Wat kunnen provinciebesturen betekenen in tijden van netcongestie? Dat is de sleutelvraag die ligt onder vier nieuw verschenen rapporten van de Randstedelijke Rekenkamer over Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland. De rekenkamer benadrukt in de rapporten dat de wettelijke mogelijkheden van provincies begrensd zijn. Toch betoont ze zich tamelijk positief over wat deze vier wél doen.
Hoeveel kunnen provincies doen aan netcongestie?
De Randstedelijke Rekenkamer brengt rapporten uit over de aanpak van provincies Utrecht, Zuid- en Noord-Holland, en Flevoland.

Het gezag overnemen
Op basis van de Omgevingswet kunnen provincies het bevoegd gezag overnemen van gemeenten als het gaat om hoogspanningsprojecten niet zwaarder dan 150 kv. Op verzoek van landelijk netbeheerder TenneT heeft de provincie Utrecht dat bijvoorbeeld gedaan in de nog niet afgeronde zoektocht naar een nieuwe locatie voor een cruciaal hoogspanningsstation ten noorden van de stad Utrecht.
Ook kunnen provincies instructieregels opnemen in de eigen omgevingsverordening, en zo gemeenten sturen.
Actief grondbeleid
Daarnaast is actief grondbeleid mogelijk. De Randstedelijke Rekenkamer benadrukt dat de vier provincies op dit vlak meer kunnen doen dan nu het geval is. Denk aan het vestigen van een voorkeursrecht op grond, of een voorbereidingsbesluit nemen dat tijdelijk ingrijpt op het omgevingsplan van een gemeente. Dit doet de provincie Gelderland momenteel, om invloed te hebben op de verduurzaming van de papierindustrie in het Gelderse dorp Eerbeek vlakbij de Veluwe.
Onteigening is ook een optie. De provincie Utrecht is daar nu bijvoorbeeld mee bezig, met oog op de uitbreiding van het hoogspanningsstation bij Breukelen-Kortrijk. Het lukte netbeheerder TenneT hier niet om tot overeenstemming te komen met een lokale melkveehouder.
Daarnaast heeft de provincie Flevoland recht van opstal verleent aan regionaal netbeheerder Liander, om op grond dat in bezit is van de provincie zelf transformatorstations te bouwen.
Afgebakende zones
Bij hoogspanningsverbindingen vanaf 220 kv is de rijksoverheid het bevoegd gezag, met de mogelijkheid om gemeenten op te leggen dat binnen afgebakende zones weinig ondernomen kan worden. De rekenkamer adviseert provincies om parallel hieraan regels op te nemen in de omgevingsverordening die bepalen dat ook rond middenspanningsnetten ruimtelijke grenzen komen.
Verder kunnen provincies financiële prikkels geven, zoals dankzij subsidies voor het opzetten van energiehubs. Het rijk zet de provincies hier toe aan met het Stimuleringsprogramma energiehubs. Maar opvallend genoeg benadrukt de rekenkamer dat er geen consensus is over hoe behulpzaam energiehubs zijn. ‘Netbeheerders geven aan dat energiehubs geen snelle oplossing bieden voor netcongestie, omdat een hub zich op een klein schaalniveau richt en het om verschillende redenen (capaciteit, benodigde investeringen, regelgeving) nog niet lukt om snel op te schalen.’
Klachten over energyboards
Provincies hebben tevens een belangrijke rol in het overleg tussen het decentrale bestuur en netbeheerders, onder andere als voorzitter van de Energyboard, waarin ook gemeenten en netbeheerders zitten. Flevoland telt maar zes gemeenten, dus kunnen ze allemaal gemakkelijk aanschuiven. Andere provincies tellen daar te veel gemeenten voor, met als gevolg dat niet elke gemeente tevreden blijkt.
Een voorbeeld is de provincie Utrecht. ‘Zo voelt de gemeente Stichtse Vecht zich niet meegenomen en gerepresenteerd in de energyboard terwijl veel belangrijke netinfrastructuur in deze gemeente wordt gebouwd’, schrijft de rekenkamer ter illustratie. In Stichtse Vecht komt bijvoorbeeld het cruciale hoogspanningsstation ten noorden van de stad Utrecht, evenals de uitbreiding van een station bij Breukelen-Kortrijk.
‘De gemeente wordt gerepresenteerd door een andere gemeente uit de RES-regio, maar dit verloopt niet soepel’, valt verder te lezen. ‘Input vanuit de gemeente Stichtse Vecht komt niet altijd goed door en is er weinig tijd om op stukken die voorliggen in de energyboard te reageren.’
Meer klachten
Zo zijn er meer klachten: ‘Deelnemende gemeenten geven aan dat er veel sprake is van het zenden van informatie vanuit netbeheerders’, aldus de rekenkamer. ‘Tegelijk geven sommige netbeheerders aan ook behoefte te hebben aan ruimtelijke expertise vanuit provincies en gemeenten. Veel van de deelnemende wethouders zijn verantwoordelijk voor energie en niet voor ruimtelijk beleid.’
Met lege handen staan
De rekenkamer doet meerdere aanbevelingen op het vlak van de energyboards, de energiehubs en een actiever grondbeleid. Tegelijkertijd is het duidelijk dat provincies soms ook gewoon met lege handen staan. In de Flevopolder is een nieuw hoogspanningsstation in de gemeente Lelystad van belang. Daar kan het provinciebestuur weinig in betekenen, ‘omdat niet de ruimtelijke inpassing maar de capaciteit van netbeheerders daar de vertragende factor is’, schrijft de rekenkamer.
‘Ook is de provincie afhankelijk van netuitbreidingen buiten de grenzen van de provincie.’ Het hoogspanningsnet in de Flevopolder is namelijk direct verbonden aan dat van Gelderland en Utrecht, waar op dit moment het wachten vooral is op de eerder genoemde locatie voor een hoogspanningsstation ten noorden van Utrecht.
Precies woensdagavond 9 juli organiseren TenneT en de provincie Utrecht een bewonersavond hierover in de lokale Van der Valk.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.