler.
Koffie in Limburg
NSC-Kamerlid Natascha Wingelaar daarentegen nodigde alle Kamerleden op de koffie te komen bij haar in Stein, mits ze met het openbaar vervoer komen. Dan merken ze vanzelf hoe slecht het openbaar vervoer in Limburg is, zei ze. Niet voor niks had haar zoon net een rijbewijs gehaald. Zonder auto overleef je niet in deze provincie. Ook PVV’er Boutkan, uit Flevoland, benadrukte dat het OV in de Noordoostpolder ‘allerbelabberdst’ is. Tegelijk denkt hij dat vijf private bedrijven voldoende moeten zijn voor een goed functionerende markt, en vraagt hij zich af of de problemen in het openbaar vervoer niet vooral van financiële aard zijn.
Snijden in het OV
Over de bezuinigingen op het openbaar vervoer door het demissionaire kabinet kwam staatssecretaris Thierry Aartsen nog te spreken, die de opvolger is van zijn uit het kabinet gestapte PVV-voorganger Chris Jansen. Toen het kabinet besloot de specifieke uitkeringen (SPUK’s) voor de decentrale overheden over te hevelen naar het provincie- en gemeentefonds, inclusief 10 procent korting, is de fout gemaakt om ook de Brede Doeluitkering (BDU) als een SPUK te categoriseren. Dat betekent dat ook de BDU met 10 procent gekort gaat worden, terwijl de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en de Vervoerregio Amsterdam met dit geld hun openbaar vervoer financieren. De korting zou 110 miljoen euro bedragen.
Woensdag meldden Haagse ‘bronnen’ en ‘ingewijden’ aan meerdere media dat de korting geschrapt wordt. Staatssecretaris Thierry Aartsen ontkende dat donderdag niet. ‘In mijn ogen is het een bestuurlijke fout’, zei hij over de BDU-korting. Een oplossing is niet makkelijk, ‘omdat voor de ontwerpbegroting in beginsel de voorjaarsnota leidend is, en die voorjaarsnota hier niet in heeft voorzien. Er dreigen stakingen en een rechtszaak, we hebben intensieve gesprekken gevoerd met de vervoersregio’s. Echter kan ik niet vooruitlopen op de prinsjesdagbesluitvorming.’
Studenten?
Ook belangrijk voor het openbaar vervoer zijn de bezuinigingen van 225 miljoen euro per jaar op de vergoeding die vervoerders krijgen voor studenten met een OV-studentenkaart. Aartsen zei daar weinig over te kunnen zeggen, omdat de verantwoordelijkheid hiervoor goeddeels ligt op het onderwijsministerie. Die korting is een gevolg van het feit dat studenten minder met het OV reizen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.