Stoepen, bankjes, trappen, plantenbakken. Ik loop het allemaal straal voorbij nadat ik mijn auto langs Het Lopende Diep parkeer en mij door de Groningse binnenstad richting de Rode Weeshuisstraat 12 begeef. Het van buiten weinig charmante pand werd ooit gebouwd als bankgebouw. Daarna kreeg het allerlei gebruikers, tot voor kort de Rijksuniversiteit Groningen. Nu huisvest het via een anti-kraak constructie onder andere de studio van fotograaf en skater Hobbe Hollands.
Door de ogen van de skaters
Van ontmoedigingsbeleid naar een ‘speelbare’ binnenstad.
Werk en hobby
De inrichting van de studio Hollands (40) verraadt dat zijn hobby en werk diep met elkaar verweven zijn. Er hangt een skateboard aan de muur en in de hoek staat een grote geprinte foto van een skater die op een plantenbak kunstig op de achterkant van zijn board balanceert. Hollands is zich sinds een jaar volledig op zijn fotografie gaan focussen. Als freelance opdrachtnemer, en als docent. Hiervoor was hij lang jongerenwerker. Ook werkte hij voor de gemeente Stadskanaal als beleidsmedewerker op het gebied van onderwijs en leerplicht.
Skatestoppers
Het skaten komt regelmatig terug in zijn fotografiewerk. Zo maakte vorig jaar een fotoserie voor GRAS, het architectuurcentrum in Groningen. Daarin liet hij zien hoe de gemeente Groningen op allerlei plekken ‘skatestoppers’ had geplaatst. Metalen obstakels die het skaten onmogelijk maken. Ook schoot hij voor GRAS in 2020 tijdens de coronapandemie plaatjes van spookachtig lege straten, die voor skaters juist een walhalla werden. Een grote speeltuin, waarvan ieder onderdeel op unieke manieren gebruikt kon worden, zonder dat er iemand in de weg liep. Maar de pandemie hield op, de bedrijvigheid kwam terug naar de Groningse binnenstad, en de skaters werden weer beperkt in hun bewegingsvrijheid. Dat schuurt soms, maar lang niet altijd meer.
Publieke opinie
‘De publieke opinie is de afgelopen twintig jaar 180 graden gedraaid’, vertelt Hollands in zijn werkruimte. ‘Als wij op straat skaten blijven heel veel mensen staan om te kijken. Ze zeggen ‘oh wat knap’ op ‘wat leuk’. Dat was vroeger echt wel anders.’ Toch geldt er sinds kort op verschillende plekken in het centrum van Groningen een skateverbod en zijn de ‘skatestoppers’ nog volop aanwezig. De gemeente, die op sommige fronten welwillend blijkt te zijn en de skaters echt tegemoetkomt, is anderzijds restrictief bezig. We stappen het oude bankgebouw weer uit en lopen in een paar minuten naar de Grote Markt, één van de plekken waar niet meer geskatet mag worden.
De straat trekt heel erg aan, het bruist, en het stimuleert creativiteit.
Brandbrief
Hollands vertelt dat een groep skaters ongeveer 6,5 jaar geleden een brandbrief naar de gemeente stuurde om de erbarmelijke staat van de lokale skateparken aan te kaarten. ‘Verzakte ‘ramps’, scheuren in het beton, verroeste uitstekende metalen platen.’ Groningen nam de brief serieus. Er kwam een Urban Sports Agenda en er werd in 2023 een nieuw skatepark gebouwd in Stadspark. Skatend Groningen was blij. Maar verzadigd? Nee, dat niet. Skaten in een park is leuk, maar in essentie een hele andere sport dan skaten op staat. ‘Dat iets niet bedoeld is om op te skaten maakt het juist extra uitdagend. De straat trekt heel erg aan, het bruist, en het stimuleert creativiteit.’
Net als schaatsen
Dat blijkt in de praktijk lastig uit te leggen aan mensen zonder ‘feeling’ met de subcultuur. De meeste gemeenteambtenaren bijvoorbeeld. Hollands doet toch een poging. ‘De vergelijking die het beste werkt voor Nederlanders is denk ik schaatsen. Sommige mensen schaatsen wel eens op een ijsbaan, maar op het moment dat het buiten vriest dan wordt heel Nederland gek en wil iedereen natuurijs op, terwijl die schaatsbaan er altijd al was. Nou, voor ons is de hele stad dat natuurijs. Als je een skatepark bouwt dan is dat heel mooi, daar zijn we als skaters heel blij mee. Maar, het zal er nooit voor zorgen dat er niet meer op straat wordt geskatet. Dat lijkt voor gemeenten vaak impliciet het doel te zijn.’
Spots en gaps
Onderweg naar de markt lopen we langs een ‘spot’, zoals dat heet in de skatecultuur. Een plek, obstakel, attribuut, element. Iets met een uitdaging voor skaters en waar een truc op kan worden gedaan. In dit geval twee granieten bankjes met een ‘gap’ (lees gat) van ongeveer 30 centimeter ertussen. Juist dat gat maakt dit een bekende skatespot. ‘Dat is het interessante hiervan. Je kunt een truc doen op het ene bankje, en dan naar het andere bankje toe. Bij dit soort spots is het altijd de uitdaging om iets te doen wat nog nooit gedaan is. Iedereen weet ook wat er al gedaan is, wat de vetste truc was, en wie die heeft gedaan. Wij navigeren de stad aan de hand van ‘spots’. We zeggen niet ‘bij de supermarkt’, we zeggen ‘daar bij die spot met 4 traptreden’. Dat proberen we dan vaak weer vast te leggen met fotografie, wat ook veel beter werkt op straat dan in een skatepark.’
