Zeist houdt al jaren op rij geld over. Onderzoek van de lokale rekenkamer wijst uit dat het overschot voor een groot deel komt doordat de gemeente tijdens het jaar onverwacht extra geld ontvangt: met name specifieke uitkeringen van het rijk en een hogere ozb-opbrengst dan begroot.
Vooral Haags strooigoed zorgt voor onderbesteding in Zeist
Van een personeelstekort is bij de gemeente Zeist geen sprake, wel aan een gebrek aan kennis en expertise.
Slagkracht
De lokale rekenkamer zet in het rapport Slagkracht en innovatie in Zeist uiteen waarom de gemeente telkens veel meer geld over houdt dan begroot. Volgens de ingehuurde onderzoekers van Twijnstra Gudde is er niet zo heel veel mis met de slagkracht van de gemeente voor het uitvoeren van activiteiten – een argument dat Binnenlandse Zaken de laatste jaren bij herhaling aanvoert ter verklaring van de onderbesteding bij lokale overheden: onvoldoende ambtenaren.
Personeelstekort
Van een personeelstekort is volgens de onderzoekers bij de gemeente Zeist in elk geval geen sprake. ‘Hoewel de gemeente te maken heeft met de krappe arbeidsmarkt, is voor betrokken ambtenaren de grootte van de formatie meestal geen significante factor in onderrealisatie’, zo stellen ze. ‘Wel is kennis en expertise volgens hen een verklarende factor. De gemeente heeft bijvoorbeeld te maken met beperkingen in formatie op specialismen, zoals planologen en experts omtrent de omgevingswet.’ Om die reden valt Zeist terug op externen. En dat is – vooral de laatste jaren – een probleem, want wanneer veel wordt ingehuurd, wordt opgedane kennis en expertise beperkt verankerd in de organisatie. ‘In plaats daarvan ‘vervliegt’ de kennis en expertise nadat ingehuurde krachten de gemeente weer verlaten. Wisselende personen op functies kan voor vertraging zorgen, doordat bijvoorbeeld opnieuw relaties moeten worden opgebouwd of dat het tijd kost om mensen op vlieghoogte te brengen.’
Specifieke uitkeringen
Een belangrijke factor waardoor grote delen van de budgetten onbenut blijven en moeten worden doorgeschoven naar andere jaren, is dat er gaandeweg het lopende jaar nieuwe activiteiten boven op de bestaande werkvoorraad komen. ‘Bijvoorbeeld door landelijke wetgeving of het beschikbaar komen van specifieke uitkeringen – die uiteindelijk niet kunnen worden gerealiseerd in het huidige begrotingsjaar’, aldus het rapport.
Langere procedures
Verder duren voor meerdere projecten voorbereidende procedures langer dan vooraf ingeschat en zijn er vertragingen bij externe partners wanneer die bijvoorbeeld te weinig capaciteit, of kennis en expertise in huis hebben om de benodigde vaart te maken. Daarnaast neemt de complexiteit van projecten toe, onder andere door participatieprocessen – verplicht sinds de invoering van de Omgevingswet. Die participatie vergt meer tijd. En niet in de laatste plaats: steeds meer projecten – met name in het ruimtelijk domein – krijgen te maken met juridische procedures. Dat kan ertoe leiden dat projecten langer duren dan gepland, waardoor budgetten niet worden besteed.
Ozb-inkomsten
Daarnaast valt de rekenkamer op dat begrote budgetten soms lager uitvallen dan begroot, doordat het aantal cliënten of het aantal vragen achterblijft. ‘Zo is te zien dat voor een aantal subsidies fors minder aanvragen zijn dan aanvankelijk gedacht. Of dat er op het sociaal domein uiteindelijk minder cliënten zijn dan berekend. Tevens is meerjarig te zien dat de OZB-inkomsten hoger uitvallen dan begroot, in 2024 ruim 1,6 miljoen euro’, aldus de onderzoekers.
Beter anticiperen
Niet alle aspecten zijn volgen hen goed te voorspellen, zoals in het sociaal domein. Maar er kan zeker beter orden gekeken naar trends en ontwikkelingen om benodigde budgetten te analyseren. Een betere analyse leidt daarbij tot meer voorspellend vermogen, waardoor onderuitputting kan worden voorkomen. En al is een deel van de knelpunten niet te beïnvloeden door de gemeente, daarmee is volgens de onderzoekers niet gezegd dat er niet op te anticiperen valt. Door knelpunten goed in beeld te brengen, kan dat volgens hen wel degelijk. Maar omdat het nu te weinig gebeurt, zijn planningen te optimistisch en worden ze niet behaald.

Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Een overschot op de begroting is niet erg als deze begrotingsgelden maar niet structureel worden gebruikt om de vermogenspositie te verbeteren.
De meest geijkte methode is dat een overschot in een bepaald jaar begrotingsruimte creëert en vervolgens (grotendeels) wordt gebruikt voor investeringen in het daarop volgende jaar. Een structureel overschot op de begroting behoort verder niet te leiden tot het verlagen van het voorzieningenniveau. Dit soort uitgangspunten gelden trouwens voor alle Overheden.