We zitten midden in één van de grootste bezuinigingsopgaves van de afgelopen decennia. En nee, het gaat niet alleen om getallen. Het gaat om keuzes. Schurende, pijnlijke, politieke keuzes. Maar voordat die keuzes het daglicht van de gemeenteraad zien, zijn ze vaak al door tientallen ambtelijke handen gegaan. En daar wringt het.
Tegenkracht gevraagd: de controller als gewetensfunctie van de gemeente
Een column over de worsteling van de controllers
Onlangs sprak ik met een groep financial en business controllers. Over hun vakmanschap. Over hun rol. En vooral: over hun positie. Want als er ergens behoefte is aan tegenkracht, dan is het wel bij de voorbereiding van beleidsvoorstellen die de toekomst van een gemeente of gemeenschappelijk regeling bepalen.
Wat mij opviel? De worsteling. Controllers weten vaak zeer goed dat bepaalde plannen financieel niet haalbaar zijn, of operationeel niet uitvoerbaar. Geen geld, geen mensen, geen realisme. Maar durven ze dat ook te zeggen? En belangrijker: wordt er naar hen geluisterd?
In het boek “De veranderende rol van de public controller” geven de auteurs (Budding en Wassenaar, 2018) de volgende definitie van de rol van de controller: "De public controller adviseert het leiderschap gevraagd en ongevraagd bij het formuleren en realiseren van maatschappelijke en financiële resultaten, ontwerpt daarvoor het management control systeem en faciliteert het afleggen van publieke verantwoording. De public controller verzamelt, analyseert, informeert en adviseert op een zo veel mogelijk objectieve wijze”.
En uit onderzoek gericht op wat managers van controllers verwachten (Budding & Wassenaar, 2021) komt naar voren dat controllers wel wat vaker ongevraagd advies zouden mogen geven.
Laten we het als tegenkracht beschouwen. Tegenkracht begint niet bij hard roepen. Het begint bij een cultuur waarin je kritisch móét zijn. Waarin je mag zeggen: “Dit plan klinkt goed op papier, maar wie gaat het uitvoeren? Met welk budget? En tegen welke risico’s?”
Soft controls, noemen we dat tegenwoordig: ruimte voor feedback, integriteit, voorbeeldgedrag en vooral dat de dingen bespreekbaar zijn en mensen aanspreekbaar.
Maar als de politiek doordendert en het college vooral voordelen wil zien, dan moet je als controller meer zijn dan een spreadsheetfluisteraar. Dan ben je de gewetensfunctie van de organisatie.
De komende jaren vraagt dit om robuust vakmanschap. Niet alleen kunnen rekenen, maar ook durven rekenen. Niet alleen adviseren, maar ook schuren. Niet wegglippen in loyaliteit of politieke sensitiviteit, maar het eerlijke verhaal vertellen. En ja, soms betekent dit dat je zegt: “Dit plan is een luchtkasteel.” Of: “Dit voorstel laat geen afweging zien, maar een verkooppraatje.”
Tegenkracht is geen luxe. Het is een noodzaak. Zeker als de ruimte krap is, moeten we elkaar scherp houden. Controllers, juristen, HR adviseurs, beleidsadviseurs — het zijn de filters tegen wensdenken. De bewakers van realisme.
Dus gemeenten, organiseer die tegenkracht. Koester de kritische luis in de pels. Want in tijden van schaarste is het niet de droom, maar de werkelijkheid die telt.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.