Hoe bent u in dit Comité terecht gekomen?
Het lidmaatschap hoort bij mijn functie als wethouder van economische zaken in Den Haag. In totaal heeft Nederland twaalf leden afkomstig uit provinciaal of gemeentelijk bestuur die gevraagd of ongevraagd advies geven en daarmee bijdragen aan de Europese beleidsvorming. Ik wilde geen slapend lid zijn. Daarom heb ik me vorig jaar kandidaat gesteld voor het rapporteurschap sociale uitsluiting en gewerkt aan een advies.
‘Lobbyen hoort erbij’
Vorig jaar werd de Haagse wethouder Sociale Zaken en Economie Henk Kool (53) benoemd tot rapporteur sociaal beleid van het Comité voor…
Wat is uw advies?
Ik pleit voor sociale participatie. Er moet meer actie komen om te voorkomen dat langdurig werklozen afglijden naar de rand. Ik wil ze uit hun huizen halen en stimuleren vrijwilligerswerk te doen of een sportactiviteit. Het gaat erom dat ze aansluiting vinden met de samenleving. Ik ben erg blij dat het advies unaniem is aangenomen en dat er in de toekomst Europese subsidies vrijkomen voor sociale participatie. Dat is toch een doorbraakje.
Hoe is u dat gelukt?
Je moet het advies aankleden, anders valt het in dorre aarde. Ik heb er een boekje bij laten maken met best practices en samen met de desbetreffende eurocommissaris de persconferentie gegeven. Daarnaast heb ik het advies toegelicht aan ambtenaren die het beleid schrijven en op alle mogelijke congressen en symposia het advies uitgedragen. Een beetje lobbyen hoort erbij. Het CVDR is natuurlijk maar één actor.
Wat maakte Brussel voor een indruk op u?
Ik vond het zeer imponerend om met 370 leden in 27 talen te vergaderen in de zaal van het Europees Parlement. Brussel zelf is een labyrint van kantoren. Ik werd er heel klein van. Gelukkig hebben we als G4 een lobbyist in Brussel zitten en die heeft me op weg geholpen. Nu weet ik zogezegd hoe ik zelfstandig van hotel naar vergaderzaal kom.
Is het te combineren met het wethouderschap?
Ik werk hard en lang en heb dagen van negen uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds. Brussel is binnenland geworden en vergaderingen vinden plaats in alle uithoeken van Europa. Soms ben ik twee dagen weg en zodra ik geland ben, liggen de stapels post al weer klaar in de auto. Ik verbaas me er zelf over dat ik het volhoud, maar ik vind het erg leuk. Het geeft me ook energie. Nee, ik sta niks af uit mijn portefeuille, ben je gek geworden.
Wat heeft de stad Den Haag eraan?
Ik maak me sterk voor de economische ontwikkeling in Den Haag en leg contacten die belangrijk zijn voor de stad. Ik denk dat Den Haag meer aan me heeft als ik op pad ben en kan lobbyen en netwerken, dan dat ik achter mijn bureau blijf zitten in het ijspaleis (bijnaam voor het Haagse stadhuis, red.). Ik weet nu wat de laatste trends zijn in Europa en welke Europese subsidies op welke manier worden uitgereikt.
Wat is het grootste misverstand over uzelf?
Mensen denken vaak dat ik heel hard ben, een vechter, terwijl ik een enorme hekel heb aan conflicten. Ik ben eerder een compromis-figuur.
Wanneer vertrekt u definitief naar Brussel?
Ik zeg nooit nooit. Maar nu vind ik de combinatie juist zo mooi. In Den Haag kan ik me op concrete zaken richten als het opknappen van een winkelstraat of het helpen van ondernemers. In Europa kan ik de agenda’s van Den Haag, de VNG en Europa stroomlijnen.