Beschadigd
De twee bankjes blijken niet onomstreden. De randen van het zitvlak, het stuk waar de skaters op ‘grinden’ (lees glijden met hun bord) is licht beschadigd. Er zitten een soort strepen op, die er volgens Hollands met wat moeite wel afgepoetst kunnen worden. De beschadigingen aan de bankjes werden door de gemeente in gesprekken met de skaters gebruikt als stok om mee te slaan, toen onder andere Hollands pleitte voor acceptatie van skateboarden in de openbare ruimte. Hij wijst op de onderkant van het bankje, waar een groot brok van het massieve steen is weggeslagen. ‘Dat komt sowieso niet door skaters, daar is gewoon een auto tegenaan gereden. Daar hoor je ze niet over.’
The shock troops of gentrification
Terwijl ik op de route richting het anti-kraakpand nog blind langs de bankjes was gelopen, zie ik onderweg naar de Grote Markt overal potentiële ‘spots’. Hoogteverschillen waar je vanaf kunt springen. Geen bankjes, trappen of plantenbakken meer, maar rails, ‘gaps’ en ‘quarterpipes’. Maar ook gladde winkelstraten, en straatjes of stoepen die door het gebruik van ruwe klinkers onbegaanbaar gemaakt zijn. Het maakt de straat interessanter voor de aanschouwer, dat wel. Maar wat het oplevert? Hollands refereert aan een waslijst met onderzoeken, waaruit blijkt dat skateboarden onder andere sociale controle, gemeenschapszin, stedelijke ontwikkeling en fysieke beweging met zich meebrengt. ‘The shock troops of gentrification.’ Zo werden de skaters zelfs gedoopt door professor Ocean Howell van de University of Oregon.
Iedere gemeente heeft een probleem met sportende kinderen, vooral met jongeren vanaf een jaar of 14. Juist dan beginnen veel jongeren met skaten.
Urban Sports Ambtenaar
‘Wij hebben contact met de Urban Sports Ambtenaar en daar zijn we erg blij mee, maar we merken dat het in de rest van de organisatie niet doorkomt. De afdeling sport wil echt wel wat voor skateparken doen en zelfs wel meedenken in de openbare ruimte. Maar, de mensen die daar dan weer vooral over gaan, bij infrastructuur, boeit het een stuk minder.’ De skaters richtten zelfs een stichting op om maar als gesprekspartner te worden gezien, maar de resultaten en het contact vallen tegen. ‘Iedere gemeente heeft een probleem met sportende kinderen, vooral met jongeren vanaf een jaar of 14. Juist dan beginnen veel jongeren met skaten, maar dat blijft onzichtbaar, dus lijkt het geen rol te spelen in het debat.’
Skateverbod
Aangekomen op de Grote Markt wijst Hollands op een gebogen plantenbak rondom een boom. De gemeente heeft met de bouw ervan, eigenlijk per ongeluk, een perfecte plek om te skaten gecreëerd. Al jaren wordt er volop gebruik van gemaakt. De plantenbak lijkt als nieuw, toch geldt hier op de markt het skateverbod. ‘Dat verbod kwam toen ze hier een nieuwe fontein hebben geplaatst. Ik denk uit angst dat erop geskatet zou worden. Het verbod is ook niet onderbouwd, al zegt de gemeente dat er meldingen waren van overlast. Ze hebben het over onveiligheid, maar er zijn geen cijfers over bekend. Er wordt vaak gezegd dat het winkelend publiek er last van heeft, maar weetje wat het is: wij gaan hier helemaal niet skaten op een koopavond. Dat is voor ons ook niet te doen.’
Europese voorbeelden
Hollands zegt te willen gaan van een sentiment van ontmoediging naar een van synergie. De gemeente hoeft geen rode loper uit te rollen, maar zou de openbare ruimte net als de skaters moeten beschouwen als ‘speelbaar’. Met bijvoorbeeld bij bouwprojecten aandacht voor elementen, bankjes, plantenbakken, die een dubbele functie kunnen bekleden. ‘Er zijn in Europa hele mooie voorbeelden in bijvoorbeeld Malmö en Bordeaux, waar het skaten omarmd wordt als subcultuur en als een sport, zoals bij zoveel sporten al lang het geval is. In Nederland zie je dat Rotterdam en Amsterdam een stuk verder zijn, en ‘urban sports’ ook al breder doorgevoerd is in de gemeentelijke organisatie.’
Samen verder
‘Ik wil echt niet zuur overkomen, maar het is tijd dat we hier gewoon een goed constructief gesprek over kunnen hebben met de gemeente en dat we niet worden gezien als baldadig of opstandig. Ik ben 40, ik heb twee kinderen. Ik heb er helemaal geen zin in om ergens te worden weggestuurd. Ik denk dat we er samen uit kunnen komen als de gemeente inziet dat we echt iets waardevols toevoegen aan de stad.’
Lees het hele artikel deze week in BB19.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.