Opnieuw heeft de Raad van State natuurvergunningen voor 'emissiearme stallen' in Noord-Brabant vernietigd, omdat onzeker is of de technische installaties die de ammoniakuitstoot moeten verlagen echt werken.
Raad van State wijst natuurvergunning emissiearme stallen af
De rechters wijzen erop dat de uitstootvermindering die op papier gehaald zou moeten worden, in de praktijk vaak tegenvalt.
Nog meer stikstof
De provincie had de vergunningen volgens de hoogste bestuursrechter niet mogen verlenen, omdat niet valt uit te sluiten dat natuurgebieden in de omgeving van de stallen nog meer stikstof te verduren krijgen. In de uitspraken van woensdag ging het over vergunningen voor een varkenshouderij in Reusel en melkveehouderijen in Etten-Leur en Luyksgestel. Over die vergunningen moet het provinciebestuur nieuwe besluiten nemen.
De rechters wijzen op verschillende onderzoeken waaruit blijkt dat de uitstootvermindering die op papier gehaald zou moeten worden, in de praktijk vaak tegenvalt. Het provinciebestuur had uit een van die onderzoeken echter ook gehaald dat de uitstoot met de juiste voorschriften wel genoeg zou kunnen afnemen. De varkenshouder in Reusel kreeg daarom een vergunning waarin onder meer bepalingen stonden over het onderhoud en toezicht op de zogeheten combiluchtwassers. In theorie verlagen die de uitstoot van ammoniak met 85 procent.
Onderzoek te beperkt
Ammoniak is een stikstofverbinding die in te hoge concentraties de natuur kan schaden. Door een te hoge stikstofdepositie kunnen bijvoorbeeld eiken afsterven en zeldzame plantensoorten verdwijnen.
Volgens de Raad van State was het onderzoek waar de provincie zich op baseerde ‘te beperkt van opzet’. Het geeft te weinig zekerheid om aan de strenge natuureisen te voldoen. Omdat een groot deel van de beschermde natuurgebieden al jaren kampt met te hoge stikstofconcentraties, mag daar in principe niks bijkomen zolang natuurherstel uitblijft.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Had de Raad van State deze uitspraak niet beter kunnen aanhouden tot dat duidelijk is wat er na het aantreden van de nieuwe regering nog van die zgn. strenge natuurwetgeving dreigt over te blijven? Inmiddels is namelijk wel duidelijk dat sommige regels/wetgeving van de vorige regering ernstig ter discussie staan.