Pieter Omtzigt nam eerder deze maand afscheid van de Tweede Kamer, en heel Nederland keek mee. Zijn vertrek werd gemarkeerd als een belangrijk politiek moment. We namen afscheid van een herkenbaar gezicht, iemand die zeker z’n stempel drukte op de Haagse politieke van de afgelopen jaren.
Ik wil nooit tussentijds vertrekken, zei Omtzigt
Afscheidsspeeches proberen vooral de symbolische en inhoudelijke impact van de vertrekkende politicus aan te zetten.
18 juni hoop ik te promoveren op mijn onderzoek naar – onder andere - tussentijds vertrekkende politici. Een cadeautje dus, Omtzigt, voor ‘mijn’ onderwerp. In een van de hoofdstukken van m’n proefschrift neem ik dan ook afscheidsbrieven van politici onder de loep. Dit deed ik om achter de redenen en motieven van hun vertrek te komen. Zulke afscheidsbrieven worden traditioneel geschreven door Tweede Kamerleden die het parlement tussentijds verlaten en in de plenaire vergadering voorgelezen door de voorzitter, in het geval van Omtzigt dus door Martin Bosma.
Er is tot nu toe weinig onderzoek naar dit specifieke materiaal, maar eerder onderzoek in Amerika naar de laatste toespraken van vertrekkende politici liet al zien dat deze speeches vooral de symbolische en inhoudelijke impact van de vertrekkende politicus proberen aan te zetten. Nog even jezelf in het zonnetje zetten dus.
Een voordeel van het bestuderen van de afscheidsbrieven is dat ze allemaal toegankelijk zijn in de archieven van de Tweede Kamer, en dat we op die manier de woorden van de politicus zelf kunnen beoordelen – in plaats van bijvoorbeeld verslagen in de media.
Omtzigt heeft het gesprek over gezondheid in de politiek verder genormaliseerd
Author attribution
In m’n onderzoek ben ik ook eerlijk over de status van zulke brieven. Ik verwacht dat de brieven, geschreven voor een breed publiek van collega’s én kiezers én, laten we zeggen, voor de geschiedenis, alleen ingaan op wat publiekelijk onthuld mag worden over het vertrek. Net als de Amerikaanse speeches. De nadruk is dus waarschijnlijk eerder op publieke verklaringen in plaats van ‘de werkelijke reden’ van het vertrek.
De methodiek daargelaten vraag ik me vervolgens af: wat voor soort motieven en redenen geven politici in de brieven voor hun vertrek? Omtzigt kent de traditie maar al te goed als hij zijn brief begint met: ‘Altijd had ik me voorgenomen geen afscheidsbrief te schrijven, omdat ik een termijn als Kamerlid wilde afmaken. Dat lukt helaas echt niet en daarom neem ik per vandaag ontslag’. In zijn afscheidsbrief schrijft Omtzigt verder over de burn-out die hem dwong te stoppen, over de druk, het giftige politieke klimaat, de impact op zijn gezin. Over hoe de Kamer vooral aandacht heeft voor symbolische incidenten (op dat moment de lintjesregen) en veel te weinig voor structurele misstanden. En hij schrijft over wat hem raakte: de slachtoffers van het toeslagenschandaal, de onmenselijke bureaucratie, en het politieke onvermogen om daar echt iets aan te veranderen.
Omtzigt koos ervoor om niet door te gaan. Zijn vertrek is een voorbeeld van wat ik in politicologisch jargon een persoonlijke, vrijwillige uitstroom zou noemen – met als onderliggende motieven: mentale overbelasting, teleurstelling of wellicht een gevoel van onmacht. Omtzigt heeft daarmee tegelijkertijd ook het gesprek over gezondheid in de politiek verder genormaliseerd. En ja, het is goed dat we nu allemaal weten dat het Haagse spel een hoge tol eist van haar spelers. Omtzigt laat zien dat het leven elders soms dringender of simpelweg aantrekkelijker is.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.