Samen met Landschap Overijssel presenteerden de Twentse gemeenten Tubbergen en Dinkelland vorige maand de – voor zover bekend – eerste Nederlandse ‘landschapscoach’, Robert Pater. Hij gaat bewoners in het buitengebied adviseren over het beheer en de inrichting van hun grondgebied. Minder gebiedsvreemde villaparkachtige inrichting is het streven, meer landschapseigen elementen.
'Er is toenemende vraag naar landschapscoaches'
Landschapscoach Robert Pater gaat proberen het fraaie Twentse coulissenlandschap te vrijwaren van kerstbomen en villaparkachtige tuinen.

Landschapscoach. Is dat de baan waar u vroeger als kleine jongen al van droomde?
Robert Pater: ‘Dat is pas wat later gekomen, haha. Hoewel, als kleine jongen in Twente ben ik al door natuur en landschap geënthousiasmeerd geraakt. Ik heb er mijn opleiding in gedaan: Bos, Natuur en Landschap, en later ook ecologie van het Nederlandse landschap. Daarna ben ik ook in verschillende functies bij het onderwerp betrokken geweest, zo ook nu als adviseur natuur en landschap namens Landschap Overijssel.’
Is landschapscoach een nieuwe functie of een pakkender naam voor iets wat al bestond?
‘Allebei een beetje, denk ik. Als Landschap Overijssel beheren we onze eigen natuurgebieden in de provincie. Daarnaast hebben we ook een rol in het landelijk gebied waarbij we particuliere grondeigenaren adviseren en stimuleren om het landschap te herstellen en goed te beheren. De afgelopen jaren hebben we daar samen met de provincie Overijssel middelen voor beschikbaar gesteld. Het heette tot nu toe landschapscoördinatie en zo heet het in veel gemeenten nog steeds. Er is toenemende vraag naar, zo bleek uit onderzoek door de gemeenten Tubbergen en Dinkelland. Dat heeft te maken met veranderend grondgebruik, veranderende maatschappelijke opgaven en een veranderende bevolkingssamenstelling in het buitengebied. Daar willen die twee gemeenten alvast op voorsorteren. Je hebt hier al een aantal jaren een erfcoach. Die richt zich vooral op de sociale problematiek op het erf, met name in het agrarisch gebied. En nu is er dus ook een landschapscoach.’
Wat maakt het Twentse landschap uniek?
‘De kleinschaligheid. Het is een heel gevarieerd coulissenlandschap, waarbij rond de stuwwal van Ootmarsum en Oldezaal ook nog reliëf optreedt. Je hebt hier houtwallen en geriefhoutbosjes met bomen van meer dan honderd jaar oud. Eeuwenoud hakhout. Kleine eenmans-esjes die de ruilverkaveling hebben overleefd. Daarnaast ook veel waardevolle natuurgebieden en landgoederen. Het landschap vormt een aantrekkelijk leefgebied om in te wonen, te werken en te recreëren. En er leven veel verschillende soorten dieren en planten.’
Ineens heeft zo’n nieuwe eigenaar een paar hectare grond beschikbaar of een klein landgoedje. Ja, en dan?
Waarom is er dan toch een landschapscoach nodig?
‘Er zijn naast veranderend landgebruik ook veel nieuwe bewoners bijgekomen in het buitengebied. Het is hot om daar te wonen, misschien ook door toedoen van corona. Ineens heeft zo’n nieuwe eigenaar een paar hectare grond beschikbaar of een klein landgoedje. Ja, en dan? Je kunt niet verwachten dat elke particuliere grondeigenaar meteen een professioneel landschapsbeheerder is. Daarom vinden wij het belangrijk dat we die mensen bij de hand kunnen nemen. In wat voor type landschap woon je? Wat is er nog van intact en wat zou je eraan kunnen bijdragen? Wat zijn passende landschapselementen en beplanting op deze locatie? Dat vind ik betekenisvol werk. Ook omdat je als professional meer achtergrondinformatie hebt en meer kansen ziet dan als de doorsnee particulier.’
