Toegankelijkheid van digitale diensten wordt vaak gezien als een technische randvoorwaarde, maar wie niet kan meekomen, haakt af. De European Accessibility Act komt eraan, maar het echte gesprek moet gaan over welke mensen we opofferen als we blijven wegkijken.
Digitale uitsluiting is een beleidskeuze
Digitale loketten worden vaak gepresenteerd als modern en efficiënt, maar voor een groeiende groep vormen ze juist een obstakel.
Begin deze week sprak ik met Thomas Koorndijk van het Regionaal Bureau Zelfstandigen in Rotterdam. Hij vertelde hoe sommige digitale aanvraagtrajecten wel anderhalf uur kunnen duren. Anderhalf uur. Voor mensen die moeite hebben met lezen, met navigeren of überhaupt met het digitale domein, is dat ondoenlijk. 'Ouderen haken hier gewoon af,' zei hij. 'Vooral de kwetsbare groep.' Het is geen uitzondering, maar een patroon dat we structureel over het hoofd zien.
Digitale loketten worden vaak gepresenteerd als modern en efficiënt, maar voor een groeiende groep vormen ze juist een obstakel. Denk aan een blinde gebruiker van wie de screenreader niet uitleest wat er ingevuld moet worden, of iemand zonder laptop of DigiD, die al snel vastloopt. Ondertussen verdwijnen fysieke balies en wordt telefonisch contact beperkt. Voor wie het tempo niet bijhoudt, wordt afhaken onvermijdelijk.
Meer dan vier miljoen Nederlanders lopen dagelijks tegen digitale obstakels aan
Digitale uitsluiting raakt aan autonomie en gelijkwaardigheid. In een samenleving waarin zorg, toeslagen, reizen en solliciteren steeds vaker online verlopen, betekent ontoegankelijkheid simpelweg uitsluiting van het maatschappelijk verkeer.
Daarom is de aankomende inwerkingtreding van de European Accessibility Act (EAA) op 28 juni 2025 geen technocratische bijzaak, maar een sociaal-maatschappelijke lakmoesproef. Voor het eerst worden ook commerciële aanbieders verplicht hun websites, apps en diensten toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Een belangrijke stap, maar tegelijk confronterend, want het toont hoezeer we die toegankelijkheid tot nu toe hebben gezien als een gunst of nichethema, in plaats van als voorwaarde voor een rechtvaardige samenleving.
Overheden zijn al wettelijk verplicht om digitale producten toegankelijk te maken. Hoewel het nog niet overal goed gaat, zien we daar ten minste vooruitgang. In het bedrijfsleven blijft toegankelijkheid echter vaak achter. Webshops, apps en klantenportalen worden gebouwd zonder rekening te houden met mensen die geen muis kunnen gebruiken, schermlezers nodig hebben of moeite hebben met lezen. Alsof zij er niet toe doen.
Dat is geen onwetendheid meer, maar het bewust accepteren van digitale uitsluiting. De impact is groot. Wie geen verzekering kan afsluiten of geen sollicitatieformulier kan invullen, verliest niet alleen toegang, maar ook regie, onafhankelijkheid en waardigheid.
In Nederland lopen meer dan vier miljoen mensen dagelijks tegen digitale obstakels aan. Toch wordt toegankelijkheid in het bedrijfsleven nog vaak afgedaan als 'iets voor de overheid'. De vraag is niet óf het technisch kan – dat weten we al lang. De vraag is: vinden we het belangrijk genoeg?
Misschien is het tijd dat professionals, ook in het sociale domein, samen met beleidsmakers en ondernemers niet alleen nadenken over efficiëntie en innovatie, maar ook over wie ze vergeten. Want in het huidige systeem is het stil rondom mensen die afhaken. Maar hun stilte zou ons het hardst moeten raken.
Allon Dery, medeoprichter van Bureau Toegankelijkheid
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.