Anno 2009 gebruikt iemand die een (nieuwe) baan zoekt op de Nederlandse arbeidsmarkt gemiddeld 4,1 verschillende bronnen om zich te oriënteren. Ten opzichte van 2007 is dat gemiddeld ruim één bron minder, een daling van ruim twintig procent.
Vacaturesites
Werkzoekende gebruikt minder vacaturebronnen
De Nederlandse beroepsbevolking gebruikt steeds minder kanalen bij het zoeken naar een nieuwe baan.
Dit blijkt uit een analyse van het oriëntatiegedrag van ruim 42.000 personen, ondervraagd tussen januari 2007 en september 2009, in het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) van Intelligence Group. Ruim de helft van de Nederlandse beroepsbevolking (55 procent) gebruikt een of meerdere vacaturesites op het moment dat hij/zij op zoek gaat een baan. Vacaturesites worden gevolgd door bekenden/netwerk en de krant/dagblad, met respectievelijk 42 en 40 procent.
Zoekmachines
Bijna alle oriëntatiebronnen hebben sinds 2007 aan belang verloren. Werd dit voor de crisis verklaard doordat mensen liever gevonden werden dan dat zij zelf op zoek gingen naar een baan, plus het feit dat vacatures op veel plaatsen vindbaar waren, zien zet deze trend zich ondanks de crisis door. Maar van zoekende werkgevers is in 2009 veel minder sprake. Ook nieuwe oriëntatiebronnen zoals zoekmachines zijn minder populair en spreken minder tot de verbeelding.
Reïntegratiebedrijven
Als we inzoomen op het derde kwartaal van 2009 zien we dat door de toenemende werkloosheid het UWV Werkbedrijf, maar ook reïntegratiebedrijven, iets aan belang winnen. Het tegenovergestelde effect zien we bij printmedia. Door het gebrek aan vacatures in dit mediumtype neemt het belang van dagbladen en huis-aan-huisbladen in het derde kwartaal nog verder af.
Social media
Online social media zijn nieuw in de lijst en streven de banenbeurs/carrièrebeurs al voorbij.
Bron: Managersonline