Wat zie je in de praktijk nu vaak gebeuren?
‘Het kan gebeuren dat de eigenaar de boel laat zoals die is. Terwijl er ook kansen liggen om bijvoorbeeld een houtwal weer als hakhout terug te zetten. Of om de structuur te verbeteren of de onderbegroeiing gevarieerd te houden. Dat je gebruik kunt maken van inheemse bomen en struiken, in plaats van een laurierkers die ‘s winters wel dicht is maar weinig te bieden heeft voor de biodiversiteit en afbreuk doet aan de streekeigen identiteit van het landschap. Of er gaat een rij kerstbomen de auto in. Of iemand krijgt een partij struiken en bomen, die dan ergens lukraak worden neergezet, terwijl je ook zou kunnen kijken naar oude structuren in het landschap. Kun je verbindingen aanleggen tussen natuurgebieden? Gebruik je de juiste bloemenmengsels op een bepaalde grondsoort? Kan er een rij knotwilgen langs een sloot? Ligt er een diepere laag in het landschap voor een amfibieënpoel of voor een fruitboomgaardje zoals die van oudsher op erven voorkwamen? Dat waren elementen die in het verleden deel uitmaakten van de bedrijfsvoering of van de zelfvoorzienendheid in het buitengebied. Ze waren vanzelfsprekend. Nu kom je die veel minder vaak tegen.’
Hoe ver gaat uw rol? U bent geen gratis tuinarchitect, neem ik aan.
‘Tuinen, daar blijven we verre van. Het gaat om het landschap buiten het erf. Soms is het een beetje grijs gebied. We gaan geen tuinontwerp doen, wel landschapsadvies over inrichting en beheer. We kijken hoe het landschap te verbeteren valt. En in tweede instantie welke regelingen beschikbaar zijn om dat mogelijk te maken. We hebben als Landschap Overijssel op dit moment een regeling Aanleg landschapselementen waarvoor we via het Aanvalsplan Landschap vanuit het rijk budget hebben gekregen. Zo kunnen we als dit voldoende bijdraagt samen met een particuliere grondeigenaar een ontwerp én een werkplan maken, waarbij er ook uitvoeringsbudget aan is gekoppeld. Het streven is om er in het verlengde hiervan een langjarig beheercontract aan te koppelen. Bijvoorbeeld via de regeling Groene en blauwe diensten of het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Dan is ook een jaarlijkse beheervergoeding beschikbaar.’
Sinds Tubbergen en Dinkelland een paar weken geleden een persbericht verspreidden, zitten we al op twintig nieuwe aanmeldingen.
Hebt u de stille wens als landschapscoach te werken voor heel Overijssel?
‘We werken als Landschap Overijssel met meerdere adviseurs in het landelijk gebied. Ik heb de regio Noordoost-Twente; drie andere adviseurs doen de andere regio’s, ondersteund door projectmedewerkers met kennis van zaken. Sinds Tubbergen en Dinkelland een paar weken geleden een persbericht verspreidden, zitten we al op twintig nieuwe aanmeldingen. Het zou mooi zijn als andere gemeenten zich aansluiten en ook gaan meefinancieren. Want het is ook in hun belang dat het landelijk gebied ook landelijk van karakter blijft. En dat er niet allerlei gebiedsvreemde elementen en een soort van villaparken verschijnen die daar afbreuk aan doen.’
Een voetbalcoach leeft bij de punten die hij haalt. Wanneer is de landschapscoach een succes?
‘Goeie vraag. Als er voldoende animo voor is in het landelijk gebied, denk ik. En dat je als landschapscoach ook landschappelijke impact hebt. Dat grondeigenaren blij met je zijn. Dat ze zich realiseren: dit had ik zelf zo niet bedacht en ik heb nu meer kennis en achtergrondinformatie. Hij kan koppelingen leggen met verschillende regelingen en partijen – die coach maakt toch echt wel het verschil.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.