Vanaf dit jaar moet elke lidstaat van de Europese Unie bijhouden hoeveel ‘klimaatgerelateerde investeringen’ binnen de landsgrenzen gedaan worden. In 2023 bedroeg dit in Nederland 40 miljard euro, rapporteert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag. Dat vergelijkt het rekenbureau met vier jaar eerder: in 2019 ging het om 23 miljard euro.
Flinke stijging ‘klimaatgerelateerde investeringen’
Het CBS brengt cijfers naar buiten over onder andere elektrische auto's, hernieuwbare energie en woningisolatie.

Aan wie dankt Nederland de stijging? Voor een belangrijk deel aan autoleasebedrijven, die toenemend geld steken in elektrische en hybride personenauto’s. In 2023 ging er 12,2 miljard euro naar deze voertuigen, waarvan 70 procent bij bedrijven vandaan kwam. De andere 30 procent is in deze auto’s geïnvesteerd door overheidsinstellingen en huishoudens.
Hernieuwbare energie
Daarnaast is 10 miljard euro gestoken in hernieuwbare energie, waaronder voor iets minder dan de helft in zonnepanelen. Zo’n 40 procent van dit bedrag voor niet-fossiele energie-opwek ging naar warmtepompen (2,1 miljard euro) en windturbines (2,7 miljard).
Een randvoorwaarde voor de elektrificering is de verzwaring en uitbreiding van het stroomnet: in 2023 bedroegen de investeringen 5,9 miljard. Deze kostenpost is van alle investeringen één van de grootste stijgers, vergeleken met 2019.
In energie-efficiëntie is in 2023 6,5 miljard euro gestoken, inclusief 5,6 miljard voor isolatie en HR-glas. Hiervan is 60 procent door huishoudens betaald.
Zie in de grafiek hieronder de bedragen in miljarden bij elke categorie die CBS hanteert.

Uit welk deel van de samenleving vloeit het meeste geld? Van de investeringen in 2023 kwam 64 procent uit het bedrijfsleven, 30 procent uit huishoudens en de rest uit de overheid. Zie de grafiek hieronder, opnieuw in miljarden.

De regels van Eurostat
Het CBS rekent volgens de regels van Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie. Dat betekent dat ook investeringen in fietsen, elektrisch of niet, worden meegenomen. In 2023 ging het om 1,36 miljard. Ook geld dat in het openbaar vervoer gestoken wordt, telt mee: 695 miljoen euro. En spoorweginfrastructuur: 1,15 miljard. Investeringen die dit keer nog niet zijn meegenomen, betreffen: fietspaden, elektrolysers, thuisbatterijen, bestrijding van bijvoorbeeld methaanuitstoot, onderzoek, en energiezuinige warmtesystemen voor gebouwen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.