In 2010 waren er ruim 3,4 miljoen paren waarvan beide partners tussen de 15 en 65 jaar zijn. Het aandeel anderhalfverdieners steeg van 23 procent in 1992 tot 43 procent in 2010. Onder paren met een jongste kind onder de twaalf is zelfs meer dan de helft anderhalfverdiener.
Over de periode van 1992 tot 2010 daalde het aantal stellen waarbij een van de twee fulltime werkt van 42 naar 22 procent. Het aandeel paren met beiden een voltijdbaan bleef stabiel met 14 procent.
Anderhalfverdieners zijn tevreden met constructie
Paren waarvan de man voltijd en de vrouw deeltijd werkt zijn het meest voorkomende verdienerstype. Bij deze anderhalfverdieners werkt de…
Mannen
Bij 95 procent van de anderhalfverdieners heeft de man een voltijdbaan. Slechts 3 procent van deze mannen zou in deeltijd willen werken. Van mannen met een deeltijdbaan zou 17 procent voltijd gaan werken als hun vrouw een voltijdbaan zou hebben.
Vrouwen
Slechts 2 procent van de vrouwen in het anderhalfverdienersmodel wil liever voltijd werken. 12 procent van de voltijd werkende vrouwen met een in deeltijd werkende man willen liever minder uren maken.