Het door de VNG gelanceerde Risicobeheerfonds zou in strijd zijn met de regels voor aanbesteden en staatssteun. Dat zegt verzekeringsmakelaar Acrisure, die gemeenten adviseert om niet over te stappen. Hierop heeft de VNG advocatenkantoor Straatman Koster een analyse laten optekenen. Die stelt dat het collectieve risicobeheer wel doorgang kan krijgen.
Risicobeheerfonds staatssteun? VNG weerlegt kritiek
Het Risicobeheerfonds zou in strijd zijn met de regels voor aanbesteden en staatssteun. Dat zegt verzekeringsmakelaar Acrisure.
Risicobeheerfonds
Het Risicobeheerfonds moet gemeenten meer grip gaan geven op hun verzekeringsportefeuille. Onderdeel daarvan is niet alleen een kennisnetwerk dat inzicht moet bieden in risico’s en preventie, maar ook het daadwerkelijk onderbrengen van risico’s bij een collectieve verzekering. Uit berekeningen van de VNG blijkt dat gemeenten miljoenen kunnen besparen door niet meer in zee te gaan met commerciële verzekeringsmaatschappijen.
Kritiek vanuit de markt
Verzekeringsmakelaar Acrisure publiceerde vervolgens een advies aan gemeenten om niet over te stappen naar het Risicobeheerfonds. Volgens Acrisure zou het in strijd zijn met het aanbestedingsrecht en de regels voor staatssteun. Daarbij wijst het bedrijf op de verplichting die gemeenten hebben om hun verzekeringsportefeuille aan te besteden. Ook stelt Acrisure dat er sprake zou zijn van staatssteun.
Analyse Straatman Koster
Straatman Koster ontkent niet dat gemeenten in beginsel hun verzekeringsportefeuille moeten aanbesteden, maar stelt in haar analyse dat de VNG gebruik kan maken van een wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, de zogenaamde ‘quasi-inhouse’ regeling. Wanneer de aanbestedende diensten zeggenschap hebben over de opdrachtnemer, de opdrachtnemer voor meer dan 80 procent activiteiten verricht voor de aanbestedende diensten en er geen sprake is van privaat kapitaal, dan mag worden afgeweken van de aanbestedingsplicht.
Staatssteun
Acrisure stelt daarnaast dat het Risicobeheerfonds in strijd kan zijn met Europese staatssteunregels en mededingingsregels van de Wet Markt en Overheid. Volgens Straatman Koster is dat niet het geval. Hoewel het Risicobeheerfonds voldoet aan meerdere voorwaarden van ongeoorloofde staatssteun, is het volgens het advocatenkantoor niet terecht om het fonds aan te merken als een onderneming die diensten verricht met een economisch karakter. Dat gezegd hebbende klinkt er in de analyse op dit punt wel enige onzekerheid door.
Economisch karakter?
Zo schrijft het advocatenkantoor dat de Europese Commissie, die toezicht houdt op naleving van de staatssteunregels, zich op het standpunt stelt dat alleen het feit dat overheden besluiten een dienst intern te verrichten niet direct betekent dat een activiteit geen economisch karakter heeft. Zeker wanneer andere marktdeelnemers bereid en in staat zijn de dienst aan te bieden. Een voorbeeld waarvan de rechter heeft gezegd dat het wel mag is de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO), al is dat volgens Straatman Koster net een andere constructie omdat de RSO onderdeel is van dezelfde rechtspersoon.
Enige onzekerheid
Al met al concludeert Straatman Koster dat het ‘goed bepleitbaar’ is dat de activiteiten van het Risicobeheerfonds geen economisch karakter hebben en daarom niet onder de staatssteunregels vallen. Deze conclusie is wel ‘met enige onzekerheid omgeven’. Daarnaast concludeert het advocatenkantoor dat deelname van gemeenten in het Risicobeheerfonds tot dusdanige kostenbesparingen leidt, dat de daarvoor benodigde kapitaalinvestering als marktconform is aan te merken. De VNG schrijft in een reactie op de analyse door Straatman Koster dat het Risicobeheerfonds daarmee wel aan de regels voor aanbesteden en staatssteun voldoet.

Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Er is maar één Overheid, onderverdeeld in tal van instellingen en instituties. Als deze Overheid of een onderdeel daardan een collectieve bemiddelingsfunctie realiseert en in stand houdt is er dan sprake van Staatsssteun? Het lijkt mij van niet.