VNG: taalbarrière voor bijstand overbodig en onuitvoerbaar

Het plan om mensen die de Nederlandse taal niet spreken uit de bijstand te weren is onuitvoerbaar en overbodig. Dat stelt de VNG in een reactie op het hernieuwde  VVD-voornemen  om het beheersen van het Nederlands verplicht te stellen bij het aanvragen van een uitkering.

Discriminatie
Behalve de VVD zien ook D66 en de PVV wel iets in het opwerpen van een taalbarrière bij de toegang van de bijstand. Andere partijen wijzen het plan af, omdat het volgens hen discrimineert en omdat de bestaande wetgeving al voorziet in sancties voor mensen die weigeren Nederlands te leren.

Raad van State

De VNG valt hen daarin bij. De vereniging wijst op een advies van de Raad van State, waarin staat het uitsluiten op basis van taal in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.  Er mag volgens de raad geen onderscheid worden gemaakt tussen verschillende  groepen mensen die allemaal legaal in Nederland verblijven.

Verplichte cursus

Maar zelfs als het zou mogen, dan nog is de nieuwe eis overbodig, zo stelt de VNG. Eenmaal toegelaten tot de bijstand mag je als gemeente eisen dat ze alles doen om hun kansen op werk te vergroten. Een taalcursus kan daarbij verplicht worden gesteld. Bij weigering kan de gemeente nu ook al korten op de uitkering, precies zoals de VVD dat voorstelt, aldus de VNG.

DIVOSA

De vereniging van managers van sociale diensten DIVOSA wil geen oordeel geven over de plannen om de toegang tot de bijstand te beperken. Een woordvoerder verwijst naar de feitelijke situatie en naar het advies van de Raad van State. Dat is overigens uitgebracht nadat de VVD in 2010 het plan voor het eerst in de kamer had ontvouwd. De VVD zegt naar aanleiding van het advies nog te sleutelen aan het definitieve initiatief wetsvoorstel.